L.D^fffelES
in onze ambtenaren duur
Een bespiegeling over de gemeentebegroting
Dat zijn forse bedragen, maar we moeten ze
natuurlijk plaatsen in het totaal van de over
heidsuitgaven, zoals we deze in de gemeente-
Overheidsbemoeiing" is tegenwoordig een zwaar belast woord. Het roept gedachten
'óp aan bemoeizuchtige, bedillerige ambtenaren, in wier breinen de kennis van wetten
en verordeningen het gezonde verstand heeft verdrongen. Ambtenaren, die we «genlij
alleen maar tot ons eigen ongerief in het leven houden, door hen te betalen uit de be
lastinggelden, die we aan de barse fiscus hebben afgedragen. Daar komt nog de tra
ditionele „ambtelijke traagheid" bij. Over dit onderwerp bestaan veel schrille verhalen
en ook veel mopjes. Weet u, hoe een ambtenaar knipoogt? Hij doet dit door zijn ene
oog even te openen
We zouden eigenlijk eens wetenschappelijk
moeten vaststellen hoe het nu precies staat met
de ijver en het arbeidstempo in een stadhuis,
in vergelijking met andere bedrijven: winkels,
kantoren, werkplaatsen, fabrieken. Het zou een
moeilijk onderzoek worden, vrezen wij. Moeten
we het criterium hanteren van het bezig zijn.
Dan komen de ambtenaren er nog niet zo
slecht af, dachten wij, op grond van onze eigen
waarnemingen. Onze verdere ervaringen zijn
beperkt: kantoren, werkplaatsen en fabrieken
zien we hoogst zelden van binnen. Het winkel
bedrijf ligt meer binnen ons gezichtsveld en
daar zien wij dikwijls allerlei dames en heren
in bevallige houdingen op de klanten staan
wachten. Maar moeten we, op grond van een
dergelijke onmiskenbare „leegloop nu ophou
den over „onze nijvere middenstand te spre
ken? Dan zouden we ook in de rekening moe
ten betrekken welke beslommeringen verbon
den zijn aan allerlei bij-werkzaamheden: be
voorrading, administratie, boekhouding enzo
voort. Misschien is het daarom beter maar wat
op te passen met een misprijzend oordeel over
de arbeid van anderen, hoe stil en ongezellig
het ook aan de stamtafel mag worden door het
ontbreken van deze populaire gesprekstof.
Maar als we „de ambtenarij" nu toch eens af
schaften? Het is een middel om tot enige ver
laging van de belastingdruk te komen en dat
zou ons allemaal goed schikken. Het effect van
deze maatregel kunnen we nagaan in de ge
meentebegroting, althans wanneer we ons be
perken tot het gemeentebestuur. Dat lijkt ons
een goed begin, later kunnen we dan wel ver
der zien met provincie en rijk.
Nu strekt het begrip „ambtenaar" veel verder
dan de betekenis, die men er in het gewone
spraakgebruik aan toekent. Ieder in vaste ge
meentedienst mag zich zo noemen, dus ook de
straatveger van de Reinigings- en Ontsmet-
tingsdienst en de gasfitter van Energiebedrij
ven. Zelfs de meest verwoede tegenstander van
overheidsbemoeiingen zal clementie willen be-
trachten met deze werkers en wij kunnen ons
ook niet voorstellen, dat men het administra
tieve personeel van dergelijke gemeentebedrij
ven aan de kant wil zetten, evenmin als men
dit van een particulier bedrijf begeert.
We moeten ons derhalve beperken tot het „al
gemeen beheer", in de wandeling „het stad
huis", en nagaan, wat we daar kunnen winnen.
De kosten vinden we in hoofdstuk II van de
gemeentebegroting j een bonte verzameling
posten, beginnend met de jaarwedde en ambts
toelage van de burgemeester en eindigend met
porti- en telefoonkosten. Dat alles kost met
elkaar, volgens de begroting 1967, 3.000.940,
ruim drie miljoen dus. Gaan we daar een streep
door halen (met afschaffing van de burge
meester, de wethouders en ook de raad en met
een verdere totale verwaarlozing van het stad
huis als gebouw), dan komen we dus echt wel
wat voordeliger uit. Het is evenwel ook denk
baar (en zelfs zeer waarschijnlijk) dat u bur
gemeester Brandsma hier wilt houden en ook
de wethouders en de raad niet zandt willen
missen. Dan moeten we ons beperken tot post
22: „Jaarwedden van de ambtenaren en be
dienden der gemeentesecretarie, de conciërge
en de boden en van het kantoor van de ge
meenteontvanger". We sparen op deze manier
1.546.610,— uit.
begroting vinden. Het totaal daarvan is
f 60.486.200,ruim zestig en een half miljoen
dus Zo ziet u: we worden er als belastingbe
talers eigenlijk niet veel beter van, wanneer
we „het stadhuis" afschaffen. Doen we dat in
de meest radicale vorm dan scheelt het zo n
5 #/o in de uitgaven en beperken we ons tot de
ambtenaren, dan ligt het in de buurt van 2,5o.
Nu heeft een dergelijke redenering natuurlijk
niets met werkelijke mogelijkheden en wensen
te maken. Het ging er ons alleen om aan te
tonen, dat de hoogte van de overheidsuitgaven
maar voor een heel klein deel wordt bepaald
door het eigenlijke bestuur. Het overgrote deel
gaat heen aan een complex van voorzieningen,
waarvan vele door geldgebrek nog beneden de
maat blijven. Een opsomming van de totalen
van de belangrijkste begrotingshoofdstukken,
met de daarmee gemoeide kosten, mag dit
illustreren:
openbare veiligheid (politie,
brandweer, verkeersvoorzienin-
gen, straatverlichting
volksgezondheid
volkshuisvesting
openbare werken
onderwijs
kunsten, wetenschappen
(o.a. musea)
sociale zorg en maatschappelijk
werk
economische aangelegenheden
(o.a. V.V.V., volkscrediet, stads
dienst)
Aan straten, pleinen, wegen en voetpaden
qeven we veel meer uit dan aan stadhuis
ambtenaren, namelijk 2.286.275,Onder
houd van lantaarns en verdere kosten van
verlichting vragen dit jaar 672.350,—. De
verkeersvoorzieningen vragen 99.850,Het
openbaar lager onderwijs komt in 1967 op
f3.210.450,—. Met de sociale bijstand is
ƒ4.660.565,— gemoeid. In het tekort van de
stadsbusdienst moet 216.565,worden bij
gepast.
Dit is een willekeurige greep uit de bijna 800
uitgavenposten, die u in de gemeentebegroting
kunt vinden. Er zijn grotere en kleinere, be
langrijkere en onbelangrijkere. Maar ze geven
een indruk van de veelheid van gemeentelijke
bemoeiingen en de prijzen, die wij daarvoor
moeten betalen. Wij, met elkaar, want het is
een waangedachte te menen, dat de burge
meester een kist met rijksdaalders op zijn ka
mer heeft staan, waaruit hij naar behoefte kan
putten. Zien we de taak van „het stadhuis",
dan komt vooral naar voren de zorg om het
voorzieningspeil zo goed mogelijk aan te pas
sen aan de financiële mogelijkheden. Dat is
vaak een ondankbaar werk, want buiten het
stadhuis weet iedereen het beter en ieder ziet
vooral de tekortkomingen. Duizend brandende
straatlantaarns trekken nu eenmaal minder de
aandacht, dan één die niet brandt
4.164.840,—
1.991.000,—
5.715.320,—
6.425.690,—
19.326.950,—
2.263.470,—
10.205.165,—
1.515.225,-
Uw nieuwe fiets of bromfiets
sfaat voor II klaar!
Uitsluitend de beste merken
Beste service
Enorme keuze
U is hartelijk welkom bij
N.^V.
VOORSTREEK 65-67 - Tel 24596
Gazelle
Honda
Solex
R.A.P.
Puch
Typhoon
en andere
fabrikaten
Huize Madjoe aan de Dokkumertrekweg is door de aanleg van de noordelijke ringweg
aanzienlijk meer in de belangstelling geraakt dan vroeger het geval was Het staat
vlak bij de brug over de Dokkumer Ee, waarvan men rechts op de toto een stoplicht
ziet. Het huis is gebouwd in 1917 door de heer J. Meijers, die planter was geweest lm
Nederlands Oost-Indië en in Leeuwarden directeur werd van de firma Bokma de boer,
eveneens aan de Dokkumertrekweg. De maleise naam betekent „Vooruit Nu woont
hier de tegenwoordige directeur van dit bedrijf, de heer L. Bottema.