LHMiwanleii in ouile ansic htkaarten 150 kaarten in één l»an«l €nlrée Xeeuwarden „De eerste Ansichtspostkarte" dateert van 1872 en reeds in de negentiger jaren werden derge lijke (dikwijls nog in Duitsland of Oostenrijk gedrukte) kaarten in de meeste Westeuropese landen in enorme aantallen verkocht. In Enge land lag het hoogtepunt van de omzet in 1904, loen er per week gemiddeld 16.000.000 picture- postcards werden verstuurd; daarboven kwa men dan nog de kaarten, die in ongebruikte slaal werden verzameld. Het verzamelen (door cartoiilen) geschiedde in speciale albums, die dikwijls niet alleen kaarten met topografische afbeeldingen bevatten. (In 1903 werd door de Bossche politie een onderzoek bij enkele win keliers in gesteld naar, voor de zedelijkheid aansloot gevende „aanzichtkaarten".) Die ver- zamelrage verminderde snel en stierf vrijwel uit bij de aanvang der Eerste Wereldoorlog; sedertdien worden prentbriefkaarten nog wel op grote schaal verzonden, doch nauwelijks meer door de geadresseerden bewaard.'' Dit schrijft de heer W. Dolk, wetenschappelijk ambtenaar aan het oud-archief in de inleiding van zijn boekje „Leeuwarden in oude ansich ten", dat door de Europese Bibliotheek te Zalt- bommel is uitgegeven. Het bevat reproducties van 150 oude prentbriefkaarten uit de tijd van voor de eerste wereldoorlog en roept het beeld op van onze stad, zoals deze ruim een halve eeuw geleden was. Historisch ligt dit niet zo ver achter ons; het is de kindertijd, van onze tegenwoordige bejaarden, maar de snelle maat schappelijke en technische evolutie sindsdien maakt de afstand tussen toen en nu wel bij zonder groot. Merkwaardig is bijvoorbeeld, dat op geen enkele afbeelding een auto is te zien. Ze waren er wel, maar het aantal was nog zo gering, dat het samentreffen van foto graaf en auto blijkbaar puur toeval was. (Mis schien is ook de opvatting gerechtvaardigd, dat de fotografen in die tijd maar liever zulke pijlsnel bewegende onderwerpen vermeden, al blijft dan nog de vraag bestaan, of er nooit eens ergens een auto geparkeerd stond Maar het is niet alleen het ontbreken van be paalde, ons vertrouwde dingen, die deze kaar ten de sfeer van vroeger meegeeft. In alle opzichten is het stadsbeeld veranderd. In de bebouwing treft ons vooral hoe ver de binnen stad nog was verwijderd van het tegenwoor dige winkelcentrum, in de stoffering (mensen, schepen in de grachten) weerspiegelt zich het heel andere leven en de heel andere bedrijvig heid van toen. Merkwaardig is, dat men in die tijd niet alleen het algemene stadsbeeld op prentbriefkaarten vastlegde, maar ook belangrijke gebeurtenissen. Op dit punt had de ansichtkaart toen de functie die later werd overgenomen door de pers, toen het reproduceren van foto's bij artikelen en verslagen in gebruik kwam. Zo vinden we kaarten van de vrijlating van de gebroeders Hoogerhuis uit de gevangenis in 1905, de ont hulling van het standbeeld van ,,Us Heit in 1906, de laatste samenkomst van de schutterij voor het stadhuis in 1907, het bezoek van prins Hendrik aan Leeuwarden in 1902 enz. Er zijn kaarten met afbeeldingen van de kermis en van kuipjesteken op het Wilhelminaplein. - V" Sciphialaan Ultg, P. Spijker, (voorh. S. Smeaing) UtiwMlIen iHjkstra e Bofkh Zo kwam de reiziger, per spoor in Leeuwarden aangekomen, de stad binnen inrichting werd in 1905 opgeheven De gereproduceerde kaarten zijn in hoofdzaak afkomstig uit het gemeentearchief, maar er is ook geput uit particuliere verzamelingen, namelijk die van de heren F. L. Schoustra en H. W. Keikes. Het boekje is een kostelijk be zit voor allen, die zich interesseren voor het oude (maar nog niet buiten veler persoonlijke herinneringen vallende) Leeuwarden. Het her innert aan de tijd, waaraan velen niet zonder weemoed terugdenken, zie de belangstelling voor „antiek" uit deze periode; echt of nage maakt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1967 | | pagina 19