)012.000 inwoners
hoeveel inwoneró telt Leeuwarden op 1 januari 19631
iieier 5(1.00(1 Leeuwarders bij
1905: 36.000 inwoners
1930 48.548, 1940 55.763, 1950 79.134. We moeten
hierbij wel opmerken, dat deze sprong van ruim
55.000 tot bijna 80.000 in tien jaar in belangrijke
mate werd veroorzaakt door het feit, dat in 1944
Huizum als Leeuwarden-Zuid tot de gemeente
ging behoren.
BINNENSTAD EN BUITENWIJKEN
In 1900 had Leeuwarden dus 32.000 inwoners en
nu telt de stad 82.000 ingezetenen. Wanneer men
een oude stadsplattegrond van omstreeks de eeuw
wisseling bekijkt, dan blijkt, dat Leeuwarden toen
eigenlijk nog geen buitenwijken bezat. Er was wel
wat buiten de oude stadsgrachten gebouwd, maar
dat was maar weinig en bovendien was het nog
verspreid en brokkelig. Tussen Willemskade en
Station was bebouwing, verder wat langs de
Schrans en de wijk benoorden de spoorlijn naar
Groningen (Willem Lodewijkstraat enz.) bestond
ook al voor een belangrijk deel. De massa der
Leeuwarders werkte en woonde echter in de bin
nenstad, van de deftige Nieuwestad en Grote Kerk
straat tot de armoede-buurten langs de Prinsen
tuin en op vele andere plaatsen. Voor de uitbrei
ding van de bevolking met 50.000 tussen 1900 en
nu zijn de woonwijken buiten de binnenstad ge
bouwd, maar tegelijk heeft ook het grootste deel
van de binnenstadbewoners de wijk naar deze
woonbuurten genomen. We mogen wel stellen, dat
omstreeks 1900 zo'n dertigduizend mensen in het
stadscentrum binnen de grachten woonden, nu zijn
het er stellig niet veel meer dan zesduizend. Al
deze woongelegenheid is dus in ruim een halve
eeuw tot stand gekomen en dit verklaart waarom
oude oud-Leeuwarders ,,hun" stad van vroeger
niet meer terugkennen
In de binnenstad dus globaal 6.000 inwoners. In
het zuidelijk stadsdeel, oftewel Huizum, ruim 20.000
(evenveel als in Sneek). In het westelijke deel van
de stad ook zo'n 20.000 en in het oostelijke ge
deelte ongeveer 35.000, zo is de bevolking thans
over de stad verspreid.
Het is een verhaal met veel cijiers geworden, maar
we nemen aan, dat ze u interesseren. Interessant
zou het vooral zijn te weten hoe de toekomstige
ontwikkeling van het bevolkingscijfer zal zijn.
Daaromtrent valt natuurlijk niets met zekerheid te
zeggen, maar wel zijn de deskundigen het er over
eens, dat Leeuwarden in 1980 globaal 115.000 in
woners moet tellen, wil de stad haar functie naar
behoren kunnen vervullen. U ziet dus, dat men
Leeuwarden nog een snelle groei durft voorspel
len
Omstreeks 1750: 15.000
inwoners. Deze prent
brengt de Korfmakers-
straat in het midden
van de 18de eeuw in
beeld. De Korfmakers-
straat was toen de
plaats van aankomst
en vertrek der diligen
ces.
WIJ VRAGEN U:
Op 1 januari van het nu bijna verstreken jaar telde Leeuwarden 84.375 inwoners. We
kunnen hieraan toevoegen, dat het vrouwelijke element de overhand had: 43.290 vrou
wen tegenover 41.085 mannen.
Natuurlijk is het niet de bedoeling het algemeen damescomité „Tot opbouw hiermee
een argument te verschaffen om de macht van het gemeentebestuur over te nemen.
Onze bedoeling is een geheel andere.
We geven het totaalcijfer van 1 januari 1962 (84.375 dus), met bijvermeldmg van het feit,
dat we in dit jaar de 85.000ste hebben mogen begroeten, als leidraad voor het beant
woorden van deze vraag:
Hoeveel inwoners telt Leeuwarden op 1 januari 1963
U mag daar naar raden en u mag ons per briefkaart laten weten welk aantal het naar
meninq of voorgevoel zal zijn. Schrijft u op deze briefkaart dus dit ene getal (het aantal
inwoners per 1 januari 1963), verder uw naam en adres en zorgt u ervoor, dat. deze
kaart uiterlijk op 5 januari in de bus is gedeponeerd bij het redactie-adres: Drukkerij
Koumans Smeding, Voorstreek 101-103, Leeuwarden. Elke deelnemer kan slechts met
één schatting van het aantal meedoen. Stuurt u dus geen duizend briefkaarten, wanneer
u meent dat het ergens tussen de 85.000 en 86.000 moet liggen.
De uitgeefster stelt drie geldprijzen 25,—, 15,— en 10,—beschikbaar voor de
genen die het juiste bevolkingscijfer vermelden of dit zo dicht mogelijk benaderen.
De uitslag wordt bepaald naar het cijfer, dat officieel door het Gemeentebestuur wordt
gepubliceerd, eventueel onder het voorbehoud van wijzigingen.
Dat
Hem-
Wijt-
Wir-
angen
at de
t. We
iment
esteld
>r ge-
ccent.
door
lindei
irwis-
)p dit
l heel
defi-
levol-
bij de
/allen
racht,
met
r ver-
9 Be-
elijke
seling
euws-
opgegeven en tóen zat de groei er dus blijkbaar
al weer in, althans wanneer we deze cijfers mo
gen geloven. Om een vergelijking met nu te trek
ken: Leeuwarden was in de achttiende eeuw gro
ter dan het tegenwoordige Franeker, maar kleiner
dan het hedendaagse Sneek. (In 1714 telde Sneek
3.252 inwoners en Harlingen 7.106. Toen was Har-
lingen dus ongeveer tweemaal zo groot als Sneek
en nu is het omgekeerde ten naaste bij het geval).
Moeten we ons wat de achttiende eeuw betreft
behelpen met enkele bevolkingscijfers uit wille
keurige jaren, waarvan de betrouwbaarheid bo
vendien niet altijd vaststaat, na 1800 werd er ook
op dit punt orde op zaken gesteld. We hebben
jaarcijfers tot onze beschikking en daaruit blijkt
de gestadige groei van de stad.
In 1830 had Leeuwarden 20.938 inwoners. In 1860
was dit aantal gegroeid tot 23.844. In 1890 was de
30.000 overschreden (30.433). Bij de eeuwwisseling
waren er 32.162 Leeuwarders. In deze eeuw kwam
de stad tot snelle groei: 1905 36.522, 1920 43.127,
scijfei
heelt
n we
irdeis
Jende
is tei
rorige
schat-
e, dat
telde,
kheid
bleek
:bben.
ent de
rardig
cijfer
in de
I jaai
>r hel
14.300 1962: 85.000 inwoners