De schijn van de 50.000 Leeuwarden niet zo groot als het is? We zijn de vorige maand door ruimtegebrek een beetje blijven steken in onze bespiegelingen over het eigen karakter van Leeuwarden en de zorg daarvoor. Daarom vertellen wij in dit nummer iets over de bescherming van bouwkunstige monumenten, maar daar blijft het niet bij, want te rechter tijd heeft mr. E. Foppes, directeur van het Economisch Technologisch Instituut voor Friesland, over Leeu warden gesproken op een manier, die wel een nadere beschouwing waard is. Het gaat ons hierbij speciaal om de uitlating van dfe heer Foppes, als zou Leeu warden op menige vreemdeling de indruk maken een stad van plusminus vijftig duizend inwoners te zijn, in plaats van de ruim tachtigduizend, die we toch echt-waar in de stad hebben wonen. De wetenschappelijke instelling van de heer Foppes staat er borg voor, dat hier njet met cijfers is gejongleerd. Economen en ju risten bezitten het vereiste gezag voor getal len. De uit deze privé-enquête te voorschijn gekomen gegevens dienen derhalve met de nodige ernst, ja zelfs met de nodige zorg, onder het oog te worden gezien. Daar komt nog bij, dat we hier raken aan de „image" van Leeuwarden. „Image" is een nieuwe wetenschappelijke term, die men, zo men niet voor mal wil worden versleten, dient uit te spreken als „immidzj"; op z'n Engels dus. De zaak zelve is niet zo ver schrikkelijk ingewikkeld en duister als men bij wetenschappelijke zaken wel eens ver moedt. Het gaat om de algemeen gevorm de gedachte, de voorstelling dus, die men van een stad of streek heeft. Die komt niet uit het niet te voorschijn, maar is doorgaans weinig objectief en slechts vastgekoppeld aan een deel van de werkelijkheid, vaak zelfs aan een soort legendevorming. Het be kende voorbeeld is de onvergelijkbare schoonheid van Napels, die te voorschijn komt in „Napels zien en dan sterven". Dat is natuurlijk apekool, maar V.V.V.-Napels kan zich geen beter propaganda-voer wen sen. In eigen land leveren onze drie groot ste steden fraaie voorbeelden van deze wei nig objectieve beschouwingswijze: Amster dam is romantisch, Rotterdam is dynamisch en Den Haag is een groot boerendorp. Hoe staat het nu met Leeuwarden? De heer Foppes laat al blijken, dat er aan de stede lijke allure van onze stad het een en ander mankeert zijn 50.000-inwonerstheorie im mers is „image" en geen werkelijkheid, ge lijk in het bijzonder de directeur van het ETIF wel bekend is. De gemeente Leeuwar den telt ongeveer 86.000 inwoners, de stad heeft een duidelijke centrum functie in Friesland en dit betekent dat bij voorbeeld ons totaal der winkelbedrijven ruimschoots in staat moet zijn de „50.000- theorie" omver te werpen. En dan hebben we het alleen nog maar over de winkels; de hoofdstedelijke functie van Leeuwarden ma nifesteert zich ook op heel wat andere ter reinen. Naar aantal en allure bezit Leeuwar den aanzienlijk meer dan nodig om zelfs die 88.000 waar te maken. Is hier dan uitsluitend sprake van vooroor deel? We geloven het niet. De indruk van een stad wordt, naar onze mening, niet uit sluitend, misschien zelfs niet in hoofdzaak, bepaald door wat er is. Dat ziet en ervaart men niet zo-maar; het blijkt eerst bij een uit gebreide en nauwgezette verkenning. Het gaat bij de „image" veeleer om de indruk, die door het globale beeld wordt gewekt. Daarbij vallen voor Leeuwarden enkele din gen in het bijzonder op: 1. De binnenstad mist een duidelijk centrum, dat als oriëntatiepunt functioneert en de stedelijke allure manifesteert door een sa mentrekking van bedrijvigheid en gezellig heid. Dat kan in het bijzonder een plein zijn, maar dan niet, als ons Wilhelminaplein, ter zijde van de bedrijvigheid maar daar midden in, vooral als de uitmonding van belangrijke binnenstadsstraten. Amsterdam heeft dit met Maandblad onder auspiciën van de Stichting „Leeuwarder Gemeenschap" 13e jaargang no. 12 december 1964 Redactie-commissie: Mevr. A. J. Bearda Bakker - Stuiveling H. Kingmans Pater H. W. Dijkman O.P. J. T. Vellenga Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203 Adres administratie: Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047 Redactie: Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141 Abonnementsprijs 3,00 per jaar Giro-nummer 809910 ten name N.V. Erven Koumans Smeding, Leeuwarden de Dam, Groningen met de Grote Markt, voorts (als voorbeeld van een kleinere stad dan Leeuwarden) Zwolle met zijn Markt. Zo'n markant, centraal en dus sterk de pu blieke aandacht trekkend, plein mist Leeu warden. 2. Leeuwarden mist winkelstraten, die door hun geringe breedte de bebouwing met win kelzaken imponerend maken. Het landelijk meest bekende voorbeeld daarvan is de Am sterdamse Kalverstraat, in Groningen vinden we de Heerestraat en wanneer u nog een maal mee wilt gaan naar Zwolle, dan is daar de Diezestraat. Nieuwestad, Voorstreek maar ook de Wirdumerdijk missen deze im ponerende intimiteit. Anders gezegd: wan neer we de winkelpanden van de Nieuwe stad langs een relatief smalle straat zouden zetten, dan zou dit hoe paradoxaal het moge klinken een heel wat grootsere in druk maken dan nu het geval is. 3. Onze „welstandspolitiek". Er wordt ge meentelijk, op instigatie van de in het vori ge nummer besproken schoonheidscommissie, nogal behoudend gewerkt ten aanzien van het uiterlijk van de stad. Gelet wordt in bij zondere mate op het behoud van de verhou dingen, die straatwanden in het totaal dienen te hebben. Deze esthetische opvattingen zijn niet los te maken van wat historisch is ge vormd, bijgevolg is het stadsbeeld niet los te maken van dat van het vroegere Leeuwar den en dat telde bij lange na geen ruim 80.000 inwoners. Deze eigenlijk on-moderne rust wordt nog bevorderd door de voorzich tigheid met het toestaan van de zogenaamde „uithangtekens" en lichtreclames. Wij hebben niet de gedachte met deze pun ten aangegeven te hebben wat in de „ima ge" Leeuwarden kleiner zou kunnen doen zijn dan in de werkelijkheid. Wij geven een ieder zelfs het volle recht het met deze pun ten oneens te zijn. En tenslotte: deze op somming had niet ten doel gebreken van Leeuwarden aan te tonen. Het eigen karak ter van onze stad heeft veel waardevols en deze waarden worden niet weggenomen door minder gewenste bij-omstandigheden, al vin den wij de 50.000-theorie van de heer Foppes onplezierig. Misschien kunnen we door dit artikel, an deren prikkelen hun oordeel over deze voor de stad toch wel essentiële zaken op schrift te stellen en ons toe te zenden. We zijn zeer gaarne bereid in het vervolg hierop anderen aan het woord te laten. Dit zijn buizen die straks onder de grond voor het transport van water zullen zorgen. De op slagplaats van de 1WGL ligt naast de noorde lijke oprit van het Stephenson-viadukt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1964 | | pagina 3