Fa. H. JUS ZOOI VERHUIZINGEN TRANSPORTEN LEEUWARDEN, EMMAKADE Z.Z. 62 TEL. 0 5100-24595, b.g.g. 25765 Huilend kwam Koosje de deel op gelopen, waar Evelientje en Jaap in het hooi zaten te spelen. De kinderen schrokken er van. Wat was er gebeurd? „We kunnen niet naar de kermis gaan!" huilde Coosje, „want Beppie is ziek!" Niet naar de kermis en de draaimolen dan en het aapje en de zuurstokken en de poffer tjes? Meteen kwam moeder aangelopen. „Ja, kin- ders", zei ze, „het is vreselijk naar. Maar Beppie is ziek en die kan ik niet alleen laten. Marijke is immers een paar dagen weg en oom en de jongens moeten vanmiddag naar de grasdrogerij, 't Is vreselijk verdrietig, maar Beppie is te klein om alleen thuis te blijven." Evelientje stond doodstil. Daar viel het mooie plan opeens in duigen. Zij zouden niet naar de stad gaan, zij zouden het aapje niet terugzien, de groene en rode en blauwe en gele paardjes zouden ronddraaien, maar zonder hen. En van zuurstokken en botsautootjes en poffertjes zou niets komen. Zij voelde de tranen in haar ogen komen. Coosje en Jaap stonden hardop te huilen mid den op de deel. Moeder probeerde hen te troosten, maar het hielp niets. „Maar jongens, we kunnen heus niet anders doen. Beppie kan niet alleen blijven. En mee nemen kunnen we haar ook niet. De dokter zegt ze moet vandaag nog in bed blijven. Mis schien is zij morgen beter en kan ik haar dan bij buurvrouw brengen, dan kunnen we mor genmiddag nog gaan." De kinderen waren niet te troosten. Ze snikten en huilden en Evelientje voelde ook al warme tranen over haar wangen rollen. „En ik wou zo graag in de draaimolen!" snikte Jaap. „En ik ook!" huilde Coosje. Opeens zei Evelientje: „Tante, als ik bij Beppie blijf, dan kunt u met Jaap en Coosje gaan". De kinderen waren opeens stil en keken vol verwachting naar Evelientje. „Maar kind", zei tante, „hoe kom je er bij. Jij wou toch immers ook zo graag naar de kermis. Neen, dat kan niet!" „Hoe, hoe, hoe!" huilden de tweelingen. „We wouen zo graag naar de kermis gaan! hoe, hoe, hoe!" Evelientje pakte tantes hand. Ze keek heel ernstig. „Heus, tante, zei ze, „doe het maar. Jaap en Coosje willen zo vreselijk graag. En misschien kan ik nog eens een andere keer gaan. „Ze moest wel even iets weg slikken toen ze dat zei, maar ze hield zich dapper. „Kind, ik vind het allerliefst van je", zei tante en zij pakte haar op en gaf haar wel tien zoe nen. En de tweelingen sprongen in 't rond en klapten in hun handen. En Coosje omhelsde Evelientje en Jaap zei: „Ik zal nóóit meer zeg gen dat je een stadskind bent, hoor!" 's Middags na het eten toen de afwas gedaan was en oom en de jongens waren vertrokken, gingen tante en de tweelingen naar de kermis. Evelientje begon bijna te huilen toen zij ze zag weggaan, maar Beppie riep haar en 't kleine meisje stond zo schattig te bedelen om een spelletje dat Evelientje meteen bezig was en bijna de kermis vergat. Zij haalde de pop pen bij elkaar en zette ze in 't bedje van Bep pie op een rij. En toen nam zij het theeser viesje en schonk melk voor de poppen en kruimelde een beschuit fijn in klein stukjes. Zij knoopte een handdoek om haar hoofd en toen was zij de verpleegster en Beppie en alle poppen waren ziek. Zij was een strenge ver pleegster, want alle zieken moesten stil blijden liggen en kregen maar een heel klein beetje melk tegelijk. Soms moesten de gordijnen zelfs dicht, dan moesten ze allemaal slapen. Zij was zo bezig met haar spel, dat zij niet eens hoorde dat tante en de tweelingen thuis kwamen. Opeens stonden zij in de kamer naast Beppie's bedje. En allemaal hadden ze een cadeautje voor Evelientje in de hand. Coosje een zuur stang en Jaap een reep chocolade en tante een pakje noga met een aapje er op! Het aapje had een rood jasje aan, net als het echte aapje van de kermis. En het had ook een puntmutsje op. Evelientje wist niet wat zij 't mooiste vond: de zuurstang was zo lekker en de reep zag er ook al zo lekker uit en de noga ook al. Maar mis schien was 't aapje op de noga toch wel het mooiste. Je kon hem laten zitten en staan en springen en lopen, want hij was van ijzerdraad gemaakt en je kon de pootjes naar alle kanten uitbuigen. Zij had niet naar de kermis kunnen gaan en nu had zij al dat moois gekregen! MAJA VAN HEEMSTRA. Bergplaats voor meubelen Verpakken en verzenden naar alle werelddelen Ruim een halve eeuw ervaring

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1962 | | pagina 19