Makkumer molens - Leeuwarder bedrijven 1 1 I I N.V. „DE LAATSTE n I 1 i >i I «li H Enige papiermolen in Friesland kwam in 1859 aan Leeuwarder 2.5.1.3.7 I HU is li 1 j 13 I i n l I Hl llil H if! fill In het pand Tuinen 8 (vroeger letter B 67) is vroeger jarenlang een pa pierhandel gevestigd geweest. In het jaar 1859 kocht de toenmalige eigenaar, de papierhandelaar Into Nauta Andreae, de enige papiermolen in Friesland. Het was „Het Springend Hert" te Idsegahuizen, in de wan deling „Skuzum" genoemd, onder Makkum. Op dit Makkumer „industrie terrein" stonden niet minder dan vier industriemolens. Naast „Het Springend Hert" kan ons ook interesseren de, in 1934 afgebroken, olie molen van de familie Kingma. Uit dit bedrijf is Kingma's Bank N.V. voortgekomen. Dan was hier nog een houtzaagmolen, tot 1880 eigendom van de familie Overmeer, een firma, die in Schenkenschans te Leeuwar den is voortgezet. (De Makkumer molen werd in 1880 gekocht door Pier Dirk Alta, die ook een andere houtmolen te Idsegahuizen in zijn bezit kreeg; de voortzetting is de tegenwoordige bouwmaterialenhandel Van der Werf te Makkum.) De papiermakerij heeft een lange historie. In ons land werden de eerste papiermolens in 1586 ge sticht te Dordrecht en Alkmaar. Daarna werd de Veluwe een cen trum van papierfabricage. De Ve- luwse beekjes leverden zowel wa ter als waterkracht, de voorwaar den voor het ontstaan van de papierindustrie. Omstreeks 1740 waren er in de Zaanstreek tussen de 30 en 40 papiermolens. Op de Veluwe werd de papiernij verheid overwegend uitgeoefend in kleine bedrijven: 5 tot 6 perso nen, vaak uit één gezin. In de Zaanstreek waren de bedrijven groot, met 20 tot 30 arbeiders voor de pakpapiermolens en 50 en meer voor de wit-papiermolens. De papiermolen te Makkum werd naar Zaans voorbeeld opgericht. Was op de Veluwe het water de krachtbron, in de Zaanstreek was het de wind. De beweging der wieken werd overgebracht op zware vijzels met ijzeren ribbels of pennen, waarmee in een trog de in water gedrenkte lompen werden vervezeld. Zo ontstond de „pepierstof", waaruit met een zeef van kopergaas, de schepvorm, het papier werd geschept. Dat deed de papierschepper; zijn helper, de koetser, nam dan de zeef, zonder de rand, van hem over en keerde het kopergaas om, zodat het voch tige blad op het met vilt beklede koetsblok kwam te liggen. Om en om (vilt en papier) werden zo stapels van 125 vellen gemaakt, waaruit met een pers het overtol lige water werd verwijderd. Na een tweede persing werden de vellen over lijnen gehangen in de droogschuur. Om het papier be schrijfbaar te maken werd het dan nog ondergedompeld in opper- vlaktelijm en geglansd tussen piet- rollen. De molen te Makkum heeft zich steeds beperkt tot het maken van zogenaamde „grauw- en bas terd-" papiersoorten. De Makkumer papiermolen Op 12 maart 1767 verleenden de Staten van Friesland octrooi voor een papiermolen bij Makkum aan Jan IJmes Tichelaar, wiens naam niet ten onrechte duidt op familie relatie met de Makkumer aarde werkbakkers. De vrij hoge inves teringen voor zo'n bedrijf (met een honderd meter lange droog schuur) brachten mee, dat de ex ploitatie meestal „in rederij" ge schiedde, waarbij verschillende personen een deel van het eigen dom bezaten. Jan IJmes bezat slechts een vijfde part. Hij over leed in 1799; in 1801 werd de mo len publiek verkocht voor 12.472 caroliguldens en 10 stuivers, met nog eens 600 caroliguldens voor het gereedschap. Eén lage op brengst, die de tanende betekenis van de papiernijverheid aantoonde. Deze verkoop zou voor ons, Leeu warders, niet bijzonder interessant zijn, indien hierbij niet een familie ten tonele verscheen, waarvan de naam ons wel iets te zeggen heeft. Het onverdeelde eigendom kwam namelijk aan de familie Buma, toen nog woonachtig te Workum, later te Makkum. Over de Buma's is niet zo veel bekend, ondanks het feit, dat Friesland nogal wat aan deze familie te danken heeft, zoals enkele legaten, studiebeur zen, landbouwprijsvragen en in het bijzonder de Buma-bibilotheek te Leeuwarden (nu nog in de Grote Kerkstraat, straks in het nieuwe gebouw van de Provinciale Bi bliotheek op het Oldehoofster- kerkhof). Koper van de Makkumer papier molen werd in 1801 Anne Lieuwes Buma (17581833), van wie ver teld wordt, dat hij een voor die tijd aanzienlijk vermogen verwierf als koopvaardijkapitein, terwijl zijn vrouw Trijntje Sytzes Ykema een groot bezit had aan landerijen, vooral onder Woudsend. Om wel ke reden Buma zich voor het pa- piermakersbedrijf interesseerde is onduidelijk. Een gelukkige greep is deze geldbelegging niet ge weest, want de papiernijverheid heeft in de Napoleontische tijd bijzonder zwaar geleden en na deze moeilijke jaren moest het handbedrijf een bij voorbaat ver loren strijd voeren tegen de con currentie van het „mechanische papier". Na het overlijden van Buma en zijn echtgenote werden zijn vier kinderen, die allen ongehuwd ble ven, eigenaar van het bedrijf. Van dit viertal was de oudste, Lieuwe Annes Buma (17961876), de be langrijkste. Reeds op twintigjarige leeftijd was hij doctor in de wijs begeerte en de letteren. Aan zijn nalatenschap dankt Leeuwarden de Buma-bibilotheek met zijn ruim 30.000 delen klassieken. Hij was de langstlevende van het viertal en beschikte dus aan het eind van zijn leven over het gehele familie vermogen. Dr. Lieuwe Annes Bu ma dacht echter niet aan beleg gingen; na zijn dood moet men een kwart miljoen aan baar geld in de boedel hebben gevonden. In 1859 werd de papiermolen ver kocht en wel aan Into Nauta An dreae, die een papierhandel had aan de Tuinen te Leeuwarden (nu nr. 8), waar nu een glashandel is gevestigd. De firma Into Nauta Andreae heeft de molen niet van de ondergang kunnen redden. In 1871 werkten er nog 18 arbeiders, in 1890 waren het er 14. De afzet mogelijkheden van het handge schepte „grof" papier werden steeds geringer. Omstreeks 1905 is de molen stilgelegd en in 1911 kwam men tot de sloop ervan. Toen was (in 1909) de papierhan del van de firma Into Nauta An dreae, met de papiermolen „Het Springend Hert" al verkocht aan Sytze Vermeulen Rzn. te Leeu warden. Deze firma bestaat nog als Vermeulens Papiergroothandel aan de Emmakade Z.Z. De laatste herinnering aan Fries- lands enige papiermolen vindt men op het dak van het huis aan de Tuinen, waar de firma Into Nauta Andreae is gevestigd geweest. Het is een windvaan, die een sprin gend hert vertoont. L. KAMMINGA De windvaan met het springende hert BROTE KERKSTRAAT 7 TELEFOON EEN WAARDIGE VERZORGING VAN BEGRAFENISSEN EN CREMATIES i M; I P lit i SOli I

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1966 | | pagina 11