Opknapbeurt
is dringend nodig
voor de
Oldehove
Maar de toren staat niet
op instorten
Nog uitzicht op een
uitzichttoren
Verschillende lezers, ook van buiten Leeuwarden, hebben hun be
zorgdheid uitgesproken over de toekomst van onze Oldehove, die
dringend aan restauratie toe is, zoals men weet. Zo ontvingen wij
een brief van mevrouw U. C. Wilkens-Stokker te Utrecht, die zeer
begaan is met het lot van deze toren. „Onze Oldehove, die iedere
Fries van nabij of van afbeelding en souvenir bekend is, die eeuwen
lang haar prachtige, sonore klanken over het Friese land deed
horen op hoogtijdagen. Het is geen kunstig bouwwerk, maar zijn
stoerheid past zo bij de Friese bodem en bij de geaardheid van dit
volk. Is het geen zaak voor de Friese hoofdstad, dat dit oude stuk
historie bewaard blijft? Als er nu eens een beroep werd gedaan op
de burgerij van Leeuwarden om elke maand een bedrag af te staan
voor de nu nog mogelijke restauratie van dit monument? Zouden
degenen, wie de Friese historie en cultuur na aan het hart liggen
niet een comité kunnen samenstellen om tot zoiets te komen?''
Tot zover enkele fragmenten uit de brief
van deze Utrechtse lezeres, waaruit een ern
stige verontrusting spreekt. Nu kunnen we
haar en een groot aantal anderen wel in be
perkte zin geruststellen. Inderdaad verkeert
de Oldehove in een slechte conditie en is res
tauratie dus dringend gewenst, maar men
moet niet denken, dat de toren aan ernstige
bouwvalligheid lijdt. Wat het voorgeslacht in
het begin van de zestiende eeuw ook van
deze toren heeft gemaakt, bij alle onvolko
menheden mogen we wel constateren, dat
deze massieve steenklomp hecht genoeg is
om nog voor onbepaalde tijd overeind te blij
ven staan. Raken er af en toe wat stenen aan
de buitenkant los, dan mag het tot troost
strekken, dat er genoeg materialen overblij
ven om het bouwwerk overeind te houden.
Maar een schrale troost is dit voor hem of
haar, die, argeloos langs de toren lopend,
zo'n fragment metselwerk op het hoofd
krijgt. Zelfs wanneer dit een simpel stukje
steen zou zijn, dan nog komt het hard aan,
wanneer het van maximaal veertig meter
hoogte naar beneden komt. Er staat een hek
om de Oldehove, om de voorbijgangers weg
te houden van de voet van de toren, waar
misschien gevaar kan dreigen.
Is de restauratie van de Oldehove dan niet
een dringende zaak? Dat is het zeker, want
het verweringsproces, dat zich aan de bui
tenkant manifesteert, gaat natuurlijk door en
elk uitstel brengt mee, dat de gebreken in
aantal en omvang toenemen. Het is daarmee
als met een gebit: wordt tandbederf tijdig
verholpen, dan kan het niet voortwoekeren.
Zo'n toren is constant aan weer en wind
blootgesteld; in de winter wordt het metsel
werk belaagd door de vorst en in de zomer
door de brandende zon. Men kan het ons
oude, stoere stadssymbool niet kwalijk ne
men, dat het daardoor een wat ongave huid
heeft gekregen.
Het gaat dus eigenlijk alleen maar om de
„make-up", denkt u thans, min of meer ge
rustgesteld. Ja, maar vergist u zich niet in
de omvang (en als gevolg daarvan in de kos
ten) van deze schoonheidsbehandeling. We
Maandblad, onder auspiciën van de
stichting „Leeuwarder Gemeenschap
16e jaargang no. 10 oktober 1967
Redactiecommissie:
Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling
H. Kingmans
Pastoor H. W. Dijkman O.P.
J. T. Vellenga
Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203
Adres administratie:
Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047
Redactie:
Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141
Abonnementsprijs 3,00 per jaar
Gironummer 809910 ten name
N.V. Erven Koumans Smeding,
Leeuwarden
vervolg op pagina 5
De recente noden van de Oldehove
hebben ons inmiddels bijkans doen ver
geten, dat we nog wel de toren hebben
maar niet meer deuitzicht-
toren. En dat is toch wel een ern
stige verarming van wat Leeuwarden
aan attracties heeft te bieden aan stad
genoot en vreemdeling. De beklimming
van de Oldehove was een alleraar
digst vertikaal uitstapje, waar telken-
jare enige duizenden veel plezier aan
beleefden. In 1951 en 1952 overschreed
het jaarlijkse aantal torenbeklimmers
de tienduizend, waarbij aangetekend
moet worden, dat men toen niet echt
hoefde te klimmen, omdat de lift nog
functioneerde. Op 16 september 1916,
midden in de eerste wereldoorlog dus,
werd deze lift in gebruik genomen en
in het begin van de zomer van 1953
raakte hij buiten werking, wegens on
herstelbare defecten. Er is toen nog
wel gedacht aan de installatie van een
nieuwe lift, maar de hoge kosten heb
ben de verwezenlijking van deze plan
nen belet. In 1964 werden deze kosten
geraamd op 90.000, waarbij dan nog
van de oude liftschacht gebruik moest
worden gemaakt. Voor een „kwartjes
negotie" als de exploitatie van de Ol
dehove was, moest deze financiële last
wel te zwaar worden geacht.
Toch bleef de Oldehove in gebruik als
uitzichttoren, maar nu uitsluitend voor
hen, die de moed konden opbrengen
veertig meter trappen te klimmen. Dat
heeft geduurd tot 1965, toen het echt
paar Visser zijn woning aan de Bo
terhoek, aan de voet van de Oldeho
ve, verliet en de plaats van de toren
wachter vacant kwam. Het bleek niet
mogelijk te zijn een opvolger te vin
den en zo ging de deur van de Olde
hove dicht. Voor altijd? We gelo
ven, dat het gemeentebestuur er in de
toekomst (en dan speciaal na de res
tauratie) alles aan zal doen om de Ol
dehove in zijn functie van uitzichttoren
te herstellen, al was het alleen maar,
omdat het mooie platte dak daarbij
zulke goede diensten kan bewijzen. Dat
is dan een voordeel van het onafge-
bouwd zijn Of de uit 1914 stam
mende N.V. Oldehove, tot exploitatie
van de toren als uitzichttoren, £eze pe
riode van onwerkzaamheid zal overle
ven valt echter te betwijfelen.