Jlir. Willem van Haren: L.D^felES veelbewogen leven met een tragisch einde 18 ?740etSt nS3"11 hU ZUtin9 231 h6bben van Leeuwarder dichter en staatsman Helaas! helaas! hoe vlieden onze dagen. Hoe spoedt zich ieder uur met onzen luister heen Hoe llauwe vreugd, hoe bittre plagen. Hoe min vermaak, hoeveel geween. Deze woorden worden door Willem van Haren aan het eind van zijn leven neeraeschre- ven m zijn gedicht „Het menschelijk leven Het zijn de woorden vin een man dfe bitter teleurgesteld is in het leven, dat hem door eigen schuld en door die van anderen open leek te Ifggen j6U9d een schit—de toekomst voor hem Willem van Haren werd de 21e februari 1710 in Leeuwarden geboren. Het geslacht, waaruit hij voortkwam, behoorde tot de eerste en WÊMjirnÊSmÊÊ voornaamste van Friesland. Zijn voorvader Adam van Haren was in 1584 naar deze ge westen gekomen. Het was een der onderteke naars van het verbond der edelen en een van de aanvoerders bij de inneming van Den Briel. Willems broer Onno Zwier zal hem in zijn „Geuzen" bezingen als „hopman Daam". Na de dood van Willem van Oranje, die hij als huismeester diende, kwam hij naar Leeuwarden om deze functie te vervullen bij Willem Lode- wijk. Op het koor van de Grote Kerk vinden we vlakbij de stadhouderlijke grafkelder noq zijn grafzerk. De nakomelingen van Adam van Haren ver vulden, naast de grietmansambten van het Bildt en Weststellingwerf, hoge posten in lan delijke en gewestelijke bestuurscolleges. De voornaamste van hen was wel Willem II, die de bijnaam „de ambassadeur" droeg. Hij ver tegenwoordigde de republiek talloze malen in verschillende landen en in vele bijzondere zen dingen. De koning van Zweden bood hem zelfs de graventitel aan, die hij echter weigerde. De prachtige koperen deuren voor zijn graf kapel in de kerk van St. Annaparochie zijn volgens de legende een geschenk van deze koning. De vader van de dichter Willem is Adam Ernst van Haren (1683—1717), die van boven genoemde Willem de „ambassadeur" de grie tenij het Bildt erft. Met zijn echtgenote Amelia Henrietta Wilhelmina du Tour woont hij 's zo mers op het slot in St. Annaparochie. 's Win ters verblijft hij in Leeuwarden. Nog jong, vierendertig jaar oud, sterft hij, zijn" vrouw achterlatend met de zorg voor drie kinderen: Willem, Onno Zwier en Frouck. De grootvader vertrouwt echter de opvoeding van de jongens niet toe aan de spilzieke, zelfzuchtige Amelia du Tour, die de familie reeds aan de rand van een bankroet gebracht heeft. Hij gaat Willems zaken behartigen, neemt het grietmansambt van het Bildt voor hem waar en zorqt voor zijn opleiding. Willem gaat naar school in Leeuwarden bij Rector Isaac Valckenaar, die hem onder an dere 1 at ij n onderwijst. Veertien jaar oud gaat hij studeren in Franeker, waar hij colleges volgt in de rechten en de geschiedenis. In 1725 verwisselt hij de academie van Franeker voor die van Groningen, maar na drie jaar moet hij hier zijn studie afbreken om, achttien jaar oud, zijn gestorven grootvader als grietman op te volgen. Willem is dan nog veel te jong om zelfstandig te zijn. Dat blijkt wel uit zijn Uw nieuwe fiets of bromfiets staat voor l" klaar! Uitsluitend de beste merken Beste service Enorme keuze U is hartelijk welkom bij N.fV. VOORSTREEK 65-67 Gazelle Honda Solex R.A.P. Puch Typhoon en andere t«i 24596 fabrikaten houding ten opzichte van zijn moeder, die mis bruik maakt van zijn goedheid en zijn liefde voor haar, door hem op allerlei wijze geld af te troggelen, dat gebruikt wordt om aan haar pronkzucht te voldoen. In 1731 sterft Willems moeder aan de pok ken. Ondanks alles hielden moeder en zoon veel van elkaar en het verlies is voor hem dan ook een zware slag. Het zet hem aan het dich ten en in 1732 verschijnt er in Leeuwarden bij Tobias van Dessel dan zijn eerste letterkundig werk: een gedicht ter nagedachtenis aan zijn moeder. Het noodlot achtervolgt Willem in die tijd nog verder. Na het verlies van zijn groot vader en van zijn moeder volgt een nieuwe slag: het slot in St. Anna brandt af en belang rijke familiearchieven en kostbaarheden gaan verloren. Willem moet zich in die dagen erg ongelukkig en eenzaam gevoeld hebben en als hij dan weer in Leeuwarden komt zoekt hij afleiding in een verhouding met de hellebaardiersdoch ter Maria Crullers, bij wie hij twee kinderen krijgt. Deze verhouding is echter op zijn beurt weer het begin van veel ellende en narigheid: de vrouw krijgt hem in haar macht en zal hem voortaan op allerlei wijze dwars zitten en mis bruiken. In 1734 lijkt alles te veranderen. Willem wordt verliefd op Marianne Charles, een Engelse, die als kamenier naar Leeuwarden meegekomen was met prinses Anna. Na tegenwerking van de prins en prinses, die tegen een huwelijk waren, omdat ze het beneden Willems stand achtten trouwt hij in 1737 toch met Marianne en in dat jaar weet hij ook zijn verhouding met Maria Crullers te verbreken. Er breekt een gelukkige tijd aan. Willem bestuurt met ple zier n grietenij en met enthousiasme begint hij aan zijn grote dichtwerk: „Gevallen van riso, koning der prasiaten en Gangariden" een epos van 10.000 regels, handelend over de legendarische held Friso uit Voor-Indië die ten tijde van Alexander de Grote de Vlie stroom binnenvaart en het rijk der Friezen sticht. ezen Naar Den Haag De tijd van geluk duurt echter niet lang Zijn vrouw, elf jaar ouder dan hij, blijkt zwak te zijn, is vaak ziek en kan hem geen kinderen schenken, en een zekere onrust, die hii ook vroeger al kende, komt in hem terug. Hii ver laat Friesland, om zich in Den Haag te vestigen De Staten van Friesland, waarvan hij deel uit maakte, hebben hem afgevaardigd in de Staten Er breekt nu voor Willem een periode aan die voor hem zowel als dichter en staatsman waarschijnlijk de belangrijkste van zijn leven h 'Sr,m dlG Ujd 6611 Van de 9rote mannen van de Oranje-partij, die er in 1747 in slaagt dat alle gewesten onder een stadhouder Wil lem IV, komen te staan. Verder staat hij'voor aan in de strijd tegen de futloosheid en slap heid van zijn tijd. Als de republiek in de Oos tenrijkse-successieoorlog Maria Theresia de J?let. geeft' die toegezegd was, schrijft hij in 1742 zijn gedicht „Leonidas". Er worden in drie dagen tijds 100.000 exemplaren van ver- ?n Sn en h'j ,be,Terkstelligt er mee dat er 20.000 man onder de wapenen komen. De qrote Voltaire wijdt naar aanleiding hiervan een ge dicht aan Willem van Haren, waarin hij hem roemt als de „Démosthêne au Conseil" en de ,r.?„aU Parnasse'- Het is een grote tijd voor Willem, maar niet een van onverdeeld geluk Hoewel hij van Marianne houdt, is zijn huwelijk met haar niet geworden, wat hii er van verwacht heeft. Bovendien blijkt dat Maria Crullers, die inmiddels gehuwd is, hem niet vergeten heeft. Samen met haar man weet zij op alle mogelijke manieren hem geld af te zetten. Zijn kinderen bij haar, Adam en Wimke vertrouwt hij haar niet langer toe en hij moet zich veel moeite getroosten om ze elders te laten opvoeden. Moeilijkheden In deze jaren wordt hij nog Gedeputeerde te velde. Hij maakt van dichtbij de strijd tegen Frankrijk mee. Zo is hij in 1747 in Bergen'op Zoom, wanneer deze stad belegerd en veroverd wordt door de Fransen. In 1748 wordt hij dank zij zijn vriendschapsbanden met Willem IV, kwartierschout en dijkgraaf van Peelland, maar in hetzelfde jaar beginnen zich de moeilijk heden al op te stapelen. Juist heeft Willem zich gevestigd op slot Henkenshage in Oeden- rode, of in de republiek breekt het pachtersop- roer los. In Friesland wordt Paulus Eckringa getroffen, de man die Willem vervangt als ontvanger-generaal. Papieren, registers en kwi tanties worden vernietigd en Willem is aan sprakelijk. Ondanks financiële steun van Wil lem IV moet hij zijn bezittingen in het Bildt te gelde maken en hij raakt in verwikkelingen, dergang VOrmen van ziïn geldelijke on- In 1749 wordt hij benoemd als gezant bij de gouverneur der Zuidelijke Nederlanden, Prins Karei m Brussel. Hij gaat dan in deze stad wonen en dat betekent het begin van een nieuwe reeks moeilijkheden. Hij knoopt name- lijk een verhouding aan met Katharina Louise Natalis en krijgt bij haar drie kinderen, terwijl hij nog steeds aanzienlijke sommen geld naar zijn vroegere maitresse Maria Crullers in Leeu warden moet sturen. Ondertussen woont zijn wettige vrouw, van wie hij toch veel houdt, op Henkenshage. Ze heeft zich hier overge geven aan haar ziekte, waar ze in Den Haag nog weerstand aan bood. Ze wordt verzorgd door Willems natuurlijke dochter Wimke, die met echtgenoot en acht kinderen haar intrek op het slot genomen heeft. Al deze mensen leven op de zak van Willem, die in Brussel nog grof bestolen wordt door zijn huismeester en secretaris. Financiële ondergang Een financiële en morele steun verliest Willem in 1751, als zijn vriend Willem IV overlijdt. In die tijd begint hij te speculeren en het weinige wat hij nog bezit verliest hij door de val van een bankiershuis. In die tijd staat zijn gezan tekoets in Brussel in de lommerd. Moeilijk heden heeft hij met zijn natuurlijke zoon Adam,

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1967 | | pagina 18