B.H.V. NORMAAL BENZINE f. 0.522
Opgravingen aan de voet van de Oldehove
Ook in 1955 wercl de spade gezet in
het Oldeh oofsterkerkhof
De goede weg naar voordelig autorijden gaat naar het
SUPER BENZINE f. 0.552
OAUTO DIESELOLIE f. 0.188
service-station
agn cje Kwaliteit en service 100%
Oostersingel Onze smeerbrug en auto-wasserettes (f.2- per wasbeurt) zijn exclusief in Leeuwarden
8
veld
tufs'
graa
wen
deze
war
veel
test.
den
Vee
verf
de
har<
den
Wal
Ker
eers
dinf
aan
mer
Nie
ske!
plai
woi
In
zoa
gev
voo
Old
hov
Vei
en
van
zer
Syt
ran
Oct
Eei
lev
ouc
bui
in
fra
in
In
ma
vai
vei
Deze aibeelding van de oude St. Vituskerk is te
vinden in de „Geschiedkundige beschrijving
van Leeuwarden" van W. Eekhoii.
De ianlasie heelt de tekenstilt echter meer
in beweging gebracht dan de (schaarse) leiten
die we omtrent deze kerk kennen.
In het jaar 1596 werd begonnen met de afbraak van de St. Vituskerk. Het
toenmalige gemeentebestuur van Leeuwarden achtte het bouwvallige kerk
gebouw, eens parochiekerk van het dorp Oldehove en zelfs een tijdlang
kathedraal van de bisschop van Leeuwarden, geen herstel waardig. De
muren liet men ten dele staan, om de plaats van de kerk te blijven aan
duiden, maar in 1706 verdwenen ook deze laatste restanten van een van
de belangrijkste bouwwerken van Leeuwarden.
Mocht de St.-Vituskerk nu verdwenen zijn,
het omliggende terrein bleef zijn oude funktie
behouden, namelijk die van kerkhof en tot
het jaar 1833 vonden talloze Leeuwarders op
dit Oldehoofster Kerkhof hun laatste rust
plaats. Na genoemd jaar werd in onze stad
alleen nog maar begraven op de buiten de
stad gelegen Nieuwe Begraafplaats, die onder
tussen voor ons al weer Oude Begraafplaats
is geworden. Het Oldehoofster Kerkhof had
toen zijn oude bestemming verloren en in
1837 liet het gemeentebestuur het dan ook
opruimen en onder leiding van de bekende
tuinarchitekt Roodbaard beplanten. In 1844
werd over het kerkhof een rijweg aangelegd
en in 1878 verrees in de zuidoostelijke hoek
de gemeenteschool no 5.
Opgravingen.
Op het ogenblik is het Oldehoofster Kerkhof
weer in het nieuws. In de in Leeuwarden
verschijnende dagbladen hebt U kunnen
lezen, dat onder leiding van drs. H. Halbert-
sma, archeoloog van de Rijksdienst voor
Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amers
foort, begonnen is met. systematische opgra
vingen naar de verdwenen St.-Vituskerk. Dit
is niet de eerste keer, dat op het Oldehoofster
Kerkhof gegraven wordt. Vele lezers zullen
zich herinneren, dat dit ook in 1933 gebeurd
is. De werkwijze, die nu echter toegepast
wordt zal ongetwijfeld anders zijn, dan die
van 1933. Het was toen namelijk niet de
bedoeling om te zoeken naar in de grond
verborgen oudheidkundige overblijfselen. Het
gemeentebestuur wilde het voormalige kerk
hof veranderen in een bodeterrein en liet de
daartoe nodige werkzaamheden verrichten.
Er werden o.a. sleuven voor een riolering
gegraven en sommige gedeelten van het
kerkhof werden een meter afgegraven.
Bij de werkzaamheden stootte men op fun
damenten en oude grafzerken. Deze „bodem
schatten" kregen niet de zorg die ze verdien
den en al vlug klom dan ook een ingezetene
van Leeuwarden onder de naam „een belang
stellende" in de pen. In een ingezonden stuk
in het Leeuwarder Nieuwsblad vroeg hij om
oudheidkundigen bij het werk te betrekken
en met zorg om te gaan met hetgeen in de
grond werd aangetroffen. Krantenredakties
sloten zich bij dit verzoek aan en het
gemeentebestuur haastte zich mede te delen,
dat alle oudheidkundige vondsten met de
nodige zorg zouden worden omringd. Dr.
Heerma van Voss, chartermeester (later
archivaris) van het rijksarchief zou samen
met de heer D. Osinga de gevonden grafzer
ken onderzoeken en ook zouden de heer
Warringa, archivaris te Apeldoorn en publi
cist over Frieslands historie en de heer
Vieweg, direkteur van het Fries Museum, de
werkzaamheden volgen. De redaktie van het
Leeuwarder Nieuwsblad bood aan de nodige
foto's te laten maken.
Kritiek.
Het werd nu wel duidelijk, dat niet zonder
meer belangrijke gegevens over het verleden
van Leeuwarden vernietigd zouden worden,
maar de manier waarop de nog volgende
werkzaamheden werden uitgevoerd, bleef aan
kritiek onderhevig. De architect G. J. Veen-
stra, schrijver van tal van artikelen over
Friese kerken, noemde het onderzoek onzorg
vuldig. Het karakter van de St-Vituskerk, het
type, de soort en verwerking der gebruikte
materialen en de verschillende constructie-
wijzen hadden volgens hem bestudeerd moe
ten worden. Het was hem opgevallen, dat de