Toekomstbeeld vaii Leeuwarden ^Boer'ó „97?ottq ue I' LAATSTE i I K^, Geen voertuig zo oud, geen merk zo zeldzaam of Tevens alle dag-, week- en maandbladen '/TH 12 In toenemende mate wordt het probleem van de stadsontwikkeling beheerst door de eisen van het verkeer. Eisen van nu en eisen van de toekomst vooral het laatste, want het Leeuwarden, dat we nu op papier zetten moet de werkelijkheid van het jaar 2000 of daaromtrent zijn. De moeilijkheid is, dat we wel allerlei prognoses maken omtrent de verkeersontwikkeling in de toekomst en die bij onze plannen incalculeren, maar helemaal niet zo precies weten hoe dit allemaal zal komen. Stadsontwikkeling is een zaak met een eeuwenlange historie en, in de moderne zin, van na het mid den van de vorige eeuw, toen Leeuwarden de grenzen van de oude stad ging overschrijden en begon met de vorming van „bui tenwijken een naam, die we nu overigens eerder aan Harde- garijp dan aan Leeuwarden-Oost zouden willen toekennen. Lang heelt men bij deze uitbreidingen kunnen werken met het over zichtelijke samenstel van overwegingen, die op de elementaire behoeften op het gebied van wonen en werken waren gebaseerd nu is het gemotoriseerde verkeer daarbij gekomen met al zijn dwingende en drukkende eisen. Dat is zeer snel gegaande 70- tot 80-,arigen van nu hebben in hun jeugd de eerste „tuf tuf luide toegejuicht en nu durven ze nauwelijks de straat meer over te steken, wt vrees voor het talrijke nakroost dezer gemotori seerde koetsjes, leder vraagt zich met enige verbijstering af waar IOe,..'noet'l slechts reinigen proberen systematisch wetenschappelijk-analyserend vooruit te denken en de ontwikke lingslijnen aan te geven - lijnen, die in de conceptie van de kaart van een toekomstige stad zeer duidelijk moeten voorkomen. In Leeuwarden is dit ir. J. van Dijk, verkeersdeskundige, die samen met de stedebouwkundige ir. J. A. Kui per uit Rotterdam probeert uit de dokteren hoe een gezond Leeuwar den er in de toekomst zal moeten uitzien. Een moeilijke taak, met KERKSTRAAT TELEFOON EEN WAARDIGE VERZORGING VAN BEGRAFENISSEN EN CREMATIES WORDT ÓÓK LID I allerlei onzekerheden als grond slag, al mogen we wel aannemen, dat groei, en waarschijnlijk een sterke groei, het toekomstbeeld zal beheersen. Maar: in welke mate en in welk tempo zal Leeuwarden groeien? in welke mate en in welk tempo zal Friesland groeien, met als con sequentie een verzwaarde cen trumfunctie van de hoofdstad, die belangrijke verkeersaantrekkende consequenties zal hebben? waar zal in Friesland buiten Leeu warden het hoofdaccent van deze groei komen te liggen en uit wel ke richting (of welke richtingen) moet de stroomverbreding worden verwacht? hoe zal, in het algemeen, de toe komstige ontwikkeling van het verkeer zijn? Moet verwacht wor den, dat het gemotoriseerde weg verkeer nu nog maar pas in de eerste ontwikkelingsfase verkeert of zal, na kortere of langere tijd een evenwichtssituatie ontstaan met het openbaar vervoer? (Nu, speciaal wat de spoorwegen be treft, alleen maar in het defensief vanuit stellingen, die zo n honderd jaar geleden zijn opgeworpen en sindsdien alleen maar zijn afae- brokkeld.) Een plan voor de verder» stads ontwikkeling anno 1967 kan alleen maar aan de eisen voldoen, indien het met alle voorspelbare eisen van de toekomst rekening houdt en dan kunnen we later wel zien wat wèl en wat niet aan de orde moet komen. Dat, gedeeltelijk dwingend voorgeschreven en deels vrijblijvend, program van toekom stige eisen vindt u verdisconteerd in de hierbij gereproduceerde kaart, die uit de samenwerking van ir. Kuiper en ir. Van Dijk met de dienst van Openbare Werken te voorschijn is gekomen. Wat de eigenlijke stadsuitbreiding betreft vindt u nieuwe woonwijken ten oosten van de tegenwoordige be bouwing, ten noorden en ten zui den van de Groningerstraatweg, respectievelijk in de Bullepolder en de Camminghabuursterpolder die dan weer komen aan te sluiten op het grote recreatiegebied van de Grote en de Kleine Wielen. Ook ten zuiden van het Van Ha- rinxmakanaal wordt gerekend op een aanzienlijke uitbreiding van het stedelijke gebied, waardoor delen. Nu nadert het verkeer langs de vier invalswegen en be paalt, in de stad gekomen, de ver dere weg, waarbij uiteraard de ringweg een belangrijke functie vervult. De moderne opvatting is, dat men in de meeste gevallen reeds buiten de stad kan bepalen waar men in de stad naar toe wil. Het uit het zuiden komende ver keer bijvoorbeeld zal dan kunnen kiezen tussen een weg, die ooste lijk de stad passeert, een tweede voert door het huidige oostelijke stadsdeel (gedeeltelijk ringweg), dan krijgen we de verbinding met het wegenvierkant, dat het stads centrum omsluit, met een afsplit sing naar west en tenslotte voert een weg langs de westkant van de stad naar het noorden, wellicht naar de toekomstige drooggelegde Waddenzee. DE BOER'S „MOTIQUE" helpt U aan alle gewenste accessoires gereedschappen nationaal en internationaal Goutum dan zal worden ingeslo ten, zij het met behoud van de zelfstandigheid van dit dorp. Het geprojecteerde woongebied in het noorden (tussen Jelsum en Lek- kum) behoort tot een verder toe komstbeeld en kan slechts worden gerealiseerd indien de vliegbasis te eniger tijd zou verdwijnen. In dustriegebieden („handel en nij verheid") en ruimte voor „bijzon dere bebouwing" completeren dit beeld. Welke, „bijzondere bebou wing dit zal kunnen worden moet later worden bekeken, maar de vraag daarnaar kan in elk stadium van de verdere ontwikkeling ont staan. We hoeven daarbij niet al leen te denken aan een univer siteit. Het beeld van de toekomstige verkeersstructuur tekent zich dui delijk af op de kaart. In beginsel gaat dit deel van het plan ervan uit, dat uit een zo groot mogelijk aantal richtingen invalswegen tot stand kunnen komen, die alle reeds buiten de stad of zo dicht mogelijk bij de rand van de stad de keus moeten bieden tussen doorgaand verkeer of het berei ken van de verschillende stads- Dit laatste voorbeeld toont al heel duidelijk, dat met een mogelijke ontwikkeling in andere delen van Friesland is rekening gehouden. Deze overwegingen liggen ook ten grondslag aan de nog niet door getrokken verbindingen, die op de kaart zijn aangegeven. Daar houdt de gemeente dus alle mogelijkhe den open; trajecten door gebieden, die in de toekomst aan belangrijk heid zullen winnen of eenvoudige verbindingen met bestaande of toekomstige verkeerswegen. En kele op de kaart aangegeven wegen wijzen niet in de richting van „het onbestemde": ten zuiden van de toekomstige stad zien we oostelijk de nieuwe weg naar Drachten, naar het noordoosten loopt een weg naar Dokkum en ten noorden van de Groninger straatweg is de nieuwe rijksweg Groningen-Harlingen aangegeven. Het leek ons nuttig u op deze ma nier alvast de weg te leren ken nen in het Leeuwarden van de toekomst, zoals dit ook met de raad is gebeurd in de bijzondere vergadering op 17 februari, waar ir. Kuiper en ir. Van Dijk een toe lichting gaven op deze plannen. Blijf bij de tijd kom er vaak! BLEEKLAAN 145 - Leeuwarden - telef. 23573 .✓VWW

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1967 | | pagina 12