Schrijf maar gewoon Herenmodes Roosenstein MAYSER MOORES STETSON Wie een brief van de overheid (en dus ook van het gemeentebestuur) ontvangt, kan moge lijk worden getroffen door het ontbreken van de gebruikelijke aanhef en afsluiting. Geen „Geachte Heer!Mevrouw/Mejuffrouw" er bo ven, geen „Hoogachtend" er onder. Men kan zich afvragen of dit een opzettelijke weglating is, toegepast in gevallen, waarbij het gemeente bestuur op deze negatieve manier uiting wil geven aan zijn gebrek aan achting voor de geadresseerde. Vergelijkingsmateriaal ontbreekt immers. Zou men daarover wel beschikken, dan kon men weten, dat dit de gebruikelijke vorm van de ambtelijke correspondentie is. De ach ting van de aanhef en de hoogachting van het slot zijn vervallen verklaard, onverschillig tot wie de brief is gericht: hoog of laag. Dan gebruikt de overheid geen titulatuur meer. Heel de ballast van „hoogedelgestreng" tot en met „weledel" is overboord gezet. Bij een man nelijke geadresseerde is het „de heer", bij een vrouwelijke „mevrouw" of mejuffrouwmet daarbij de naam. „De heer" wordt tegenwoor dig zelis vaak weggelaten, indien niet de naam, maar de functie volgt. Dus niet „aan de heer Commissaris der Koningin", maar gewoon „aan de commissaris der koningin". Er is veel te zegegen voor deze vereenvoudi ging. De ouderwetse titulatuur is een museum stuk geworden. Woordenboek of zakagenda moet uitkomst bieden om ieder het zijne te geven en dan blijft het toch nog altijd een schijnvertoning. Dat de overheid het initiatief heeft genomen om hierin verandering te bren gen, mag verheugend worden genoemd. Maar volgt men dit goede voorbeeld ook in de tot de overheid gerichte correspondentie? Niet of nauwelijks. De burgemeester en de wethou ders zijn nog even „edelachtbaar" als vroeqer en velen putten zich in hun brieven nog altijd uit in formele plichtplegingen. Men heeft voortdurend „de eer" en, bij wijze van afwis seling, „de eer en het genoegen". Daar is niets op tegen, behalve, dat dergelijke schrifturen soms een koddige indruk maken Er is ook niets vóór. Wat de overheid zelf niet geeft, dat kan zij ook niet van anderen eisen. Wie zich tot het gemeentebestuur wil richten die hoeft niet meer te adresseren: e Edelachtbare Heren Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden". Genoeg is, wan neer men schrijft: „Aan Burgemeester en Wet houders van LeeuwardenEn gaat het om één persoon, dan mag het gerust zijn: „Aan de Burgemeester van Leeuwarden" of Aan de wethouder van (bijvoorbeeld) onderwijs". Wilt u Hoogachtendonder de brief zetten, dan is dat best. Laat u het na, dan is dat ook best. tn het is helemaal niet meer nodig iets met verschuldigde eerbied te kennen te geven De overheid heeft zelf het goede voorbeeld gegeven. Het schrijven van een brief aan de overheid vereist geen enkele kennis van bij zondere plichtplegingen meer. U hoeft niet, zo als vroeger, de schoolmeester om raad te vra- gen. U kunt het zelf en dat is winst voor de openheid van de verhouding tussen bestuur en hel dal?aarehv°nn tnZ/Z geplaa'st- om de aigeloze voorbijgangers te behoeden voor heelt dnnaenT.on inder,8tenen- De oude toren, die van 1529 tot 1532 is gebouwd, heeft dringend een grondige restauratie nodig. Het wachten is op het aeldde solide uitvoering van het hek getuig, in dit verband we, van enig pesJlmïsL9 eni'aZndHeXd?iluT«°S''' Tde Gr°te "oogstraat is eigendom van de ver- die de resZoZt hl ,fY/ Zu T heelt 'Q'en restaureren. Architect A. Baart jr., restauratie heeft uitgevoerd, heeft hier nu zijn woon- en werkruimte. Beijerstraat 5, Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1967 | | pagina 10