jRP OP W1LHELMIN ABAAN Het jeugddorp, de rommelspeel- tuin of hoe men zo'n oord van jeugdvermaak ook wil noemen, appeleerf aan de meest elementai re liefhebberij van de jeugd: iets maken. Geef een jongen een ha mer, wat spijkers en een paar stukken hout en hij gaat timmeren. Niet zo-maar in het wilde weg, maar weloverwogen, met een be paald werkstuk voor ogen. Het gaat daarbij niet om de perfectie, maar om de fantasie, die recht maakt wat krom is. En wanneer dan na het timmeren ook de verf kwast er nog aan te pas mag ko men, dan is het feest volmaakt. Met verontachtzaming van eigen lijf, leden en kleding wordt het er eens even dik op gelegd en ook hier heiligt de goede bedoeling het schilderkunstig dikwijls maar povere resultaat. Dit is het ware kinderspel en al denken wij bij dergelijke bezig heden in de eerste plaats aan jon gens, ook de meisjes zijn niet vies van de verfkwast en niet afkerig van het hamerend geweld. De tra giek van onze nette huishoudin gen en onze al even nette samen leving is, dat het kind deze ele mentaire werkdrift en scheppings drang niet of nauwelijks kwijt kan. Wanneer uw zoon met een hamer gewapend door het huis loopt, dan slaat de schrik u om het hart, want u ziet al uw meubels en al het andere wat zo netjes in de verf zit al stuk, gedeukt, gekrast, kortom voor altijd aanzienlijk in waarde verminderd. En een verf kwast? Een echte kwast, met dik ke, afdruppende verf? Het water- verfpenseel is nauwelijks duld baar, wanneer de spontane geest drift van het kind de gekleurde druppels doen wegspatten. Bui tenshuis is het precies hetzelfde. Eigenaren van roerende en onroe rende goederen, schoolmeesters en politieagenten staan met elkaar pal tegen onbeheerste en ongere glementeerde uitingen van jeugdi ge werkdrift. Het mag niet, het kan niet. En dan slaat de ambitie van de jeugd gauw om in het te gendeel: wanneer het maken er niet meer bij is, dan wordt het al gauw stukmaken. Het Jeugddorp van de Sectie Jeugd van de Stichting Leeuwar der Gemeenschap was in het aller eerste begin niets anders dan een verzameling oud hout, spijkers en potten verf met kwasten. Daar- Timmerlieden aan de arbeid, onder het toeziend oog van het hoofd van deze dorpsgemeente. mee werd, in groepen, gewerkt en de bouwwerken verrezen in een tempo, waarop Openbare Werken jaloers kon zijn. Weliswaar wer den niet alle voorschriften van de Bouwverordening nageleefd, maar Bouw- en Woningtoezicht achtte zich niet geroepen in te grijpen. Trouwens wat had men willen be ginnen? Het Jeugddorp had zijn eigen gemeentelijke zelfstandig heid geproclameerd en de Leeu warder verordeningen waren hier dus niet van toepassing. Het ge meentebestuur van Leeuwarden moet wel smartelijk getroffen zijn geweest, dat het zo van een stuk je van zijn gebied werd beroofd, maar burgemeester Van der Meu- len liet zich niet kennen. Hij in stalleerde bij de opening zijn jon ge ambtgenote Tieneke Jolmers en hing haar zelfs de ambtsketen om. Jeugddorp is geen lang leven be schoren geweest. Vrijdags ging de hele opstal, die maandags tot stand was gekomen, al weer tegen de grond. De Wilhelminabaan werd weer gewoon een stukje van de gemeente Leeuwarden en straks is zij verdwenen. Zij zal vele goe de herinneringen achterlaten, ook aan het laatste hier gehouden eve nement. In en buiten Jeugddorp (tot en met in Gaasterland) heb ben de onderdanen van burge meester Tieneke zich best ver maakt. En de Sectie Jeugd is vast van plan volgend jaar weer iets dergelijks op touw te zetten. De vraag is alleen: waar?

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1962 | | pagina 13