c^-venturen in een beetje VOOR DE JEUGD februari PROGRAMMA FRIESE ZIEKENOMROEP door Maja van Heemstra Tjalling liep zich te vervelen. Hij had een vrije middag en hij wist niet wat hij moest spelen. De vriendjes waren niet thuis en alleen Beerke, zijn wollige hond, hield hem gezelschap. Hij was het dorp uitgelopen en keek naar de man nen en jongens die op de akkers aan het werk waren. Bij een brede sloot bleef hij staan. Verschrikt sprong een kikker het water in; die had zich zo heerlijk zitten zonnen in het gras, maar nu kwam er dat grote onbekende gevaar op twee benen aan, met nog een gevaar op vier benen en dus was het raadzaam zich onder in de sloot te verstoppen. Aan de kant lag een bootje en de riemen lagen er in. „Wat zou 't fijn zijn om daar in te kun nen varen", dacht Tjalling. „Dan zou ik heel ver weg gaan, naar vreemde landen met india nen en negers en chinezen. Ik zou olifanten gaan jagen en tijgers doodschieten en walvis sen vangen." Hij ging aan de kant van de sloot zitten en keek naar het bootje, dat lag te schommelen in de wind. Want wind was er altijd om je heen in het land van Tjalling. Er was zelfs zoiets wat op golfjes leek in de sloot. Hij liet zich van de kant af glijden om het bootje nog beter van dichtbij te kunnen zien. En toen op eens, hij wist niet hoe het kwam, zat hij in de boot, Beerke sprong hem na en het touw, waar mee de boot aan de kant had vastgelegen, ging los. Er kwam beweging en daar gingen zij, de sloot af, een kanaal op, verder en ver der. Tjalling hoefde niet eens te roeien, het ging helemaal vanzelf. Hij ging aan het roer zitten en stuurde de boot over steeds breder wordende wateren. Grote schepen gleden hem voorbij of kwamen hem tegemoet. Sommige schippers toeterden hen praten en lachen, maar hij verstond er niets van. Een bootje kwam recht op hem af en voer bijna tegen hem aan. Daarin zat een jon gen met. een zwarte kroeskop. Hij keek heel boos. Hij kon blijkbaar een beetje Tjallings taal spreken en hij zei: „Wat doe jij hier? Weg jij gaan! Jij niet hier hoort". Tjalling werd een beetje bang. „Ik kom maar eens kijken. Ik doe geen kwaad. Zijn hier ook olifanten?" Maar de kroeskop duwde met zijn boot tegen die van Tjalling aan en probeerde hem weg te duwen van het strand, waar zij nu vlak bij waren. Toen riep een vrouw uit een van de paal- huisjes iets tegen de donkere jongen en deze draaide zijn bootje om en voer terug naar het land. Wat moest Tjalling doen? Weggaan of ook aanleggen? (Wordt vervolgd) als ze hem zagen, ze waren zeker bang dat hij niet op tijd zou uitwijken. Maar dat ging eigen lijk vanzelf, hij hoefde het roer nauwelijks aan te raken. Daar voeren zij: de „Eendracht" en de „Drie Gezusters" en de „Hoop" en de „Vriendschap" waar gingen zij heen en van waar kwamen zij? En waar ging hij zelf heen? Hij wist het niet. Gelukkig had moeder hem een paar boterham men meegegeven toen hij van huis ging, want hij kreeg honger en Beerke lustte ook wel een stukje. Toen het tegen de avond liep zag hij een breed strand voor zich, met zware bomen en huisjes op palen. Waar zou hij nu zijn? Hij zag donkere kindertjes spelen aan de kant van het water en grote jongens gingen in hun bootjes en staken van wal. 't Duurde niet lang of een hele zwerm kwam op hem af. Hij hoorde 2. Beatrixoord Appelscha 3. Beatrixoord Haren 1. Stadsziekenhuis 3. Beatrixoord Appelscha 5. Beatrixoord Haren 5. St. Bonifatius Hosp. 6. Diaconessenhuis 7. Stadsziekenhuis 9. Beatrixoord Appelscha 10. Beatrixoord Haren 12. St. Bonifatius Hosp. 13. Diaconessenhuis 14. Stadsziekenhuis 16. Beatrixoord Appelscha 17. Beatrixoord Haren Mozaïek Grabbelton Lichte Muze 4 x M a. Wat doet een zakelijk directeur van de Friese Akademy? vraagge sprek met de heer K. Sikkema; b. Fries Orkest o.l.v. Alfred Salten; c. Persoonlijke noot. Twintig minuten voor kinderen, twintig minu ten voor tieners. Populaire muziek van grote meesters in drie kwarts- en andere maten. Muziek Menu voor Moderne Mensen. 19. St. Bonifatius Hosp. 20. Diaconessenhuis 21. Stadsziekenhuis 23. Beatrixoord Appelscha 24. Beatrixoord Haren 26. St. Bonifatius Hosp. 27. Diaconessenhuis 28. Stadsziekenhuis in ver- Verjaardagen Felicitaties en muziek voor de patiënten die februari jarig zijn, vei zameld door het perso neel van de verpleegin richtingen. Mozaïek a. Wat doet een rijks- veeteeltconsulent? vraaggesprek met de heer dr. ir. Jm. J. Keestra; b. Opnamen van de Luchtmachtkapel in de Harmonie te Leeuwar den; c. Persoonlijke noot; d. Zang, door het ge mengd koor „Eer aan God" van de Domini- cus parochie te Leeu warden, o.l.v. Theo Lambooy.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1968 | | pagina 20