Houtzaagmolens op Schenkenschans
15
Schenkenschans behoorde tot aan het jaar 1961 tot het grondgebied
van de gemeente Menaldumadeel, daarna werd het op vreedzame
wijze geannexeerd door de gemeente Leeuwarden. In de vorige eeuw
waren hier nogal wat takken van nijverheid, die zich economisch
hooidzakelijk op Leeuwarden oriënteerden. In latere jaren vestigden
de kantoren van deze ondernemingen zich ook meestal in de stad
Leeuwarden. Dit stukje industrieterrein was zeer gunstig gelegen,
namelijk op de splitsing van de belangrijke vaarwegen Ilarlinger-
trekvaart en Sneekertrekvaart en dat in een tijd dat zeilschepen en
vaarwegen belangrijker waren dan het toen onbetekenende verkeer
langs de weg.
In de vorige eeuw waren er in en bij Leeuwar
den vier houtzaagmolens, namelijk die van
Sietze Gerrits de Boer (later de fa. S. van
Hulst) op 't Vliet, de molen op het Oldegalileen
van IJ. D. Visser (later van Jan T. van der
Wind) plus de beide molens op Schenken
schans (toen gemeente Menaldumadeel). Alle
vier molens bestonden al in het jaar 1815, ze
zijn dus in de jaren daarvoor gebouwd.
„De Eendracht"
Wanneer molen „De Eendracht" precies is ge
bouwd, is niet bekend. We komen hem voor
het eerst tegen in een advertentie in de Leeu
warder Courant van 4 oktober 1788. Dan
wordt n.l. te koop aangeboden:
„Eene Schoone hegte Stander-Hout Moolen de
Poltrok genaamt, met Huizinge en Hovinge,
bij de Koopman en mede eigenaar Tabe Eeltjes
bewoond op Schinke Schans onder Deinum en
bij de Erven Gerryt Lolkes en Broeders in
Comp. gedreven."
Dit was dus nog het oude en oorspronkelijke
type molen, in 't algemeen stander-molens ge
noemd en voor de houtzaagmolens de speciale
benaming poltrok. De molen stond aan de
Harlingertrekvaart.
Voor 4000 Caroliguldens werd eigenaar een
zekere Theodorus van Wigcheren „houtcooper"
onder Leeuwarden.
In het jaar 1803 werd de molen opnieuw ver
kocht maar dan onder de naam „De Eendracht
Eigenaren werden toen Dirk E. S. van Driesum
en Taeke Sybrens met hun diverse echtge
notes van wie die van Taeke Sybrens onder
de toepasselijke naam Anna J. van der Wind,
een naam die hij zelf als „van' zou aannemen.
Bijna honderd jaar zouden deze beide families
en hun generaties „De Eendracht'' gezamenlijk
exploiteren met een Van der Wind als hout
zaagmolenaar.
De koopsom bedroeg 8000 Caroliguldens; dit
zal dus een betrekkelijk nieuwe of vernieuwde
molen geweest zijn. De conditie was:
„te betalen met Zilveren Klinkende munten en
niet met Lands Obligatieën of andere Effec
ten
Strijkgeld was toen ook al in gebruik want
bovendien moest worden betaald: daaren
boven 414 Caroliguldens en 16 stuivers wegens
verdiende en verlegde Strijk en Verhooggeld
Verder was er dan nog een taxatierapport van
de inventaris opgemaakt door: Sjerp Pieters mr.
Molenmaker op Oude Galileën onder Leeu
warden, Sikke Tjoppes (of Poppes) mr. tim
merman, Wouter Hedzers mr. molenmaker
onder Huizum en Michiel Goitses, mr. grofsmid
onder Marssum.
Onder een uitvoerige specificatie wordt als
totaalbedrag vermeld 947 Caroliguldens en 7
stuivers.
Brand
Op 18 mei 1878 's avonds om 9 uur ging „De
Eendracht" geheel in vlammen op en mede
door de hevige wind gingen ook de houtschuur
en de aanwezige houtvoorraden verloren. Aan
blussen viel niet te denken, trouwens op het
bedrijf ontbraken brandblusmiddelen en de
brandweer van Leeuwarden zag alleen kans
de belendende percelen te behouden. Als ver
moedelijke oorzaak werd aangenomen dat bij
een onweer 's middags de bliksem in de kap
was geslagen en het vuur daarin was blijven
smeulen.
In 1878 waren eigenaren de gebroeders Van
Driesum en de houtzaagmolenaar Taeke Jans
van de Wint.
Na enige jaren werd de molen op dezelfde
plaats herbouwd. Dat was aan de Harlinger
trekvaart op ongeveer 200 meter afstand van
de ingang van de Sneekertrekvaart. In 1883
werd de nieuwe molen in gebruik genomen.
In 1892 verkochten de gebroeders Andries en
Simon van Driesum hun tweederde aandeel in
het bezit aan Taede Jans van de Windt, die
daarmee de alleeneigenaar werd. Volledig
heidshalve, zij nog vermeld dat de Van Dne-
sums hun houthandel hadden gevestigd in het
pand Camstraburen 81, waar nu -nog een ma
chinefabriek is gevestigd onder dezelfde naam
„De Eendracht".
Afbraak in 1919
De laatste verkoop van „De Eendracht vond
plaats op 30 mei 1919. Eigenaar werd toen de
naastgelegen N.V. Leeuwarder Houthandel v/h
T. w" Overmeer. De nieuwe eigenaar ging het
er nu niet zozeer om een konkurrent uit te
kopen wind-houtzaagmolens hadden toch al
geen toekomst meer maar de N.V. Overmeer
kreeg behoefte aan uitbreiding van haar eigen
bedrijf.
De laatste eigenaar Taeke Taedes van de Wint
ontving voor de toen nog betrekkelijk nieuwe
en hechte molen de som van 23.526,80.
De afbraak, die vrij kort daarna volgde, heelt
overigens nog goed geld opgebracht vanwege
het mooie en lange (de molen had een grote
vlucht) Amerikaans grenen hout.
Met de houtzaagmolens werd ook weer een
van de vele houtzaagmolenaars die zich Van
der Windt, Van der Wind of Van de Wint
hebben genoemd, rustend burger. Dit geslacht
moet voer voor geneologen zijn; op veel plaat
sen in Friesland hebben ze hun bedrijf uitge
oefend.
„De Hersteller"
Ook van de molen „De Hersteller is niet be
kend in welk jaar hij werd opgericht. We
komen hem voor het eerst tegen in het jaar
1819 met als eigenaar Jacob Salverda. „De
Hersteller" stond aan de Sneekertrekvaart.
In 1857 werd voor de som van 10.000,—
eiqenaar Jacob Keyzer, ambtenaar op Java m
het toenmalige Nederl. Oost Indië en met ver
lof in Nederland. Wat deze verlofganger heeft
bezield om houtzaagmolenaar te worden zal
altijd wel een raadsel blijven. Het verlof
duurde lang, want ongeveer een jaar of tien
bleef hij op Schenkenschans.
De molen werd in dat jaar beschreven als „een
grote en forse molen, breed ruim 7 meter, hoog
23 meter en een vlugt van 19.4 m, met daarbij
een ruime houtkolk, houtloods en 3 „knechts-
woningen". De molen werd gekocht van niet
minder dan vijf eigenaren: 3 timmerbazen en
2 kooplieden. Het zullen wel strijkgeldschrij-
vers zijn geweest, die bij een eerdere verkoop
aan de molen waren „blijven hangen
In 1867 werd „De Hersteller" gekocht door
Wytse Thomas Overmeer, houtzaagmolenaar,
afkomstig van Makkum, voor de som van
12.000,Overmeer zag meer ontwikkelings
mogelijkheden op Schenkenschans, vlak bij de
stad Leeuwarden. Hij was een der eersten van
een aantal Makkumer families een kleine
familievolksverhuizing die zich uit Mak-
De molen „De Herstellerop Schenkenschans,
die in 1919 werd afgebroken.
kum öf op Schenkenschans öf in Leeuwarden
Overmeer werd een jaar later gevolgd door
Wietze Lieuwes de Vries en familie, dakpan-
nenfabrikant te Makkum, die op Schenken
schans enkele kalkovens kocht.
Dit werd later de nu nog bestaande Bouwma-
terialenhandel N.V.B. en uit deze familie
kwamen ook voort de directeuren van de even
eens nog bestaande steenfabriek „Schenken
schans". Volledigheidshalve verwijzen we ook
nog naar het artikel in dit blad van april 1966:
„Makkumer molens—Leeuwarder bedrijven
Om niet uitsluitend van de wind afhankelijk te
zijn schakelde Overmeer al vrij spoedig over
naar stoomaandrijving, waarbij de windhout-
zaagmolen aan betekenis begon in te boeten.
Nog een brand
In de nacht van 24 op 25 februari 1897 's nachts
om half één brak in de stoomhoutzagerij brand
uit. De Leeuwarder Courant vermeldde o.m.
„Tot in wijden omtrek was de lucht rood
qekleurd en een menigte mensen was op
de been om van deze grote brand getuige
Op een gegeven moment begon door de hitte
de stoomketel, stoom af te blazen, waardoor
het qevaar van ontploffing niet meer aanwezig
was. Een en ander ging echter gepaard met een
qeweldige stoomontwikkeling, wat een der
brandweerlieden de kreet ontlokte: „Dekken,
de ketel springt!" Prompt lieten alle brand
weerlieden van de korpsen Menaldumadeel en
Leeuwarden zich op de grond vallen, de brand
brand latende! Het gevaar was toen echter al
fn hetzelfde jaar vond reeds de aanbesteding
plaats voor een nieuwe stoomhoutzagerij. Na
de ingebruikneming hiervan kreeg de hout
zaagmolen „De Hersteller", die uitsluitend op
windkracht was aangewezen, steeds minder
betekenis, en de molen werd omstreeks de
eeuwwisseling gesloopt.
Op 2 juli 1900 werd het bedrijf een naamloze
vennootschap waaronder het nu nog bestaat
nl NV. Leeuwarder Houthandel v/h T. W.
Overmeer en Zn. In 1909 kwam er een uitbrei
ding door de bouw van een timmerfabriek, die
helaas in 1932 vanwege de crisis moest wor
den geliquideerd. L KAMMINGA