Fa.Ademas Bouwbedrijf A NIEUW LEVEN IN HET UITGAANSLEVEN ■■Rt Huizumerlaan 97 - Leeuwarden - Telefoon 26938 BUNGALOWBOUW VERBOUW ONDERHOUDSWERK De Friese hoofdstad biedt weinig ge legenheid tot stedelijk vertier, zo wordt door velen met smart gecon- verval en achteruitgang. Een voorbeeld daar van is de herleving van het Lido aan de Turf markt, een zaak, die het vroeger niet heeft kunnen bolwerken, maar nu opnieuw (en op een nieuwe leest geschoeid) een functie in het uitgaansleven wil gaan vervullen. Of het zal gelukken moet blijken. Het gelukken hangt ge deeltelijk af van de commerciële slagvaardig heid van de nieuwe exploitant, maar ook en in het bijzonder van de vraag of Leeuwarden zo'n inrichting nu kan „trekken". Vooral daar om verdient dit experiment de belangstelling. Lido herleefd De eigenaar en beheerder van Lido, de 39-jari- ge Ibele Sonnega, heeft grote verwachtingen bedrogen. Wat is er te doen in Lido? „Elke avond hebben wij hier „levendige" muziek. The Red Hot Peppers spelen er van zeven tot twaalf uur en sinds kort hebben we er ook een zangeresje bij. Het is geen beatmuziek en geen stemmingsmuziek, want de jongelui en ook ouderen moeten er op kunnen dansen." Het Lido is bijzonder knus van binnen. De hal geeft bij de eerste kennismaking zonder twij fel „standing" aan de zaak, maar deze „vlag" dekt ook de lading. Binnen valt het oog eerst op de bar en vervolgens op het podium waar de muzikanten zetelen. Het directe, maar ge temperde licht geeft aan het geheel de ge- eigende sfeer. De heer Sonnega mikt met Lido op geselec teerd publiek. Aan herrieschoppers heeft hij stateerd. De mogelijkheden tot uit gaan zijn beperkt en bovendien wordt de brave burger geacht niet langer dan tot één uur 's nachts te blijven plakken en dit dan nog slechts in een beperkt aantal zaken. Bezoekers van andere bedrijven worden te midder nacht naar huis gestuurd, althans naar een plaats, waar geen hulpvaar dige ober klaar staat met het dien blad met kopjes en glaasjes. Het verzet daartegen komt gedeeltelijk voort uit een reële behoefte om tot diep in de nacht het aloude „gezelligheid kent geen tijd" in de praktijk te brengen. Velen evenwel verzetten zich tegen de sluitingstijden, omdat ze, popu lair gesproken, niet door de gemeenteraad naar bed gestuurd willen worden. Ze zijn op een onverplichte manier in de oppositie. Zelfs wanneer ze er een strikte gewoonte van maken om elf uur onder de wol te gaan, dan nog ac cepteren ze geen gemeentelijk „klokje van ge hoorzaamheid". Ongetwijfeld leveren ze hun aandeel in de strijd om een verlating van het sluitingsuur, maar of ze bij een overwinning het nachtleven met hun aanwezigheid en spe ciaal met hun portemonnaie zullen schragen is een geheel andere kwestie. Dat is overigens de uitsluitende zorg der exploitanten; mocht de raad nog eens het frivole besluit nemen een uitgebreider nachtvertier toe te laten, dan is de gemeente nog niet verplicht tot schadever goeding, indien de extra uren verliezen op leveren. Een andere zaak (en daar staat de gemeente nu eens helemaal buiten!) is de verschraling van de horecabedrijfstak in onze goede stad. We zijn na de oorlog „Spoorzicht", „De Nieu we Doelen" en onlangs „De Groene Weide kwijtgeraakt. Wat er met „Amicitia" gaat ge beuren is op dit moment nog niet bekend, maar voor optimisme is weinig aanleiding, nu steeds meer blijkt, dat het voordeliger is auto s dan mensen onderdak te verlenen. Daartegen over staat het nieuwe Eurohotel (dat echter voor het vertier in de binnenstad van geen betekenis is), en de zeer lofwaardige uitbrei ding en vernieuwing van het Oranjehotel. Toch hebben we niet uitsluitend te maken met Het Lido in zijn nieuwe gedaante van zijn experiment aan de Turfmarkt. Hij is een man die al vele ervaringen heeft in de horecabedrijven. Van geboorte is hij een Leeu warder zijn Friese naam liegt er niet om maar al jong trok hij naar Rotterdam. Hier werkte hij ongeveer tien jaar in het amuse ment. Na een paar jaar varen, zette hij het avontuur aan de kant en vestigde zich in Swammerdam in een restaurant-hotelbedrijf. Al die tijd is de heer Sonnega Leeuwarden echter trouw gebleven. Hij kwam er geregeld in zijn vakanties. De teruglopende betekenis van het KMT ontging hem dan ook niet. Zodra het gebouw te koop werd aangeboden, ging hij er op af. „Ik zag hier echt wel mogelijk heden, omdat er voor het uitgaande publiek in Leeuwarden weinig te doen is." En zijn ver wachtingen hebben hem tot nu toe nog niet geen behoefte. Door de week loopt het nog niet storm, maar zaterdags en zondags is het bordje „vol" al een paar maal voor de deur gekomen. Twee obers kunnen het werk door de week wel aan, maar in de weekends komt er een derde man aan te pas. De heer Sonnega heeft voor Lido nog geen volledige vergunning kunnen krijgen, zodat er alleen maar bier en wijnen getapt mogen wor den, maar hij hoopt wel op een vergunning met de inwerkingtreding van de nieuwe drank wet. „Het grootste nadeel vind ik echter dat om twaalf uur de deuren dicht moeten", meent de heer Sonnega. „Het gevolg is dat de meeste klanten om elf uur al verdwijnen, omdat ze dan nog ergens terecht kunnen waar de zaak tot één uur open is." MARINUS DE BOER

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1966 | | pagina 11