Leeuwarder bevolking omstreeks 1790 in cijfers UITSLAG WERVINGSACTIE NIEUWE ABONNEES OP HET MAANDBLAD „LEEUWARDER GEMEENSCHAP" De heer M. Bergsma is winnaar ge worden van de actie met een score van 168 nieuwe abonnees. Behalve de royale geldprijs ontvangt (hij nog een premie van 250, Weinig huwelijken, grote kindersterfte, lage gemiddelde leeftijd en stabiliteit 17 De kinderafdeling van Practische Hulp Raden voor Kinderbescherming, de Voogdij raden of kinderrechters. Naast deze activitei ten heeft het tehuis nog iets bewaard dat aan vroegere tijden herinnert; dat is het nacht asiel. Geheel gratis kunnen vreemdelingen op doorreis in Leeuwarden bij de P.H. aan kloppen om onderdak voor een paar nachten. Dit gratis logies is vooral bedoeld voor hen, die op zoek zijn naar werk in Leeuwarden. „Het is jammer, dat het zo is, maar dergelijke tehuizen als het onze zijn nog steeds een bit tere noodzaak in de huidige maatschappij", vertelde de heer L. Swart, directeur van de vereniging Practische Hulp. Zelfs nu, in een tijd van hoogconjunctuur, blijken er mensen te zijn voor wie er geen thuis is in de maat schappij. Het tehuis telt regelmatig ongeveer 40 mannen, die hier nog zin en inhoud aan hun leven kunnen geven. Hetzelfde geldt voor de vrouwen, maar zij kunnen veel langer „stand houden" in de maatschappij. Hun aan tal is dan ook altijd veel geringer en zweeft tussen de vijf en de acht. Het kindertehuis heeft meestal een bezetting van 40 a 50. Het is niet meer aan de buitenkant te zien, dat een kind niet die opvoeding krijgt van de ouders zoals het zou moeten. Vroeger lagen deze kenmerken meer op materieel terrein, maar tegenwoordig hapert het meestal aan de geestelijke opvoeding. Na ontzetting uit de ouderlijke macht komen de kinderen in af wachting van een definitieve bestemming (weer naar het gezin terug of een pleeggezin) tijdelijk bij de Practische Hulp. Het gezins milieu tracht P.H. zo veel mogelijk te benade ren. Er zijn maar weinigen, die wanneer ze een oudpapierwagen zien rijden bevroeden, wat Practische Hulp ook nog in deze tijd betekent. Het zou echter kortzichtig zijn de man, die het oud papier ophaalt te vereenzelvigen met de Practische Hulp en wie nog zou mogen den ken dat die oude stoelen, bedden en matras sen voor eigen inwoners worden gebruikt, doet er goed aan een kijkje te nemen in het goed geoutilleerd tehuis. Marinus de Boer Merkwaardig is het boekje in de eerste plaats omdat er uit blijkt hoe weinig men omtrent de bevolking had geregistreerd. „Heeft onze stadt Leeuwarden het geluk, om reeds voor de twee demaal te moogen zien, een nieuwe jaarlijkse lyst der Huwelyken, Geborene, Gedoopten en Overledene, enz. binnen hare Wallen en Rechtsgebiedtzo begint de schrijver, die verderop zegt; „Veel verplichting hebben wy derhalven aan dien Heer, dewelke deeze nieu we Lysten ons bezorgd heeft, en om onze waa- re dankbaarheit aan hem te betuigen voor zyne genomene moeite, en zo nuttigen arbeid, met zo veel nauwkeurigheit tot ons vermaak en dienst besteed; wenschende zyn Wel Edele een lang gelukkig leeven, gepaart met dezelvde bestendige lust en yver, om in deeze zynen arbeid noch lange op gelyke wyze te conti nueren Alle breedsprakige uitingen van lof ten spijt, moet de auteur later toch consta teren, dat „zijn Wel Edele" zich klaarblijkelijk heeft verteld met het aantal geboorten in 1792: „Wy vinden het getal der nieuwgeboorene Kin deren alhier, geduurende den Jaare 1792, in de Lyst aangeteekend als zynde 1036, welk verba zend groot getal wel 471 ons middengetal te boven gaat; Wy voor ons betuigen niet in staat te zijn om deeze knoop los te maaken; en door dezelve in stukken te hakken, met te zeggen, daar zal eenig abuis hier of daar zyn ingeslopen." Uit dit alles blijkt, dat de bevolkingsboekhou ding geen zaak van de overheid was en we mogen ons dan ook gelukkig prijzen, dat enige Leeuwarder particulieren zich hiermee uit lief hebberij gingen bezighouden. Door hun ijver immers weten we iets over de bevolking van Leeuwarden in het eind van de achttiende eeuw. Waar er weinig veranderingen in de be volkingscijfers optraden durfde de schrijver wel te garanderen, dat zijn materiaal voor het grootste deel van de achttiende eeuw gold. Hoe onvolledig de gegevens waren moge ove rigens wel blijken uit het ontbreken van een totaal van het aantal inwoners. De auteur berekende dit met het gemiddelde sterftecijfer als uitgangspunt. In 1791 was het aantal sterfgevallen 545 en, naar de toen gel dende verhouding van 1 30 gerekend, kwam hij tot 16.350 inwoners. Andere berekeningen, die wij niet op de voet zullen volgen, leidden tot hetzelfde resultaat, zodat we mogen aan nemen, dat het inwonertal van onze stad toen tussen 16.000 en 16.500 lag. Interessanter dan dit totaal zijn de specifica ties, die de auteur te bieden heeft. Daar is, om te beginnen, de praktische gelijkheid van het aantal geboorten en het aantal sterfgevallen. Genoemd worden als jaarlijkse „middengetal len" (gemiddelden): geboorten 565, sterfgeval len 548. Gemiddeld werden elk jaar 200 huwe lijken gesloten en er waren 2484 „staande hu welijken". Dit betekende dus, dat van de ruim 16.000 Leeuwarders slechts 4.968 waren ge trouwd. Voor het jaar 1792 geeft de schrijver deze on derverdeling: Mannen 2484, getrouwd met 2484 Vrouwen. Weduwnaren 424 en 617 Weduwen. Zonen onder de 18 Jaar 2860; Dochters onder de 18 Jaar 2884. (vervolg op pagina 20) WEINIG LEDEN De vereniging Practische Hulp, die in juli jubileerde, telt maar weinig leden. Wanneer het er dertig zijn is het veel. Het is ook niet de opzet een zo groot mogelijk ledental te berei ken, alhoewel elk nieuw lid dank baar ingehaald wordt. Het voornaam ste is echter dat de Leeuwarder be volking positief en daadwerkelijk het tehuis helpt door oudpapier te be waren voor de bekende PH-wagen. Lompen, metaal en oud schoeisel zijn ook welkom. Het is voor thuisloze mannen, die bij de PH toch een thuis vonden, een broodwinning. Een thuis waar ze een zinvol bestaan kunnen opbouwen, door toch nog gedeeltelijk in de tocht der maatschappij te staan door hun werk. Korte aanmerkingen over het getal der inwooners binnen Leeuwarden en stads jurisdictie" dat is de titel van een merkwaardig boekje, in het jaar 1793 verschenen bij Cornelis van Sligh, boekverkoper in de Sint Jacobsstraat. De auteur is onbekend gebleven; hij duidt zichzelf aan als „een liefhebber der geslacht-reekenkunde"Een exemplaar is aanwezig in de Stedelijke Bibliotheek.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1965 | | pagina 17