Mooi en lelijk in cle stad
1
Fa. i
JOLHERS ZOOI
Lof en blaam
treffen Je Scboonhc
id
eiascommissie
tyhemsierhunst Sterbeniurfi
TRANSPORTEN PyWHP*
VERHUIZINGEN
VOOR AL -UW
BLOEMWERKEN
LEEUWARDEN, EMMAKADE Z.Z. 62
TEL. 0 5100-24595, b.g.g. 25765
Voorzitter Schoonheidscommissie over:
In zijn rede tijdens het jubileumdiner van de
schoonheidscommissie heeft de voorzitter jhr.
E. C. Storm van 's Gravesande, zijn gedachten
laten gaan over verschillende esthetische as
pecten van wat aan de openbare weg te
zien is. Hij sprak de mening uit, dat op vele
punten een grote behoefte bestaat aan be
bouwingsvoorschriften, in de vorm van al
gemene richtlijnen, om een zo goed mogelijke
ontwikkeling te bevorderen. Ook voor het
werk van de schoonheidscommissie zullen der
gelijke voorschriften van groot nut zijn, omdat
nu veelal de mogelijkheid ontbreekt een, op
zichzelf misschien aanvaardbaar, project te
toetsen aan algemene criteria voor de ontwik
keling van een gehele straatwand. Genoemd
werden het Wilhelminaplein, de Stationsweg,
de Sophialaan, de Lange Marktstraat, waar
grote wijzigingen zich gaan voltrekken; wij
zigingen, die het stadsbeeld voor decennia
gaan beïnvloeden. Een herhaling van het
drama van het stationspostkantoor moge b.
en w. en de commissie bespaard blijven, aldus
jhr. Storm van 's Gravesande.
Een ander punt dat de commissie dikwijls
(Vervolg van pagina 9)
kunnen zijn, waar het oordelen over plant
soenen en uitbreidingsplannen niet meer tot
haar taken wordt gerekend. Een van de eerste
„wapenfeiten" van de schoonheidscommissie
was het uitbrengen van een in meerderheid
negatief advies aan burgemeester en wethou
ders over de vraag of het Naauw diende te
worden overkluisd. Toch ging dit niet zonder
slag of stoot, want overwegingen van hygiëne
brachten verschillende leden er (met voorbij
zien van de vereiste interpretatie van het be
grip „schoonheid") toe voor het verdwijnen
van dit water te pleiten. Hun werd door de
voorzitter medegedeeld, dat er plannen waren
tegen de verontreiniging der openbare wateren
en ter verbetering van de afvoer van Fries-
lands boezem, zodat de hygiënische toestand
ook van het Naauw er in de toekomst waar
schijnlijk op vooruit zou gaan. Al met al
mogen we thans wel constateren, dat we het
behoud van het Naauw waarschijnlijk in be
langrijke mate aan de schoonheidscommissie
te danken hebben.
Het werk van de schoonheidscommissie in de
afgelopen vijftig jaren op de juiste waarde te
schatten is wel bijzonder moeilijk. We kunnen
niet meer exact nagaan wat ze heeft bevorderd
en afgeremd. We zouden daartoe naast elkaar
moeten kunnen stellen welke gevolgen de be
ïnvloeding van allerlei bouwplannen heeft ge
had. Wel mogen we stellen, dat het nieuwe
Leeuwarden, dat voor een zeer groot deel na
1914 is tot stand gekomen mede het stempel
draagt van de schoonheidscommissie in haar
opeenvolgende samenstellingen. Hetzelfde geldt
voor wat wij van het oude Leeuwarden hebben
behouden en wat daartussen is verschenen
door verbouwing of nieuwbouw. De schade
van voor 1914 is voor een groot deel onher
stelbaar. Na dit jaar is het bouwbeleid op dit
delikate punt, mede door het werk van de
schoonheidscommissie, omringd geworden met
de behoedzame zorg, die past bij een stad van
haar ouderdom en historische allure.
bezighoudt, is dat van de garagebedrijven in
woonstraten. Zij kunnen een straat grondig
bederven, o.a. door de benzinestations met bij
behorende reclame.
Dit bracht de spreker bij de reclametekens in
het algemeen. Lichtreclames verlevendigen het
stadsbeeld bij avond ongetwijfeld, maar een
teveel schaadt en geeft hinder. Overdag moet
men rekening houden met de constructies, die
zeer ontsierend kunnen zijn. Is er een nog
goede architectuur, dan moeten de reclame
tekens de architectuur niet schaden. De mid
denstand als geheel heeft behoefte aan een
aantrekkelijke, levendige, maar ook waardige
stad, niet aan een rommelige, een bedorven
stad.
Voorts moet men zich bewust zijn van de
functionele splitsing in woonwijken, waar men
rust vindt na de arbeid, winkelcentra en indu
striewijken. Houdt men dit onderscheid niet
scherp in het oog, dan krijgt men een onaan
trekkelijke onrustige stad; men doet dan af
breuk aan de leefbaarheid.
„Wij menen, dat het gehalte van de plannen
die ons bereiken na de oorlog is gedaald. Dat
is ten dele uit de tijdsomstandigheden te ver
klaren," zo meende jhr. Storm van 's Grave
sande.
„De naaktheid kan zeer schoon zijn, maar op
het gebied van de architectuur is de grens van
het toelaatbare gauw overschreden. Ik her
inner er aan, dat de commissie zich in enkele
gevallen van een advies heeft onthouden als
het ging om een extra-toewijzing van wonin
gen van slechte architectuur. Toch zijn de
tijdsomstandigheden niet altijd de oorzaak van
weinig bevredigende plannen. Te velen ont
breekt het aan begrip voor architectuur (be
grip voor kunst in het algemeen), te weinigen
begrijpen dat in feite elk project het gezicht
van een stad mede bepaalt."
In hun toespraken tijdens het jubileumdiner hebben de burgemeester en de voorzitter
van de schoonheidscommissie zich bezig gehouden met de appreciatie van het werk
van deze commissie door de burgerij. Het is geen geheim, dat hieraan nog wel eens
wat ontbreekt.
Burgemeester Van der Meulen:
„De taak van de schoonheidscommissie is bij
zonder gevoelig. Van het onderwerp meent
iedereen verstand te hebben. Bovendien gaat
de commissie, wanneer haar advies negatief
is, in tegen de opvattingen en de belangen van
anderen. Hieruit komen voort wrevel, ge
krenkte trots en ij delheid. Maar in tal van
gevallen wordt door samenspraak en overleg
begrip gekweekt, in elk geval bij het gemeen
tebestuur."
De voorzitter van de schoonheidscommissie,
jhr. E. C. Storm van 's Gravesande:
„De buitenstaanders zijn dikwijls geneigd te
denken, dat een schoonheidscommissie zich
uitleeft in het vitten op de moeizame arbeid
van de ander. Men gaat er van uit, dat schoon
heid zich onttrekt aan een objectief oordeel.
Daar is inderdaad wel iets van waar. Toch
heeft een lange ervaring geleerd, dat ondanks
alle verandering in de samenstelling van de
commissie in de loop der jaren, de adviezen
bijna steeds eenstemmig tot stand komen en
dat de lijn welke de commissie sedert het be
gin volgt nauwelijks afbuigingen van enig be
lang vertoont. Zelden zijn de leden het oneens
met elkaar."
Verder;
„Degene, die een plan heeft ingediend moet
rekening houden met tal van wensen van zijn
opdrachtgever; dikwijls niet te vervullen wen
sen. De gebreken in een project vallen dege
nen die er fris en onbevangen voor komen te
staan, gewoonlijk gemakkelijk op.
Het gebeurt zelfs, dat architecten verheugd
zijn over het afwijzend advies of over de kri
tiek van de commissie. Men staat dan sterker
tegenover de wensen van de opdrachtgever.
Maar natuurlijk komt het ook voor dat men
soms bijzonder boos is op de commissie. Later
blijkt dan toch nog wel eens, dat men het
standpunt van de commissie als juist is gaan
erkennen.
Dat de commissie in het algemeen gesproken
haar taak op bevredigende wijze heeft kunnen
verrichten, is o.m. een gevolg van haar veel
zijdige samenstelling. Niet alleen zijn er archi
tecten in de commissie, doch ook anderen
hetzij uit hoofde van hun ambtelijke functie,
hetzij uit hoofde van hun belangstelling voor
het welstandstoezicht of hun betrokken zijn
bij het bouwen."
De Ruyterweg
Leeuwarden
Telefoon 2 1986
Bergplaats voor meubelen
Verpakken en verzenden naar alle werelddelen
Ruim een
halve eeuw
ervaring