JOH l\ It IIJJ'JI I'll ISO
In het
warmtecentrum
wordt U
Warmtewijzer
warmtecentrum Friesland nv
10
„Prins Hendrik Casimir nam in het zes-en-twintigste jaar zijns ouderdoms (1683)
Princesse Amelia Van Anhalt, zijne volle zusterling, ten echte, eene Vorstinne
van dat zoo doorluchtige huis: zij bezat groote gaven en volmaaktheden, naar
ziel en lichaam. Uyt dat huwelijk zijn twee Prinssen, en zeven Princessen ge
sproten.
De twee Prinssen, van Hendrik Casimir geteelt, waren Willem George Friso,
de oudste, die geen vol jaar leefde; de jongste Jan Willem Friso kwam te
Dessau, den 4 Augusti 1687 ter goeder uure ter wereld, om het verlies van
zijnen broeder, 't jaar te vooren gesturven, te verzetten en te verzoeten".
Op deze manier begint de Fransman J.
Lamigue zijn biografie: „Het leven van zijne
hoogheit Johan Willem Friso". Frangois Hal
ma Landtschaps Drukker der Ed. Mog.
Heeren Staten Van Frieslandt zorgde voor
de Nederlandse vertaling, waaruit boven
staand citaat afkomstig is.
De geboorte van de jonge prins was volgens
Lamigue een gebeurtenis waarover ieder zich
verheugde: „Over zijne geboorte wierdt te
Dessau en te Leeuwarden groote vreugde
Bedreeven, en uyt alle de Provintien spoeide
zich elk om's eerst, om zich met hunne
Hoogheden te verblijden in't wensehen van
alle heil over zoo eene gelukkige Geboorte".
De jonge graaf Friso kreeg zijn opvoeding aan
het stadhouderlijke hof in Leeuwarden. Zijn
leraar was de, uit Franeker afkomstige,
hoogleraar-predikant Johannes Lemonon,
„een man van zeer groot verstand om te
kunnen onderwijzen".
Zuiderplein 35. Leeuwarden - Tel. 26041
SHV energiegroep
Op dertienjarige leeftijd werd Friso als
student ingeschreven aan de hogeschool van
Franeker. De studie daar heeft echter niet
lang geduurd.
Van 1702 tot 1713 woedde in Europa de
Spaanse successie-oorlog. Nederland was zeer
nauw bij deze oorlog betrokken. Het slagveld
lag in België.
In het jaar 1702 stierf, door een ongelukkig
ongeval, de koning-stadhouder Willem III, in
feite de man achter de Spaanse successie
oorlog. Omdat Willem III kinderloos stierf,
had hij zijn neef Johan Willem Friso tot
algemeen erfgenaam aangewezen. Dit beteken
de voor de jonge graaf o.a. dat hij voortaan
de titel Prins van Oranje mocht voeren.
Friso voelde zich blijkbaar ook erfgenaam
van de oorlog, want Lamigue schrijft: „de
Jonge Prins van Oranje brandde van onge-
dult om zig bij de Bondtgenooten te zien."
De studie in Franeker werd afgebroken.
Vijftien jaar oud vertrok de prins uit
Friesland om zich bij de Nederlandse legers te
voegen. In het leger maakte hij al snel
promotie. In 1704 kwam de benoeming af tot
generaal van het voetvolk.
Te Leeuwarden volgde in 1707 de inhuldiging
als kapitein-generaal van Friesland. De be
volking van Leeuwarden haalde hem toen
met veel vertoon in.
„De Prins van Oranje quam, nadat hij van 't
leger gescheiden was, den 18 November te
Leeuwarden; wierdt met groote pracht, heer-
lijkheit en vreugde in die Hooftstadt inge-
haalt. De Burgers nevens de Lyfwacht te voet
en te paardt, stonden in rijen geschaart, van
de stadtspoort af, tot aan 's Prinsen Hof, dies
werdt hij derwaarts, onder eenen grooten
toeloop van Volk, geleidt, daar overvloedig
wijn aan de Burgers, die voorbij trokken, en
salvoos schooten, geschonken wierdt."
Het krijgsbedrijf was niet het enige, waar de
prins zich mee bezig hield. In Duitsland had
hij kennis gemaakt met de charmante dochter
van de landgraaf van Hessen-Kassei: Maria
Louise.
Van trouwen kon voorlopig echter niets
komen. De oorlog nam nog te veel tijd in
beslag. Pas in 1709 kon de prins, tussen twee
veldtochten in, even tijd vinden om naar
Kassei te gaan om daar zijn beminde te
trouwen.
Lang bleven de jong gehuwden niet bij
elkaar. Friso vertrok direct weer naar zijn
legerkamp, om zich klaar te maken voor de
slag bij Malplaquet. D slag die hem de
erenaam: „de held van Malplaquet" zou
opleveren:
„Vermits hij gedurig het felste vuur doorstont
wierden een twee of drie paerden onder
gequetst, en bijna alle zijne Adjudanten, en
Hofbedienden omtrent hem, behalven zijnen
Groot-hofmeester de Overste Verschuur,
sneuvelden, of wierden gequetst. Hij werd
zonderling door de handt der Goddelyke
Voorzienigheit bewaart; en was zijn eerste
wer, na de slag, Godt hier voor te danken en
de gequetsten van zijn quartier te bezoe
ken.
Na de slag bij Malplaquet vond Johan Willem
Friso de tijd om zijn vrouw naar Leeuwarden
te brengen. Via Oranjewoud en Bergum
bereikte het gezelschap Leeuwarden. Op
nieuw liet de Leeuwarder bevolking zich niet
onbetuigd.
De dichter of misschien beter gezegd de
rijmer B. Tolling beschrijft de intocht in:
Vreugdezang ter blijde intrede
van den
doorluchtigen vorst
JOHAN WILLEM FRISO
door Godts Genade Prince van Oranje
Nassau etc etc etc, erfstadhouder en
kapitein generaal van Friesland, stad
houder en kapitein generaal van de stadt
Groningen en omlanden
en de
doorluchtigste Princes
MARIA LOVISE
Princes van Hessen-Cassel etc etc etc
Toen hare hoogheden hoogstatelijk wier
den ingehaald binnen Leeuwarden. Den
11 Januari 1710.
Princes Mary Louise, Gemalin van Nas
sau's Vorst, een cieraat der Princessen
Rijd met Haar Vorst ter Poorte in
En kiest dit land voor't Oud Land graaflijk
Hessen
De Borgerij nooit uitgedost voorheen
Zoo heerlijk zoomt den weg ter wederzijde
Men ziet de Vaandels swaien, 't blanke staal
Schoon schittren, onder 't klatren der
Musketten
De Hooftstad dreunt van 't juichende gewoel.
De straten, stoepen, vensters staan volladen,
Met menschen, die een levend blij krioel
Verwekken, van geen Hoogheem te versmaden
Zo rijmelt Tolling nog een tijdje door om
tenslotte te besluiten met de wens
O, dat eerlang met aangenaam geluidt
Dat blij gerucht mocht klinken in onze ooren
Dat Nassaus huis, beroemd euw in, euw uyt
Vermeert is door een Prins uit Uw geboren
De maanden volgend op de intocht werden al
feestvierend doorgebracht. Het zal ongetwij
feld een gezellige, maar vooral ook dure tijd
geweest zijn aan het, door Daniël Marot
gerestaureerde, hof.
Toen het voorjaar werd, was het met de
gezelligheid gedaan. De prins vertrok weer
naar het slagveld in België. Langer dan een
jaar bleef hij daar.
In de zomer van het jaar 1711 kreeg hij, van
uit Den Haag, van de Staten Generaal het
verzoek, naar Den Haag te komen, teneinde
daar besprekingen bij te wonen over de
erfenis van Willem III.
Op 14 juli bereikte hij de Moerdijk. Hij en
zijn gevolg stapten op de klaar liggende pont.
Toen plotseling de wind opstak en het begon
te regenen, verliet hij de pont weer om de
overtocht te maken in zijn koets, die op een
platte schuit was gereden.
Het proces-verbaal van de overtocht vermeldt
verder:
Uw nieuwe fiets of bromfiets
staat voor L' klaar!
Uitsluitend de beste merken Gazelle
Beste service
Enorme keuze
U is hartelijk welkom bij
N. v.
VOCRSTREEK 65-67 - Tel. 24596
Honda
Solex
R.A.P.
Puch
Typhoon
en andere
fabrikaten