Leren en spelen naar de aard van de tijd ADRESSEN VAN VERENIGINGEN EN STICHTINGEN LEEUWARDEN EN HET OLD BURGERWEESHUIS 11 Het komt in onze stad nogal eens voor, dat men er pas na lang zoeken in slaagt aan de weet te komen of er op een bepaald gebied een ver eniging in Leeuwarden is en wat hiervan het adres is. Ook wordt het bureau L.G. wel om adressen van verenigingen en stichtingen gevraagd. Het feit, dat de Leeuwarder verenigingen en stichtingen en de adressen hiervan nergens centraal zijn opgetekend, doet zich steeds duidelijker als een gemis gevoelen. De stichting L.G. wil nu in de toekomst trachten dit gemis op te vangen door met ingang van het volgend nummer van dit blad elke maand een bepaalde categorie verenigingen en stichtingen en de adressen hiervan te plaatsen. Indien mogelijk zal, wanneer de verzameling compleet is, hiervan nog een boekwerkje worden uitgegeven. Ook zullen de adres veranderingen van de verenigingen en stichtingen in de L.G. worden vermeld. Om een en ander uitvoerbaar te maken is een kleine hulp van de ver- enigings- en stichtingsbestuurders noodzakelijk, namelijk de hulp om onderstaand formuliertje ingevuld te zenden aan het bureau Leeuwarder Gemeenschap, Raadhuisplein 32, dat zich met het administreren van de adressen zal belasten. Naam van de vereniging/stichting voorzitter adres secretaris telef. telef. adres telef. penningmeester adres directeur/administrateur adres aantal leden telef. (Indien u uw L.G. wilt bewaren, kunt u bovenstaande ook overschrijven) Britsch-Indië. Tenslotte werd hij inspecteur van een verzekeringsmaatschappij in Amsterdam. Er zat in elk geval wat fn die jongen! De sport werd een onderdeel van de opvoe ding. Eerst wat schoorvoetend: enige kinderen mochten gymnastiekles hebben en er waren er die zwemles kregen, 's Winters was er het schaatsenrijden waar door jong en oud aan kon worden meegedaan de speelplaats van het huis aan het Zaailand werd zelfs onder water gezet zodat men bij heel weinig vorst al kon oefenen op ,,land". Voor de Haersma-dag werden liedjes en to neelstukjes ingestudeerd of gymnastiekuitvoe- ringen gegeven. Er kwam een goochelaar of poppenkast, men moest een amusement voor alle leeftijden brengen. Tegenwoordig gaan alle kinderen in de vacanties naar familie of ken nissen, vroeger was dat niet zo en moest het huis het gehele jaar door draaien. De draverijen „om de gouden zweep" behoor den vroeger tot de bezochte amusementen, evenals de kermis, ook die in Marssum en Ber- gum. Eigen verjaardagen, bijzondere feeste lijkheden in de familie van een voogd of voogdes brachten de nodige fleur in de kin derlevens. Men begon interesse te hebben voor muziek- en zanguitvoeringen of mocht naar de comedie gaan. De laatste acht jaar voeren de kinderen een voor hen gemaakt kerstspel op en met veel overgave worden de rollen ver vuld en de koorbegeleiding ingestudeerd. Sint Nicolaas was al vanouds een feest waarbij taai en chocoladeletters en kleine geschenken werden uitgedeeld, de kerstboom kwam in deze eeuw en is nu een elk jaar terugkerende pracht in de grote zaal. Het is nu ook gewoon geworden dat kinderen gaan kamperen of mee uit zeilen genomen worden. Zij kunnen lid zijn van padvinderij, jeugdclubs of sportbonden. En de jongens en meisjes, zoals wij ze afgebeeld zagen op de gevelsteen, zouden wel heel verbaasd kijken als ze de tegenwoordige wezen in normale kleding het huis in en uit zouden zien hollen op weg naar school of thuiskomende van hun club- of verenigingswerk! Maar spélen hebben alle kinderen de eeuwen door gedaan en als er klachten kwamen over het rumoer dat de kinderen maakten op de binnenplaats van het huis aan het Hofplein, verzuchtte de voogdij van die dagen: ,,dat zij niet voor de zooge- genaamde straatjongens behoeven onder te doen!" M. J VAN HEEMSTRA. De leden van de voogdij en de diverse verzor gers en verzorgsters van de wezen hebben steeds naar de geest van de tijd gehandeld bij de opvoeding van de kinderen, opdat deze later op eigen benen konden staan. Dat ging in de eerste eeuwen natuurlijk niet veel verder dan huiswerk en handwerken voor de meisjes en een handwerk voor de jongens. „Leren" was er nog niet bij, hoewel in de 18e eeuw door de studiebeurzen van de heer Van Haersma wel jongens naar de Latijnsche school gingen, met of zonder goed gevolg. Maar in de vorige eeuw kwam de „doorbraak" op dit punt, toen zovéél in ons land verander de, toen de kinderwetten tot stand kwamen en voor de meeste kinderen een betere opleiding mogelijk werd gemaakt. Vóór de. Franse bezet ting en daarna had het weeshuis „school-in- huis", het huis aan het Zaailand werd er na tuurlijk helemaal op gebouwd, zodat ook de onderwijzer inwonend kon zijn. Men is daar in deze eeuw mee opgehouden, o.a. omdat het aantal wezen steeds kleiner werd en omdat zij door niet naar school te gaan ook alweer „apart" gesteld waren. In het begin was het de „binnenvader" die naast al zijn andere beslommeringen, ook nog les aan de kinderen moest geven! In de eerste helft van de vorige eeuw was er een onder wijzer voor de oudere en een voor de jongere kinderen, later kwam dat in één hand, maar wanneer er veel kinderen waren zien we weer een onderwijzer(es) optreden. In de tweede helft van de vorige eeuw werd er o.a. onderwijs gegeven in moderne talen, muziek, bouwkundig tekenen, huisvlijt, boek houden, nuttige en fraaie handwerken, boetse ren en de kinderen konden een opleiding krij gen voor apotheker, landmeter, bewaarschool onderwijzeres, ambtenaar en fotograaf. Zagen wij in zeer oude tijden dat een opleiding soms rare sprongen kon maken, ook in de negen tiende eeuw kon een jongen worden opgeleid tot tuinknecht, hij werd echter klerk, ging naar Oranje Vrijstaat, werd daar krijgsgevan gene gemaakt en gezonden naar het toenmalige De vroegere klederdracht van de wezen van het Old Burger Weeshuis Fries Museum

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1962 | | pagina 11