Fa. H. J 1)1,HERS ZOOI Het oude en het nieuwe Sint Anthoon tyljeMsierhunst JS VERHUIZINGEN TRANSPORTEN De Ruyterweg Leeuwarden Telefoon 24986 VOOR AL UW BLOEMWERKEN JPf? Kerhstrmt De Beijer. De DmrkmL Dc ÏÏefltm. LEEUWARDEN, EMMAKADE Z.Z. 62 TEL. 0 5100-24595, b.g.g. 25765 De tegenwoordige gebouwen van het oude Sint Anthony-gasthuis in de Grote Kerk straat werden in 1877 gebouwd; uit die tijd dateren de ronde hoeken met de rond lopende ramen die we ook op de Willems kade van huizen uit die tijd kennen. De Grote Kerkstraat werd toen meteen ver breed en de gebouwen zijn dus ruim een meter naar achteren gezet, vergeleken met de zéér oude gebouwen die er daarvóór stonden. Wij hebben al eens over een ver bouwing van Sint Anthoon geschreven naar aanleiding van de gevelsteen van de kleine Juifer. Hierbij gaat de afbeelding uit 1600, waarop u dus ook de kerk nog ziet die na tuurlijk aan dit soort kloosterachtige ge bouwen niet kon ontbreken. Er is steeds aan deze huizen gedokterd, er is vernieuwd, bijgebouwd, afgebroken, weer verbouwd. U ziet dat bij het rechtse gedeelte naast de kerk staat geschreven: De Beyer, en natuurlijk is de Beyerstraat daar naar genoemd. In de beyer werd los en vast verzorgd en opgeno men, het was dus het echte „gasthuis". In oorlogstijd was het er vol met gewonden of zwervende soldaten, die tijdelijk daar een on derdak vonden. Wanneer u weet dat het woord „beyer" afstamt van „baiert", dat „chaos" be tekent, dan kunt u zich enigszins een beeld vormen van hoe het daar toeging! Men ver pleegde er ook de besmettelijke zieken en nu is het niet goed in te denken hoe dat alles werd aangepakt, daar men volgens óns niet het minste idee van hygiëne had. Ook krankzinnigen werden in het gasthuis opgeno men; zij die rustig waren, deden kleine werk jes in huis, maar zij die gevaarlijk waren voor de samenleving werden opgesloten in de zo genaamde „doorkasten" door is gek of zot. Deze arme mensen zaten als dieren in een hok. Toen er steeds meer „proveniers" kwamen (dat waren de mensen die betaalden voor hun ver blijf in het huis) werd de vroegere kapel ver bouwd omdat er meer kamertjes moesten zijn. Dat was dus toen de kleine Juffer haar eerste steen legde. Maar daarvóór waren er al twee verbouwingen geweest, voor zover wij die van gevelstenen kennen. De eerste was in het eind van de 17de eeuw. „Anno 1696 sijn deese ka mers aengebout als Voogden en Voogdessen waren van Anthonij Gasthuis: Tiberius Taeca- ma, Hector Fenema, Jacobus Recalff, Wilhel mus Crans; Anna van Aitzma, Wed. Haxan; Gesina Eppes, Wed. Buning; Aaltie Geusius, Wed. Drenhuisen; Margaretha van Walta, Wed. Coenders". Deze kamers werden aangebouwd aan een huis dat ten zuiden van de binnenplaats lag, de zgn. „Nieuweburen" aan de Hofpoortzijde. Die Hof poort was de verbinding van het gasthuis met het tegenwoordige Hofplein en door die poort konden wagens met hooi de binnenplaats op rijden. Pas in 1880, toen het Hof als koninklijk paleis werd verbouwd, is deze toegang afgeslo ten. Van de hierboven genoemde voogden wa ren Recalff en Crans burgemeester, Fenema was schepen en Taecama was lid van Gedeputeerde Staten en burgemeester. De volgende verbouwing was op: „1728 den 24 Maijus. Dit huis Antonij sijn gebouwen voor weduw en wedenaar en getrouden; Voor kneght en maagt waar toe meer geseidt; Heeft Partol- lomeus Claasen aan dit gebouw den Eersten steen geleidt". Het betrof hier een grote turf schuur die aan het water (de Oude Gracht, thans Sint Anthonystraatje) werd gebouwd, twee kamers noordelijk daarvan en twee ka mers voor krankzinnigen. Wie deze jongen of man, geheten Claasen was, die de eerste steen legde, kunnen wij u niet zeggen. De twee gevel stenen zullen weer in een muur geplaatst wor den. tere en kleinere „woninkjes" en de daarbij be horende keukentjes. Zalen bestaan niet meer, behalve voor de zieken, want anders zou de verpleging niet mogelijk zijn. De centrale keu kens zijn aangepast aan de tegenwoordige eisen en er lopen geen dienstmeisjes meer rond met stijve witte mutsen op (hoewel die mutsen ove- Zo is er steeds gedokterd aan de bekende ge bouwen. De laatste jaren is er weer enorm verbouwd en gemoderniseerd aan Oud Sint An thoon en aan de huizen van Nieuw Sint An thoon, die in de vorige eeuw zijn gezet. Het is uit met de bedsteden, de donkere gangen, de bruine verf op deuren en muren (die overigens niet onpractisch was, want op de lichte verf ziet men elk vlekje, maar dan wordt dat wel weer schoongemaakt). De donkere plavuizen in de gangen liet men gelukkig liggen, maar ze werden afgewisseld met witte; men zou nu wel een of ander dam-spel op de vloer kunnen spe len. Men heeft geen kamers meer voor één bewoner(ster) of een echtpaar boven elkaar, maar men trok naastliggende kamers samen tot flatjes. Meer licht en lucht kwam in de gro- rigens zeer netjes stonden en nog flatteus kon den zijn ook!). De stichters van Sint Anthoon kennen wij niet, wij kunnen hun alleen maar dankbaar geden ken. Maar allen, die de eeuwen door het huis hebben gediend, hetzij in de voogdij of als lid van het personeel zouden hun huizen niet meer terugkennen. De lichtgekleurde deuren die toe gang geven tot de kamers en flatjes, de elec- trische bel en de brievenbus die elke kamer tot een „woning" promoveren, zij doen de verzor gers van héél vroeger misschien terugschrik ken. Maar wij, in ónze eeuw weten, dat elk mens graag zijn persoonlijk hoekje op aarde heeft, een hoekje met een eigen karakter, pas send bij de eigen persoonlijkheid. M. J. VAN HEEMSTRA Bergplaats voor meubelen Verpakken en verzenden naar alle werelddelen Ruim een halve eeuw ervaring

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1963 | | pagina 19