13 Het is logisch dat een ver-gespeciali seerde industrie als de optische eigen bedrijfsscholen heeft. Zo ook De Oude Delft. Niet alleen worden in het be drijf de lenzenslijpers opgeleid maar ook de mensen die van de L.T.S. af komen met het diploma fijnbankwer- ken in hun zak moeten nog enige scho ling hebben eer hun het nauwkeurige werk, dat de fabriek aflevert, toever trouwd wordt. De stichting Bemetel staat borg voor de resultaten van de door haar gevormde specialisten op het gebied der metaalverspaning en bewerking. Als een jongen van de L.T.S. afkomt moet hij nog twee jaar Bemetel doen op de in het fabrieks complex aanwezige school. Gedurende twee jaar wordt hier verder gegaan in de toegepaste techniek. De praktische uren worden in het bedrijf gemaakt en de theoretische een dag per week vrijdag) op de school. Het theoretisch onderricht houdt de vakken vaktekenen, technisch schetsen, mechanische techno logie (dure woordcombinatie voor ma terialen- en gereedschapsleer) in. Tot nogtoe is er geen zittenblijver geweest, wat een compliment voor de leraar be tekent. Al met al is de bedrijfsschool een nuttige zaak die het basisonderwijs van de L.T.S. aanvult en de leerlingen tot bekwame medewerkers maakt in het bedrijfsleven, bijvoorbeeld bij De Oude Delft. ceerd. Laten we eens zien hoe een röntgenca- mera tot stand komt. Het gegoten huis komt van de gieterij in Delft, alsmede andere ge goten onderdelen. Bij de mechanische afde ling worden er gaten in geboord, schroef draad getapt, geruimd en gecontroleerd. Ook sleuven gefreesd en vlakken geschaafd. On dertussen worden spiegels bij de optiekslijpe rij vastgekit op een slijpmal en geslepen. Met sferische mallen wordt het verschil met de aangegeven waarde gemeten totdat men binnen de tolerante waarden komt. Hierna is het produkt gereed om gepolijst te wor den. Het zal duidelijk zijn dat de grondstof glas van zeer homogene samenstelling moet zijn. Het aanbrengen van een spiegellaag van alu minium geschiedt in een vacuümkamer. Echt vacuüm is die niet, maar toch kan een hoge graad van luchtledigheid worden bereikt. De aluminium wordt opgedampt. Elektroden zorgen voor een uiterst fijne ver deling van de ingebrachte aluminium en te vens voor het aanbrengen daarvan op de te aluminiseren spiegels. Dit was in het kort de werkmethode in de optische afdeling. Om het beeld te vervolmaken kunnen we nu bij elke fase van bewerking wat langer stilstaan zonder dat de duidelijkheid er onder hoeft te lijden. Dus: uit de magazijnen komt het ruwe glas. Dit gaat eerst naar de slijperij, waar het op een tussen de tolerante waarden gelegen maat wordt geslepen. Hiertoe kit men de ruwe spiegels door middel van een soort pek vast op een mal, die een dusdanige vorm heeft dat het slijpen zo eenvoudig mogelijk is. Spiegels van een vorm die te vergelijken is met die van het glas van een koplamp van een fiets, een zogenaamde meniscus, worden dus op een bolle mal gekit, die de zelfde bolling heeft als de te bewerken spie gels (of lenzen) moet krijgen. Vlakke spiegels worden uiteraard op een vlakke slijpmal ge legd. Het zou niet erg rendabel zijn elke lens of spiegel afzonderlijk te slijpen. Daar om zijn de mallen wel zo groot, dat er min stens een tiental spiegels tegelijk wordt bewerkt. Omdat het te slijpen oppervlak zo moeilijk kan worden gemeten, zijn er op en- He/ slijpen van lenzen bij de optische industrie „De Oude Delft". kele plaatsen uitsparingen gelaten waar men de dikte van het werkstuk kan controleren. Bij een vlakke plaat, waarop dus vlakke spiegels gekit zitten, zijn dat er vier, in het midden van de omtrekszijden van de mal. Door die uitsparingen is het mogelijk de dik te van het werkstuk met een micrometer vast te stellen. Bolle vlakken worden anders gemeten op juistheid van maat. Op zo'n vlak legt men een meetmal met zeer nauwkeuri ge maten. Nu is een eigenschap van glas de lichtbreking. Legt men twee (of meer, maar dat is hier niet aan de orde) platen op el kaar die ongeveer hetzelfde vlak gemeen hebben, dan breekt het licht op de raakpun ten dusdanig, dat we er grillig gevormde lijnen in zien. Hoe nauwkeuriger de te me ten plaat is geslepen, hoe ronder de lijnen (zgn. sferen) worden en hoe geringer in aan tal. Proefondervindelijk werd vastgesteld, dat de sferen één mikron (dat is éénduizend - ste millimeter) verschil aanduiden. Als men dus twee sferen ziet, dan verschilt de be werkte plaat tweeduizendste millimeter van de mal. Over het algemeen is zo'n klein verschil van twee mikron niet hinderlijk. Slechts uiterst nauwkeurig werk eist een ge ringere tolerantie. Het is logisch, dat één vuiltje op de meetmal al een verschil van vijf mikron kan veroorzaken. Dat vuiltje is dan nog niet te zien met het blote oog. Het is dus zaak elke ruimte waar wordt gemeten stofvrij te houden. De aparte stofvrije ruim te, waar ook de opdampinrichting is gesi tueerd, is niet toegankelijk voor personeel uit de werkplaatsen, daar hun kleding altijd vrij stoffig is. De optische industrie „De Oude Delft" wordt dus gekenmerkt door de eis van een nauw keurigheid van werken, die het normale be gripsvermogen te boven gaat. Dit feit tekent de sfeer in het bedrijf en het tekent ook de mensen die er werken. Lang niet iedereen is daarvoor geschikt, maar wie voor deze ui terste precisie de aanleg heeft, die heeft er ook gevoel voor opgenomen te zijn in een uniek bedrijf niet alleen in ons land, maar ook internationaal. Daarom vooral is de ver rijking van het industriële patroon, die Leeu warden heeft gekregen met de vestiging van dit Delftse bedrijf van zo groot belang. AD VAN DONGEN.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1967 | | pagina 13