ic Dit was het nieuwste materieel van de spoorwegen in 1863. Het kan dus bij de openingsrit van de lijn LeeuwardenHar- lingen hebben dienst gedaan, alhoewel het ook mogelijk is, dat men hiervoor minder moderne locomotieven en rijtuigen heelt gebruikt. Het voorste personenrijtuig was le en 2e klas, het achterste 3e klas. De derde klas passagiers moesten genoegen nemen met een beperkt uitzicht, want alleen in de portieren zaten ruiten. Dit spoorwegmaterieel heelt het meer dan een halve eeuw uitgehouden, want men hoelt heus nog niet hoog bejaard te zijn om zich te herinneren dat het voor de boemel- treinen" werd gebruikt opend op 14 oktober 1863 en dat is over enkele maanden dus precies honderd jaar geleden. Met het lijn tje BredaTilburg, in gebruik ge steld op 5 oktober 1863, waren dit de eerste spoorlijnen, die de zoge heten Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen te beheren kreeg. Deze maatschappij dankte zijn ont staan aan de spoorwegwet van 1860. Tot dat jaar waren aanleg en ex ploitatie der spoorwegen een parti culiere zaak. De eerste en belang rijkste van deze particuliere onder nemingen was de Hollandsche IJze ren Spoorweg Maatschappij, die in 1839 met het lijntje Amsterdam Haarlem was begonnen en zijn net gaandeweg in het westen des lands had uitgebreid, met als stamlijn Am sterdam Haarlem Leiden Den Haag Delft Rotterdam. De grote behoefte aan spoorlijnen kon echter in de tweede helft van de vo rige eeuw niet meer door particu liere ondernemingen worden opge vangen en daarom besloot de rege- Het oorspronkelijke station van Leeuwarden was er een van de derde klasse. Hetzelfde ontwerp werd ook gebruikt voor de sta tions te Harlingen, Tilburg, Eind hoven, Winschoten en Steenwijk. Het gebouw kwam in 1864 klaar en is nadien herhaaldelijk uitge breid en verbouwd. Dat begon al in 1867, toen de vleugels werden uitgebreid. In 1883 werden be langrijke veranderingen in het hooldgebouw aangebracht, in '91 werd er weer aan getimmerd en in 1904 kwam de hal tot stand. Toch is er nog wel enige ver wantschap tussen het station van 1864 en dat van nu, speciaal in de ramen met ronde bogen. ring zelf tot aanleg van spoorwegen over te gaan. De exploitatie daarvan was echter geen zaak van het rijk en werd opgedragen aan deze Maat schappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen. De „Hollandse Spoor" en de „Staatsspoor" hebben tot na de eerste wereldoorlog naast elkaar gestaan en kwamen daarna door fusie bij elkaar. Pas in 1938 kwam de N.V. „Nederlandsche Spoorwe gen" tot stand. De spoorwegen in het noorden van het land zijn, op één uitzondering na, alle „Staatsspoorwegen" ge weest. Deze uitzondering was de lijn StaverenLeeuwarden, in aanslui ting op de bootdienst Enkhuizen Staveren, die aan de H.IJ.S.M. be hoorde, al is de lijn Leeuwarden Sneek door de staat aangelegd. Een lange reeks van jaren hebben dus twee spoorwegmaatschappijen op Leeuwarden gereden, maar ze zijn gelukkig meteen hetzelfde station gaan gebruiken, zodat ons de dwaze situatie is bespaard gebleven van twete stations in één plaats; een si tuatie, die in Den Haag nog altijd bestaat met zijn Staatsspoorstation en Hollandse Spoorstation. Feest in Leeuwarden Op 14 oktober 1863 was het dus feest in Leeuwarden, ter gelegenheid van een eerste rit van de trein naar Harlingen. Vrijwel alle ministers waren aanwezig en burgemeester J. H. Beucker Andreae kon zijn gas ten een uitgebreid feestprogramma aanbieden. Dat begon al van 8 tot 9 uur met het luiden der klokken en van 10 tot 11 uur liet het carillon van de Nieuwe Toren, die tot 1884 op het Klokplein heeft gestaan, zijn vrolijke wijsjes horen. En om half twaalf klonk het vertreksein van de eerste trein naar Harlingen. Het sta tion was nog niet klaar en men moest zich voor deze gelegenheid behelpen met een noodgebouwtje aan de Hollanderdijk. Terwijl de ho ge gasten door het snuivend stoom- ros werden voortgetrokken naar Harlingen, was er mastklimmen voor het Paleis van Justitie van 12 tot 2 uur, met ter afwisseling muziek. In de Prinsentuin speelde de Schut- terijmuziek, in afwachting van de terugkeer van de feesttrein, die om een uur of vier Leeuwarden weer binnenstoomde. Om 5 uur begon het feestmaal, door de Spoorwegmaat schappij aan de genodigden aange boden in de grote Concertzaal en wie niet de eer had daarbij aan te zitten, kon 's avonds naar een illu minatie en een vuurwerk voor het Paleis van Jusitie gaan kijken. Zijn de officiële genodigden daar ook nog naar toe gegaan, na het diner? Zo ja, dan zal hun tred loom en hun blik troebel zijn geweest, want ze hadden, volgens het op flu weel gedrukte menu, zich aan de volgende gerechten tegoedgedaan: Schildpad- en sagosoep Oesterpasteitjes Zalm met pieterseliesaus - aardappelen Runderhaas met ragout Andijvie en kooltjes Getrutleerde kapoenen Coteletten met doperwten Talingen met olijven Gefarceerde morilles Mayonnaise van kreeften Patrijzen met gestoofde abrikozen Galantine Paté de foie gras Macedoine de fruits Gemonteerde gebakken IJs Dessert De andere lijnen De trein van Leeuwarden naar Har lingen reed dus en vervoerde de eerste vier weken het niet onaan zienlijke aantal van 15.513 passa giers. Inmiddels waren overal in Friesland acties gaande en ruzies ontstaan over de uitbreiding van het spoorwegnet. De Sneker Kamer van Kóóphandel had zich reeds in 1860 tot de regering gewend met de op vatting, dat de spoorlijn van Har lingen niet over Leeuwarden, maar over BolswardSneek moest lopen en al had men zich in Frieslands tweede stad verenigd in een club, die zichzelf tooide met de naam „Noord-Nederland", de Leeuwarders protesteerden niet vergeefs tegen deze actie, waarbij de hoofdstad van Friesland, met toen 23.844 zielen, over het hoofd werd gezien. In de jaren omstreeks 1880 was er veel gekrakeel over de vraag of de spoorlijn van Leeuwarden naar Sta veren over Bolsward zou moeten lo pen. In januari 1879 moest de Eer ste Kamer hierover beslissen en twee weken vóór de Kamerzitting stelde de raad van Bolsward drie honderd gulden beschikbaar „om de mindere man een aangename dag te bezorgen", indien de lijn over Bolsward kwam te lopen. Het Gast huis deed daar nog 250 gulden bij, maar op 18 januari stemde de Eerste Kamer de onteigeningswet af De verdere spoorweggeschiedenis van Friesland zullen we in een paar jaartallen samenvatten. In 1866 kwam de spoorlijn Leeuwarden Groningen gereed en op 1 september 1868 kon voor het eerst een trein rijden van Leeuwarden naar Heeren veen en zelfs verder, want de lijn HeerenveenMeppel was in het be gin van dat jaar al gereedgekomen. Eigenlijk is 1 september 1868 de dag geweest waarop Leeuwarden met het nationale spoorwegnet werd ver bonden. Reeds op 6 september van dat jaar reed een extra zondagstrein naar de tentoonstelling van Neder landse nijverheid en kunst te Arn hem. Ten slotte kwam in 1883 de spoorlijn LeeuwardenStaveren in gebruik. Voor Leeuwarden is de komst van de spoorwegen zeer belangrijk ge weest. De stad lag als het ware te wachten op de verbetering van de verkeersmiddelen, die het contact met overig Nederland zouden ver sterken en de centrumfunctie in de provincie zouden vergroten. Dat juist in de tweede helft van de vo rige eeuw de groei van de stad zou beginnen is in belangrijke mate het gevolg geweest van de aanleg der ijzeren wegen, die wegen der wel vaart waren. i 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1963 | | pagina 13