l>ag;boek N.V. „DE LAATSTE BAZAR IN BEURS 2.5.1.3.7. Kuz'TT^ jFï.i r i »ii 9 Leeuwarden ging Amsterdam voor Eerste bliksemafleider werd in 1837 op de Nieuwe Toren geplaatst De Amerikaanse staatsman Benjamin Franklin (17061790), die experimenteerde op het ge bied der electriciteit, ontdekte in 1753, dat men een huis tegen de bliksem kon beveiligen met behulp van een daarboven uit stekende metalen stang, die naar beneden doorliep in de goedge- leidende aardlagen. De veelzijdige Cornelis R. Th. Krayenhoff (1758—1840, tenslotte inspecteur-generaal der fortifi catiën in Nederland) schreef in zijn studietijd „Proef eener Electrische Natuurkunde, ge volgd naar het Fransch van den Abt Jacquet". In datzelfde jaar, 1783, bracht hij zijn na tuurkundige kennis in praktijk door het plaatsen van de eer ste bliksemafleider hier te lan de. Dat geschiedde op de toren van de St. Maartenskerk te Doesburg, waarin door bliksem inslag al enige malen brand was ontstaan. De bestuurderen van enkele andere plaatsen, als Arnhem, 's Gravenhage en Amersfoort, lieten ook een of meer torens beveiligen, maar dit bleven toch uitzonderingen: er moesten zware slagen vallen eer men bereid was, enig geld aan brandpreventie te besteden. 8 maart 1822 sloeg de bliksem in de Martinitoren te Gronin gen (die ook al in 1699 en 1738 getroffen was). Bij het blus- singswerk vielen twee doden en een zwaar gewonde. Reeds in de vergadering van de Leeu warder raad van 1 april d.a.v. deed het lid de geneesheer dr. Julius Vitringa Coulon (1766- 1843) een voorstel om te laten onderzoeken „of't, ter voorko- minge van ongelukken, voor de Stad belangrijk zou zijn, dat op de Nieuwe Tooren of Oudehoof of wel op beiden Afleiders ge plaatst wierden? Zoo ja, of zulks geschikt zou kunnen ge schieden? hoe dezelve dan be hoorden gemaakt te worden? en hoeveel de kosten daarvan zou den beloopen?" Dit voorstel is toen gelegd in handen van de gecommitteerden tot de bouw zaken, die er niet meer op zijn teruggekomen. Een nog ernsti ger waarschuwing zou daartoe noodzakelijk zijn. De ontstelde Leeuwarders lazen in hun „Courant van Dingsdag den 16 Februarij 1836": „Arum (provincie Vriesland), den 13 Februarij. Gisteren omstreeks één uur naderde dit dorp eenc verschrikkelijke onweersbui, welke zich boven hetzelve op eene ontzettende wijze ontlastte. Elk der ingezetenen was met huivering bevangen. De groot ste ontsteltenis had een ieder aangegrepen toen men, voor de tweedemaal den blixem ziende, slechts een enkelen knal des donders vernam. Men duchtte de schromelijkste gevolgen. Overal waardde men rond om te ontdekken, of hier of daar ook eenig ongeluk had plaats gehad. Men verheugde zich reeds, ner gens iets te bespeuren. Dan, om streeks vier uur, ontdekte men brand in het boveneind van den toren. Doch daar dezelve zich reeds zeer verspreid had en de toren wegens deszelfs ongewone bouworde ontoeganke lijk was, zag men weldra, dat de ijverigste pogingen om te blusschen vruchteloos waren. Wat moeite men ook aanwend de om het schoone kerkgebouw nog te behouden, tegen het woe den der vlammen en het zich overal verspreidende vuur, door eenen geduchten Noord-westen wind voortgezweept, was geene menschelijke kracht berekend, ofschoon men hier en daar de brand bemeesterde: omstreeks tien uur werd hetzelve op alle punten aangetast en was in twee uren tijds geheel verwoest." Uit het volgende nummer van de courant, dat van vrijdag, bleek, dat ook elders op die 12e februari kerktorens door de blik sem waren getroffen: Groenlo (afgebrand), Groningen (weer de Martini, geblust), Huissen (geblust), Arnhem (driemaal in geslagen maar door de aan wezigheid van een afleider zonder schade) en Tzum (met levensgevaar geblust). Ook uit het buitenland werden toen to renbranden bericht: „In den achtermiddag van 17 Februarij is te Londen in de torenspits der Spitalfields kerk brand ontstaan, die, vermits de brandspuitslan gen zoo hoog niet konden rei ken, tot aan het kerkdak is af gebrand en onder een gevaarlijk gedruisch met al de klokken van het carillon naar beneden is ge stort. De kerk zelve heeft men gelukkiglijk behouden. Eene zon derlinge daadzaak (het stoïcijn- sche karakter der Engelschen waardig) hierbij was, dat te midden dezer opschudding en van den volksaandrang, een be grafenisstoet de kerk binnentrok en de predikant over het ter i aarde besteld wordende lijk eene rede hield, terwijl boven hunne hoofden de kerktoren j in volle vlam stond." Naar aanleiding van een en an der hield voor het Koninklijk Nederlandsch Instituut (voor ganger van de Kon. Akademie van Wetenschappen) de Utrecht se hoogleraar dr. Gerard Moll (1785-1838) een „vertoog over de bliksemafleiders en het onwe- der", hetwelk in de Kunst- en Letterbode werd afgedrukt en aldus onder een breder publiek bekend gemaakt. De Leeuwar der apotheker Christoffel Kui pers (1765-1837) stelde daarop in de raadsvergadering van 9 mei 1836 voor „om op de Nieu- wetoren alhier een bliksemaf leider te laten maken, zijnde zulks, naar (ZEAchtb. oordeel, thans meer dan ooit noodzake lijk, aangezien vele boomen van de stadswallen als anderzins zijn weggenomen en waardoor, de Stad meer bloot liggende, het gevaar ten dezen voor de toren grooter geworden is". Besloten werd, dit voorstel voorlopig niet in behandeling te nemen, i Intussen had echter ook koning j Willem I kennis genomen van j het „vertoog" van prof. Moll en dit had tot gevolg, dat de minister van Binnenlandse Za ken, „met voorkennis van Zijne Majesteit", op 30 mei een mis sive richtte tot de Gouverneurs der provincies met uitnodiging „om de besturen der plaatsen, welke bij de zaak betrokken zou den kunnen zijn, op te wekken en aan te moedigen tot het daar- stellen der bedoelde voorbehoed middelen". Een dergelijke reso lutie werd afgedrukt in het Pro vinciaal Blad van Vriesland, no. 53, van 7 juni 1836. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden besloten reeds op 11 juni deze missive „in advies" te houden. In het Prov. Blad van 16 sep tember d.a.v. herinnert de gou verneur daartoe aangespoord door een rappel van de minis ter (de koning is geïnteres seerd!) de stads- en grie- tenijbesturen aan de beantwoor ding van zijn „opwekking" van 7 juni. 24 september besluit het Leeuwarder college van b. en w. dan de kwestie toch maar in de raad te brengen. Het lid Kui pers heeft inmiddels zijn voor stel nader uitgewerkt en zelfs een plan en tekening voor de af leider gereed gemaakt. In de raadsvergadering van 4 oktober 1836 wordt besloten „overeen komstig gemeld plan en teeke- ning, een bliksemafleider op de Nieuwe Toren alhier daar te stellen zijnde het eenige ge bouw hier ter Stede, waarvoor men zulks nodig heeft geacht en daartoe de noodige fond sen op de begrooting van 1837 aan te brengen". Nog in 1836 werden alhier de voorzieningen getroffen en an dere steden volgden spoedig (Groningen in oktober 1837). Amsterdam evenwel berichtte op 22 december 1836 dat, zo bliksemafleiders niet overbodig, ze althans niet van strikte nood zakelijkheid waren te achten. De kosten, ca. 3000 voor negen to rens, vond men te hoog en de beveiliging van de kerken dan nog maar gering. Eerst de brand van de Cuneratoren te Rhenen in 1897 gaf de stoot tot het aan brengen van afleiders op dé Wester-, Zuider. en Oudekerks- torens, het stedelijk museum en het archiefgebouw te Amster dam. Intussen waren in Leeu warden zelfs de stadsplaatser al van een dergelijke beveili ging voorzien'. W. DOLK SROTE KERKSTRAAT 7 TELEFOON EEN WAARDIGE VERZORGING VAN BEGRAFENISSEN EN CREMATIES 3 sept. Leeuwarder Zwaluwen spelen de eerste voetbalwedstrijd op sportveldencom plex Nijlan. 5 sept. Begin van de bouw van het wijkcen trum „Het Westen" aan de Corellistraat. 5 sept. Eerste bezoekers in het nieuwe gebouw van de provinciale bibliotheek aan het Oldehoofsterkerkhof. 6 sept. Mr. J. van der Schaaf en de heer H. Pols nemen afscheid als wethouder met een receptie in het stadhuis. 6 sept. Gemeenteraad vergadert voor het eerst in de nieuwe samenstelling. Tot wet houders worden gekozen (met de later vastgestelde portefeuilleverdeling J. Tiekstra (p.v.d.a.): ruimtelijke orde ning; J. ten Brug (p.v.d.a.): onderwijs, cultu rele zaken, volksgezondheid; K. J. de Jong (a.-r.): financiën, bedrij ven, personeelszaken; J. Heetla (c.h.u.): maatschappelijk werk, verdeling woonruimte. 7 sept. Minister Vrolijk opent het nieuwe ge bouw van de Leeuwarder muziekschool (vroeger het gemeentehuis van Leeu- warderadeel). 10 sept. Leeuwarder Industrie- en Huishoud school in de Speelmansstraat bestaat 60 jaar. 12 sept. Frysk Orkest biedt de Leeuwarder mu ziekschool een feestconcert in de Har monie aan, ter gelegenheid van de opening van het nieuwe gebouw. Gou den viooltje uitgereikt aan de heer Jan Masséus, directeur van de muziek school, wiens Concerto voor piano en orkest wordt uitgevoerd met de com ponist als solist. 15 sept. Prins Bernhard brengt een werkbezoek aan de vliegbasis. 15 sept. Firma P. van den Brul opent in de Oude Doelesteeg de expositieruimte „Gale rie Pierre" voor jonge kunstenaars. 16 sept. Tijdens de vijftiende algemene verga dering van het veteranenlegioen Ne derland wordt de heer S. Camping te Leeuwarden benoemd tot erelid. 16 sept. „Vrienden van het Princessehof" stich ten een bouwfonds dat een ton voor de verbouwing hoopt bijeen te brengen. 17 sept. Katy de Vries koopt het 50.000ste toe gangskaartje voor de kinderboerderij. 19 sept. Directeur van het gemeentelijk wo ningbedrijf J. van der Veen recipieert in verband met zijn veertigjarig jubi leum in gemeentedienst, na door b. en w. te zijn ontvangen. 23 sept. Viering van het zestigjarig bestaan van de Christelijke Besturenbond Leeuwar den. 23 sept. Overdracht en ingebruikneming van het door de Leeuwarder firma Bakker en Timmenga gemaakte orgel in de Opstandingskerk. 24 sept. Esperanto-monument van de beeldhou wer Tjeerd Visser uit Duurswoude door burgemeester Harmsma onthuld in het Zamenhofpark. 24 sept. Prinsentuinfeest ten bate van abbé Pierre, met kunstmarkt en het optreden van vele artiesten. Abbé Pierre was zelf aanwezig. 26 sept. Gemeenteraad vergadert voor het eerst op maandagavond. Voorbereidings- crediet van 20.000,voor restauratie van de Oldehove. Er zal een hek om de toren worden geplaatst om voorbij gangers te beschermen tegen vallende stenen. In het kader van de Hervormde kerkbouw- actie „1 - 2 - 3" wordt op 3, 4 en 5 november in de Beurs de bazar-tentoonstelling „BA TEN '66" gehouden. De laatste dag, zater dag 5 november, is er 's avonds om half acht een antiekveiling, voorafgegaan door een „kijkdag", die van 11 tot 5 uur duurt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1966 | | pagina 9