MAKELAABIKAVTOO R IIELLEBA *V ZIE. Het adres sinds 1HOH voor onroerende goederen! Het gesprek onderweg ging over het grote stadion in Houston (Texas) en de overwin ning van de Orioles" van Baltimore („zijn" baseballclub volgens de predikant) op de „Dodgers" van Los Angeles. Het „jachtige" leven Zo komen we vanzelf op het volgende punt, het veronderstelde jachtige leven vam de Amerikaan. Welnu, dit is een fabel. De ge middelde Amerikaan (een nauwelijks ver dedigbare abstractie!) is een normaal mens, die zich heel normaal gedraagt. Thuis is hij een goed huisvader, die graag kleine kar weitjes verzorgt en zich in zijn hobbies uit leeft. Zij is een zorgzame huismoeder. In het verkeer overschrijden beiden de maxi mum snelheden, ondanks de vele bordjes van „Speedlimit radar enforced" en der gelijke, maar op de kruispunten wachten zij rustig hun beurt af. Met voetgangers, in het bijzonder met schoolkinderen, houden zij vol ledig rekening. In San Francisco heeft de voetganger zelfs op alle oversteekplaatsen volkomen voorrang. In al de tijd. waarin we in Amerika waren, hebben we, buiten sport en spel, maar één keer één man één klein eindje hard zien lo pen. De Amerikaan, in elk geval de Amerikaan van middelbare en hogere leeftijd, haast zich niet. Hij laat zich graag bezighouden in mas sale bijeenkomsten dan wel door de radio of de TV. Het inzicht evenwel, dat „sport wedstrijden van professionals niets met de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de bevolking te maken hebben, schijnt gaande weg veld te winnen en het is dan ook niet toevallig, dat „Readers Digest" van deze October uit een artikel van Arthur Gordon in „Woman's Day" onder meer het volgende overnam (vertaald): „Waar vindt U de helft van de mannelijke bevolking van de VS op elke frisse zondag namiddag in oktober of november? Op jacht? Aan het vissen? Vliegerend of model vliegtuigjes oplatend met de kinderen? Zwervend door de roestkleurige velden, zwaar lopend door de vlammende bossen? Of liggend in een donkere kamer de 22 gla diatoren gadeslaand, die elkaar op het TV- scherm achterna jagen? Over het algemeen zijn de zwijgende kijkers solide burgers. Zij bespreken, met oprechte bezorgdheid natio nale problemen zoals oproeren, gebruik van verdovende middelen, misdaad. Maar wat is in werkelijkheid de dringende strijdvraag van onze tijd: het onwettige gedrag van de weinigen of de steeds groeiende traagheid van de massa (velen)?" Er bestaat dit is het derde punt ook geen algemeen streven om zo snel mogelijk rijk te worden. Wél praat de Amerikaan graag over geld en over de hoogte van in komens en de prijzen van artikelen. In het algemeen hoort en leest hij graag getallen: de hoogte van dit, de zwaarte van dat, de hoeveelheden materiaal (beton, ijzer, enz.), die voor een constructie nodig waren, enz. enz. De verbeteringen van de pensioenrege lingen en de toekenning en verhogingen van sociale uitkeringen maken het echter voor de grote massa niet noodzakelijk om naar het verwerven van eigen grote kapitalen te stre ven. Dit zou trouwens maar aan betrekkelijk weinigen gelukken. De Amerikaan weet, dat, wil hij iets extra's hebben, wat dit ook mag zijn, hiervoor extra gewerkt moet worden. Zijn vrouw is veelal bereid dat te doen. Wij maakten met het vol gende voorbeeld daarvan kennis. In het nomadenbestaan, dat wij enige maan- lan9 geleid hebben, wisten wij gewoon lijk 's morgens niet waar wij 's avonds zou den terechtkomen. Dit was ook zo op die dagwaarop we in New Mexico de White Sand Dunes hadden bezocht. We hadden ons wat verlaat in dit merkwaardige ge bied van duinen van gips, wit als sneeuw in de felle zonneschijn. Het verversen van de olie van de auto in de eerstvolgende plaats, Alamogordo, had ook wat lang ge duurd. We dachten verderop in het Lincoln National Forest een staanplaats voor de nacht te zullen vinden. De weg ging echter steeds hoger de bergen in en toen we daar op 3000 meter hoogte bij de kampeergele- genheden kwamen, die op de kaart stonden aangegeven, bleken deze gesloten te zijn. We waren bij herhaling gewaarschuwd, dat het hier niet veilig is om 's nachts alleen langs de weg te staan. De zon ging onder en hierna zou het op deze breedtegraad en in de bergen tussen de bomen zeer snel donker worden. We gingen daarom naar de „ranger", het plaatselijke hoofd van dienst, om raad te vragen. Zijn kantoor was ge sloten. Op ons bellen aan zyn woonhuis werd ons door zijn vrouw opengedaan. Het was toen al bijna donker. Wij zagen er, zo uit de auto, wat verreisd uit. Zij was, naar ons spoedig bleek, alleen thuis. Haar man was op dienstreis. Desondanks nodigde zij ons, vreemdelingen, direct binnen. Toen we onze situatie hadden uitgelegd, bood zij ons aan om op haar erf te gaan staan. We brachten een lange avond bij haar en een vriendin, die zij had genodigd te komen, door. We werden terstond naar onze voornamen gevraagd en hiermee aan gesproken. Had zij ons bij onze achterna men genoemd, dan zou dit, zo legde zij ons later uit, volgens de opvattingen in deze streek, van minder waardering hebben ge tuigd. We vroegen haar, klein tenger vrouwtje hoe zij ons zo direct binnen had durven vragen. Zelf zouden we dit in de gegeven situatie zeker niet hebben gedaan. „Well I will tell you a little secret; I learned judo". Maar als een aanvaller ook judo kende? „I learned the coronersgrip!" Het zou onaar dig van ons zijn geweest om hierop door te gaan, maar ook overbodig. Want er werd aan toegevoegd, dat, als mijn vrouw er niet bij was geweest, de uitnodiging niet ge daan zou zijn. We mochten haar huis zien, een prachtige moderne bungalow. Een zeer ruime woon kamer, een ruime eetkeuken met een groot gasfornuis en een grote koelkast, een bijkeu ken met een grote wasautomaat, twee grote slaapkamers, voor man en vrouw ieder een badkamer met infrarode plafondverwar ming, voor haarzelf een eigen kamer met een electrische naaimachine. Het geheel na tuurlijk centraal verwarmd. In een berging onder meer twee ski-uitrustingen. In de ga rage een fraaie nieuwe auto, voor het huis een tweede auto. En dan hadden zij op het vliegveld van Alamogordo nog „a little air- JJLCl7l€ Dat alles moest natuurlijk betaald worden Hiervoor moest zij 's morgens tussen 5 en 6 uur opstaan om om 8 uur op haar werk te zijn, een administratieve baan op een bankfiliaal in de naburige plaats. Voor en na dat werk moest de huishouding worden verzorgd. Toen wij kwamen was zij aan het stofzuigen. Zij leed aan artritis. Haar handen kon zij niet meer dicht krijgen. Over enkele weken zou ze worden opgenomen in een ziekenhuis Ze nam dagelijks twaalf aspirinetabletten in tegen de pijn. Deze rangersvrouw is een van de miljoe nen werkende vrouwen in Amerika. Onge veer 35 procent van het totale arbeidsleger bestaat uit vrouwen. Ruim een derde van al le vrouwen tussen 18 en 55 jaar werkt bui tenshuis. Het aantal buitenshuis werkende huisvrouwen is sedert 1940 verdubbeld' 42 procent van haar heeft kinderen in de leer plichtige leeftijd. Intussen is de gelijkheid van arbeidsvoor waarden voor man en vrouw ook in Amerika nog niet bereikt, hoewel ver op weg. Als de sideratum zagen we ergens vermeld de vrijheid van de vrouw om aan haar schrijf bureau te roken. Juist uit een oogpunt van gelijkberechtigdheid, als de mannelijke ar beidskracht wel mag roken, maar slecht voor haar gezondheid. Want, oh dat roken van die Amerikaanse vrouwen! Je ziet ze overal, meer dan de mannen, van 's mor gens vroeg tot 's avonds laat, met een siga ret in de mond. Bij het praten komt hij er soms niet eens uit. Een auto is noodzakelijk Evenals onze gastvrouw met haar tweede auto gaan zeer veel vrouwen per auto naar haar werk. Behalve in de stadscentra ziet men weinig voetgangers; de afstanden zijn te groot om te lopen. Fietsen zijn kinder speelgoed. Ongeveer 39 miljoen Amerikanen hebben een rijbewijs; 40 procent van hen zijn vrouwen. We lazen in een krant, dat een zekere Gene vieve Hazzard vice-presidente is van Camp- bell-Ewald, het reclamebureau van Che vrolet. Zij zou zich als volgt hebben uitge laten: „Je behoeft het niet te geloven", zegt Miss Hazzard, slechts voor de helft in scherts, „maar er zijn vrouwen in dit land, die eer der hun man dan hun wagen zouden opge ven. Voor haar, speciaal voor de werkende echtgenoten, is een auto een noodzaak en een man een luxe". De huisvrouw, ook als ze niet buitenshuis werkt, gaat per auto haar inkopen doen in een winkelcentrum. In de grotere winkel centra, die een zeer groot parkeerterrein rondom hebben, is alles te koop, voor een deel in winkels met een, volgens Neder landse opvattingen, zeer heterogeen assorti ment van artikelen. Sommige hebben daar bij nog een snack-bar. Er is ook een bank filiaal met „drive-in-windows"; gezeten in zijn auto kan men bij een venster met een loket zijn bankzaken afdoen. Natuurlijk is er ook een kapper. We zagen een kapperszaak met tien stoelen; men zat met de rug naar Nieuweweg 7-9, Leeuwarden - Telefoon 23117* 18

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1966 | | pagina 18