(Oudje 1898 HELLEMA zzn Sinds MAKELAARSKANTOOR Ook al sneeuwde het hij de intocht van Sinterklaas, in de Prinsentuin werd de goed heiligman een warm onthaal hereid. Burgemeester Brandsma (links) en agent Henstra (rechts) verheugden zich, met de kinderen, duidelijk over de welstand en vitaliteit waarover de Sint nog steeds blijkt te beschikken. NIEUftEMEG 7 9 TEL 31215 LEEUMRDEM Het verkleinwoord heelt in onze taal eert ver zachtende, vertederende werking. Van het al oude „meid' hebben we „meisje gemaakt. Draagt een stoere heer een hoed, de elegante dame tooit zich bij voorkeur met een hoedje. Deze bij-betekenis van het verkleinwoord kan ook een discriminerende klank hebben. Allerlei onderhandse karweitjes worden niet door man nen, maar door mannetjes verricht. „Daar heb ben we een mannetje voor", heet het dan, maar ziet men de persoon, dan blijkt hij v^ji van een zeer redelijk postuur te zijn. Anderzijds zal onze minister-president zelfs bij zijn meest verwoede politieke tegenstanders niet „het mannetje van de regering" zijn, al is de heer De Jong wat klein van stuk. Dat neerbuigende vriendelijkheid gemakkelijk tot discriminatie kan leiden, blijkt in het bij zonder uit de kwasi-koosnaam „oudje voor een bejaarde. De mensen van boven de 65 heb ben er in het geheel geen behoefte aan om op deze, vertedering pretenderende, wijze over de kale kruin of het grijze haar te worden gestre ken. Daarom is voorzichtigheid geboden voor de schrijver in het Leeuwarder Weekblad, die over de Sinterklaasmiddag voor bejaarden berichtte: „De oudjes krijgen een kopje koffie met een traktatie." Ook vanwege die traktatie, als gold het een kindersnoepje. Er zou best eens een kras oudje kunnen zijn die hem een flinke trak tatie wil verkopen aNRoeaace aotoMW luen hbm-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1968 | | pagina 15