De zware gang naar de Boterhoek
V
n
Bespiegeling bij de begroting
SPIEGELBEELD VAN LEEUWARDEN
De gemeente Leeuwarden is, gelijk alle andere gemeenten, een soort vereniging
met een groot aantal leden en donateurs. Het verschil tussen een lid en een
donateur is, dat de eerste over stemrecht beschikt en de ander niet. In ons
staatsbestel ligt de grens bij het 21ste levensjaar. Wie deze leeftijd heeft bereikt,
mag meedoen aan de bestuursverkiezingen en dat zijn in gemeentelijk'verband
de raadsverkiezingen. Er is nog een ander verschil tussen leden en donateurs:
de eersten betalen contributie en de laatsten betalen een donatie. Nu gaat het
in beide gevallen om financiële bijdragen, die, hoe de naam ook mag zijn, uit
de portemonnaie moeten komen. Over dit onderwerp willen we het hier hebben
en de kort geleden verschenen ontwerp-gemeentebegroting is daarbij onze
handleiding.
Het lidmaatschap van de grote vereniging die
„gemeente Leeuwarden" heet, is wel een ple
zierige zaak, want men deelt in alle vormen
van zorg en bescherming, die deze club te bie
den heeft. Het betalen van de daarvoor nodige
contributie gaat echter gepaard met veel gemor
en misnoegen, vooral omdat dit gebeurt langs
de minder sympathieke weg van de belasting
heffing. Aan ons belastingstelsel kleven enige
bezwaren, die de nijvere werkers van St. Ja-
cobsstraat, Bollemanssteeg en Boterhoek bij
velen de reputatie bezorgen gewetenloze uit
zuigers te zijn, wars van elk redelijk overleg
en dat redelijke moet dan uiteraard betekenen,
dat men minder hoeft te betalen dan de fiscus
aanvankelijk voor de geest stond. De oorzaak
daarvan is niet ver te zoeken. De belastingen
vormen een zo complexe en gecompliceerde
aangelegenheid, dat een gewoon sterveling er
niet wijs uit kan worden en de dingen die men
niet begrijpt wekken nu eenmaal wantrouwen.
Bovendien zijn de belastingen onontgonnen
terrein wat de „public relations" betreft; nie
mand heeft er blijkbaar nog ooit aan gedacht,
dat men ook op een wat menselijker manier
de aanslagen zou kunnen opleggen dan met de
barse formulieren in blauwe omslagen gebeurt.
De belastingen zeggen niet: „Beste burger, wij
hebben het hieronder vermelde geldsbedrag
beslist nodig, om de zaken van de overheid
draaiende te houden, volgens de regels, die we
allemaal met elkaar hebben uitgevonden". De
belastingen zeggen slechts: „Betalen". En daar
gaat ons goeie geld, naar de Boterhoek en van
daar naar niemand weet waar.
Dat laatste is natuurlijk niet helemaal waar en
men wordt hieromtrent al een heel stuk wijzer
door het lezen van de begroting van inkomsten
en uitgaven van de gemeente Leeuwarden voor
het dienstjaar 1968, die nu in ontwerp voor
ons ligt en straks door de raad moet worden
goedgekeurd. Wie eens een avond gezellig
Maandblad, onder auspiciën van de
stichting „Leeuwarder Gemeenschap"
16e jaargang no. 12 december 1967
Redactiecommissie:
Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling
H. Kingmans
Pastoor H. W. Dijkman O.P.
J. T. Vellenga
Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203
Adres administratie:
Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047
Redactie:
Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141
Abonnementsprijs 3,00 per jaar
Gironummer 809910 ten name
N.V. Erven Koumans Smeding,
Leeuwarden
FOTO
O MN/ AO
lezend wil doorbrengen, die moet echter be
slist een ander boek kiezen dan dit. Misschien
blijven financiële deskundigen hun ontroering
nauwelijks meester bij het lezen van dit ge
schrift, maar de gewone man gelooft het wel.
Een der weinige vermeldingen die hem zullen
boeien, vinden we op pagina 10, hoofdstuk
„Openbare Veiligheid", waar we onder post 55
der inkomsten kunnen vernemen, dat de bij
bekeuringen geïnde gelden voor 1968 worden
geraamd op 100.000,zegge: honderddui
zend gulden. Dat brengen we met elkaar dan
ook nog even op door allerlei regels, speciaal
in het verkeer, te overtreden. Door op dit punt
de meest elementaire zorgvuldigheid en beta
melijkheid in acht te nemen zouden we de
overheid mooi voor gek kunnen zetten met
deze inkomstenpost, maar die ton zal wel niet
zo ver uit de buurt van de werkelijkheid blij
ven. Overigens heeft de gemeente in het geheel
geen snoepcent aan dit bedrag, want het moet
onverkort en dus zonder provisie aan het rijk
worden afgedragen, zodat we bij de uitgaven
onder volgnummer 116 plichtsgetrouw vinden
vermeld: „Afdracht van bij bekeuringen geïnde
gelden", geraamd bedrag eveneens 100.000,
Maar we gaan ons niet verder in details ver
diepen. Het totaal is interessanter. Elders vindt
u een opsomming van de belangrijkste begro
tingshoofdstukken, met vermelding van de be
dragen, die daarmee zijn gemoeid. De totaal
telling levert 60.168.715,- op en dat is glo
baal het bedrag, dat nodig wordt geacht om de
gemeentelijke huishouding in 1968 te laten
draaien. Een vrij forse afronding maakt er zes
tig miljoen van.
Hoe komen we aan dit geld? Het is wel duide
lijk, dat de arme belastingbetaler daar voor een
groot deel voor opdraait. Maar hij hoeft niet
alles te betalen, want een deel van de gemeen
telijke inkomsten kan men gewoon beschouwen
als de betaling van bewezen diensten of van
leveranties. Denkt u maar aan de reinigings
rechten, de schoolgelden enzovoort. Wanneer
we alleen kijken naar betalingen waartegen
over geen daaraan af te meten dienstbetoon is
verbonden, dan komen we terecht in de belas
tingsfeer. Dat geldt bijvoorbeeld voor de ver
makelijkheidsbelasting.
We zien nu de volgende belangrijke gemeen
telijke heffingen, met vermelding van de ge
raamde bedragen:
straatbelasting 1.549.800,
rioolbelasting1.100.000,
hoofdsom personele belasting 247.920,
opc. grondbelasting gebouwd 201.000,
opc. grondbelasting ongebouwd 8.700,
opcenten personele belasting 555.835,
vermakelijkheidsbelasting 320.000,
Al hetwelk met elkaar de lieve som van
Zo zag de Leeuwarder schilder S. Bonga in
de eerste hellt van de vorige eeuw de Wir-
dumerpoort, aan het eind van de Wirdumer-
dijk.