REISBRIEF AMERIKA §an Francisco derde UIT <«a*lYi'ijli4ki<l en in Nieuwsgierigheid Mr. A. A. M VAN DER MEULEN schrijft ons een Na ongeveer 9500 km in Amerika gereden te hebben, zijn we sinds enkele dagen in het Yosemite National Park, ten oosten van San Francisco, 2000 meter boven de zeespiegel, 15 km van het dichtstbijzijnde postagentschap, gevestigd in een hotel en 35 km van het dichtstbijgelegen dorp. Het is hier goed. De zon schijnt uit een strak-blauwe hemel. De toppen van de hoge bomen ruisen in de wind. De dennen geuren. De chip-monkeys en de golden mantles draven om ons heen. De mooie blauwe en zwarte gays en andere vogels tonen evenmin vrees. Een beer, op zoek naar voedsel, ruikt 's nachts door het open portierraam. We zullen hier nog een tijdje blijven, tenzij op deze hoogte de nachten ons te koud worden. Onze auto heeft ons tot dusver trouw gediend. Hij had één inzinking, maar dit was niet zijn schuld. Verderop zullen wij ervan vertellen. Het Yosemite (spreek uit: „Jossèmmit- ti" met de klemtoon op de tweede letter greep) National Park is geen park in onze zin van dit woord, maar een natuurreser vaat van enkele honderden vierkante kilo meters groot, met bergen en dalen, glet- schers, meren, rivieren en beken, bossen en weiden. De fauna en flora vertonen vele merkwaardigheden. Er zijn onder meer se quoia's, bomen van meer dan 100 meter hoog. Chipmonkeys en golden mantles zijn kleine knaagdieren, het midden houdend tussen een rat en een eekhoorn. De laatste zijn iets gro ter dan de eerste. Ze komen ook in ande re Amerikaanse bergstreken in grote aan tallen voor. De gay is iets kleiner dan onze kraai. Overweldigend natuurschoon in het Yosemite National Park. Maar wat had onze auto allerwege een be langstelling! Dit type bleek in de Verenigde Staten totaal onbekend te zijn. Er ging geen dag voorbij, waarop ons niet gewoonlijk meermalen werd gevraagd wat voor auto dat toch was. De bedienden van de pomp stations, de lokettisten bij de toegangen tot de turnpikes (tol-autowegen), verkopers in fruit- en limonadetentjes, voorbijgangers van allerlei soort, een postbode, een bakker, wie niet al. Eén lokettist („I never saw such a thing before") liet rustig de volgende automobilisten wachten totdat wij een eind aan het gesprek maakten. Zijn volgende klanten toonden geen ongeduld. Een pomp bediende begon pas benzine te tappen nadat zijn nieuwsgierigheid naar allerlei technische details bevredigd was. En dan dat geheimzinnige license-plate (nummerbord)! In de Verenigde Staten vermeldt het nummerbord de naam van de staat en in Canada de naam van de pro vincie, waarin de auto is geregistreerd. Ons afzonderlijk NL werd niet opgemerkt of be grepen. De letters UF op ons nummerbord moesten dus een land aanduiden. Maar wat voor land dan toch? Men móest dat vra gen, tot zelfs de jongen, die ergens naast ons in een auto van verkeerslicht tot verkeers licht reed. Ook de nieuwsgierigheid in het algemeen viel ons bijzonder op. „Where do you come from?" was een zeer vele malen gestelde vraag, die, als men eenkeer wist, dat we uit „Holland" kwamen, niet zelden gevolgd werd door de vraag: „What do you do in Holland?" Mijn vrouw en ik gebruikten ergens de tijd, die voor een onderhoudsbeurt van de auto nodig was, om naar een kapper te gaan. Zijn salon was door een schot van iets meer dan manshoogte in twee helften verdeeld, rechts de dames, links de heren. Hij, rond en wel gedaan, bleek te tronen op de enige, voor zijn klanten bestemde zetel, een krant in de hand, een sigaar in de mond, de afgeknip te haren van enige klanten om zich heen; er klonk een zacht radiomuziekje; het ver trek was air-conditioned. Nog vóór mij die stoel zonder omklapbare zitting was aangeboden, had mijn vrouw zich aan de andere kant van het schot al laten uitvragen en kreeg ik dus te horen: „And what do you do in Holland?", waarop tot zijn, kennelijk diepe, teleurstelling mijn antwoord kwam: „Nothing". Spoedig echter kreeg hij mijn verklaring De Bay Bridge, bijna 13 kilometer lang, verbindt San Francisco met Oakland. De brug werd vol tooid in 1937. Op de achtergrond San Francisco.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1966 | | pagina 5