Het heerlijk nachtje
WU.LliM lie Vde, by der Gratie Godts, Prince
Nk v-Jnars CRÖlfr» aan ét Hoeren
Ktxgrvrjt T<m
15
Bent u ook zo hard naar de kruidenier ge
lopen met het geld voor Mies? Mies Bouman
van het dorp. Wij wel. De lucifers lagen al
lemaal op de grond en het geld zat in het
doosje. Het was een hele drukte bij de win
kel. Van alle kanten kwamen ze aandraven.
Dat was tóch wel overweldigend.
We waren die avond niet alleen. Tante Lies
was op bezoek, vanwege de televisie. Ze is
om half één naar huis gegaan, want de vol
gende morgen moest ze weer aan t werk.
Wij zijn blijven kijken. Dat was, zo was ons
duidelijk gemaakt, onze vaderlandse plicht.
Het werd een beetje anders gezegd, maar
het kwam er wel op neer. Niemand naar
bed, want er komt geen eind aan de pret,
dichtte mijn vrouw. Ze was al wat in Sin
terklaasstemming. Het valt overigens niet
mee zo'n hele nacht op te zitten. Maar wij
zijn een stoer en onverzettelijk volk en we
zijn zeer waakzaam. Dacht u, dat de mannen
van onze vroegere Oostinjevaarders alle
nachten in hun kooien lagen? Ze keken uit
naar zeerovers. Wij keken uit naar Mies.
Het verschil is duidelijk en ik voelde mij
in een bevoorrechte positie. Wel dacht ik
om half vier: Zou ministerpresident De Quay
nu ook nog kijken? Bij zo iemand weegt het
plichtsbesef zeer zwaar, maar men hoort
eigenlijk nooit iets over dergelijke particu
liere dingen onzer staatslieden.
Het was trouwens een heel moppig pro
gramma de hele nacht. Zo kun je het nut
tige met het aangename verenigen, dacht ik
en ik was eigenlijk maar blij, dat tante Lies
vroeg was weggegaan. Tante Lies is wat
mopperachtig uitgevallen. Een best mens
overigens, want ze wil altijd wel helpen.
Als er gecollecteerd moet worden, dan doet
ze altijd mee, met lijsten of bussen en langs
alle deuren.
Ze zat al wat vervelend te doen met Kraay-
kamp of hoe die artist maar heet. Bij de
kruidenier had ze bij het lucifersdoosjes-
brengen een man gezien die ze goed kende.
Bij allerlei collecten was ze bij hem aan de
deur geweest. Dan belde ze. Dan kwam hij
voor. En dan sloeg hij de deur voor haar
neus dicht. Nooit een dubbeltje, nooit een
cent. ,,Zag je", vroeg tante Lies, „dat hij
een groot stuk papier met zijn naam en
adres op dat lucifersdoosje had geplakt? Hij
dacht zeker, dat het voor de radio en de t.v.
zou worden voorgelezen.
Of hij dit gedacht heeft weet ik niet. Maar
als we nu blijven tobben met het tweede
t.v.-programma, zouden we die zender dan
niet aan de Rijksbelastingen kunnen geven?
Ieder die meer dan duizend gulden komt
betalen, mag dit voor de camera doen. U
zou eens zien wat er gebeurde. En mag, per
saldo, ook onze minister van Financiën niet
een beetje commercieel doen?
v r•- dHh<W,r, Cmmn 'Generaal «n Admiml der
VAK MS
lit/M tie
WM STA»
icreiï <kzér StwS LEEU1^.-\RPÊM
V K V W-AAA RS-SV R W S ft
r-r hm 'kt*» 4.x**
imi - -
Het sturen van nieuwsjaarsgroeten aan vrienden, kennissen en relaties is een
oud gebruik. Tegenwoordig zoekt men het veelal in de verfijning van de uit
voering van de nieuwjaarskaarten, naar buitenlands voorbeeld dikwijls gecom
bineerd met een kerstgroet: „A merry Christmas and a happy New Year". Zelfs
de Engelse tekst wordt in ons land vaak overgenomen. Gebeurt dit om prak
tische redenen (Engelstalige relaties), dan kan men daar vrede mee hebben, mits
een gelijkwaardige Nederlandse tekst niet ontbreekt en op de voorgrond staat.
Aan dit laatste ontbreekt het nog wel eens en dan lijkt het uitsluitend gebruik
van het Engels bedenkelijk veel op dikdoenerij. Een merkwaardig voorbeeld
hiervan hoorden we onlangs. Een Nederlands meisje, in Engeland werkzaam,
ontving van haar Nederlandse vriendin een kaart met ,,A merry Christmas and
a happy New Year". De geadresseerde was er niet „merry" en evenmin „happy"
mee.
Dan was men vroeger meer rechtuit-rechtaan. Op oude nieuwjaarswensen vin
den we ellenlange gedichten, waarin in een zeer gezwollen toon een ieder lof
werd toegezwaaid en heil werd toegewenst. Deze van prentjes voorziene nieuw
jaarswensen werden aan de burgerij aangeboden en het was uiteraard de stille
wens, dat de ontvanger de dichterlijke ontboezeming met een nieuwjaarsgift
zou belonen. In het gemeentearchief zijn nog verschillende van deze gedrukte
nieuwjaarsgroeten aanwezig en uit deze collectie drukken we hier de prentjes
van enkele dezer geschriften af. De zeer langdradige gedichten laten we maar
achterwege. Bovenaan een achttiende eeuwse nieuwjaarsgroet van de Leeuwar
der ratelwacht, daaronder links een nieuwjaarswens van de lantaarnvullers en
-opstekers, uit het petroleumtijdperk van de vorige eeuw. Rechts beneden de
nieuwjaarswens van de torenwachter van de Nieuwe Toren, die tot 1884 op het
Klokplein heeft gestaan. Ook deze prent is uit de vorige eeuw.
De „Ratel-Wagts Nieuw-Jaars Groet" draagt het jaartal 1763 en is dus bij de
jaarwisseling precies twee eeuwen oud. Daarom heeft het gemeentebestuur van
Leeuwarden dit drukwerk (inclusief het lange gedicht) in reproductie gevoegd
bij zijn nieuwjaarskaart voor 1963.