Fa. Adema 's Bouwbedrijf Marijkemeu en W illem aten voor het eerst aardappelen op 13 december 1742 Het leven van J. H. Knoop, tuinmanen veelzijdig auteur, eindigde in armoede. Verlengde Schrans 74 - Leeuwarden - Telefoon 20014, b.g.g. 26938 BUNGALOWBOUW VERBOUW ONDERHOUDSWERK 19 Tussen Achter de Hoven en de Pieter Stuyve- santweg ligt een aantal straten, waarvan de namen verband houden met het tuinbouwbe drijf. Men kan hier kennis maken met namen als- Tuinbouwstraat, Warmoezenierstraat, Kwe kerijstraat, Kersenstraat, Perzikstraat en Appel- straat. Ogenschijnlijk valt in dit verband de J. H. Knoopstraat verbindingsweg tussen Achter de Hoven en de Pieter Stuyvesantweg uit de toon. Toch is deze naam weloverwogen gekozen. Johann Hermann Knoop was van afkomst een Duitser. De dubbele n-netjes in zijn voornamen wijzen daar al op. Johann Hermann werd ge boren in Freienhagen aan de Fulda, een plaats niet ver van Kassei. Het geboortejaar is niet bekend, maar naar alle waarschijnlijkheid te dateren omstreeks 1700. Vader Knoop was in Freienhagen Hortulanus (oppertuinman) van de vorstelijke lusthof. De jonge Knoop koos, evenals zijn vader, het tuin- mansberoep. Waarschijnlijk waren de Knoops kundige vak mensen, want toen prinses Maria Louise van Hessen-Kassei (weduwe van Johan Willem Fri- so) besloot buiten de stadswallen van Leeuwar den een buitenplaats te laten bouwen, haalde zij voor de aanleg van de tuin Johann Hermann Knoop uit haar geboortestreek naar Leeuwar den. Zo kwam J. H. Knoop op ongeveer dertig jarige leeftijd naar Leeuwarden. Hij kreeg de titel „Hof-hortulanus". Over de door Knoop aangelegde tuin schrijft De Chalmot: „Mariënburg is omgeven met aangename wandeldreven, lommerrijk geboomte, geuri ge bloemperken, keurlijk boomooft en visch- rijke vijvers, welke eene aanlokkende ver scheidenheid maakten, die het oog bekoorde en de zinnen streelde". In de tijd dat Knoop op Mariënburg werkzaam was, heeft hij zich niet alleen met de aanleg en het onderhoud van de tuin beziggehouden. Met veel belangstelling volgde hij de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de tuinbouw. Toen omstreeks 1735 de aardappel in Neder land zijn intrede deed, was Knoop een van de eersten die begon met de teelt. Mr. Jacobus Scheltema schrijft in de Geschie denis van de dagelijkse kost in burger huis houdingen" over Knoop, „den vermaarden kruid- en fruitkundige, die Hortulanus was in de lusttuin van Prinses Maria Louise" en zegt dan verder over hem: „Knoop heeft de voortplanting (van de aard appel) met ijver bevorderd en hij heeft zelf opgeteekend, dat hij de aardappel voor het eerst op de tafel van de Vorstin heeft be zorgd, op den 13 December 1742, op den dag, dat Prins Willem IV en deszelfs gema lin bij haar het middagmaal namen." Men was over het werk van Knoop tevreden, maar, zo blijkt, over zijn manier van leven niet. Prinses Maria Louise voelde zich in 1738 ver plicht hem te ontslaan. Motief: overvloedig drankgebruik of, misschien beter gezegd, drank misbruik. Hoe vreemd het ook lijkt, dit onvrijwillige en smadelijke ontslag was er de oorzaak van dat Knoop in zijn tijd een beroemdheid zou wor den. Hij was nu immers genoodzaakt de kost op een andere manier te verdienen. Hij deed het zelfs op twee manieren. Het geven van wiskundeles werd zijn voornaamste bezigheid, daarnaast begon hij met het schrijven,van boe ken. Het is vooral deze laatste bezigheid ge weest, die hem zijn faam heeft bezorgd. Knoop heeft ongeveer 20 werken op zijn naam staan. Ze beslaan de terreinen van de geschiedenis, de wiskunde en de natuurkunde. Zonder twijfel zijn Knoops fruitkundige werken het belangrijkst. Drie springen er uit. In 1758 verscheen bij de Leeuwarder drukker Abraham Ferwerda, oprichter van de Leeuwarder Cou rant: „Pomologia, dat is beschrijvingen en afbeel dingen van de beste soorten van appels en peeren, welke in Neder- en Hoogduitschland, Frankrijk, Engelland en elders geagt zijn en tot dien einde gecultiveerd worden. Beschreven, naar het leven geteikend en met natuurlijke coleuren afgezet." Later volgden nog twee delen: „Fructologia, of beschrijving der vruchtbomen en vrugten die men in hoven plant en onder houd" (1763) en „Dendrologia, of beschrijving der plantagie gewassen, die men in tuinen cultiveert (1763). jarenlang zijn deze drie boeken voor de fruit telers dé standaardwerken geweest. Nu hebben ze grote antiquarische waarde, vanwege de prachtige platen, die toentertijd door de doch ters van Ferwerda met de hand gekleurd wer den. Prijzen van 400,— per deel zijn geen uitzondering. Een voorbeeld van de beschrijving van een appel kan misschien een indruk geven van het werk Pomologia. „Doeke Martens. Is een middelmatig groote Appel, van gedaante plat-rond, en het Oog vrij gezonken; desselfs Schil is glad, ryp zynde, geelachtig, wordende in het leggen wat vetagtig; zyn Vleesch is zagt, van een tamelyke dog niet zeer verhevene geur, waarom meest alleen voor een Pot-appel dient. De Boom maakt goed gewas, wort groot en draagt zeer sterk, 't welk hem by veele doet in agting wezen." Knoop was een veelzijdig man. De boeken over de fruitteelt en de „hoveniers konst" belichten maar één aspect van hem. Knoop was naast fruitkundige ook mathematicus. In de stedelijke bibliotheek van Leeuwarden bevindt zich een handschrift getiteld: „Uytrekening van een groote soneclips, dewelke sal voorvallen in 1748 den 25ste July. Bereekent op de meridian van Amsterdam. Daarnaast, Uytrekening van de maaneclips den 13ste January 1740 In 1750 was Knoop in Bakkeveen, om daar les te geven aan jhr. Edzard van Burmania. Tij dens zijn verblijf daar vervaardigde hij een zonnewijzer met het opschrift: „Hora Ruit" (het uur snelt heen). Zijn belangstelling voor zonne wijzers resulteerde later in het boekje „Ver handeling van de sphaerische of klootsche zon newijzers". Voor de plaatsbeschrijving van Leeuwarden heeft Knoop al om één reden grote verdienste. Zijn plattegrond „Plan van Leeuwarden" van plm. 1760 is de enige plattegrond van Leeuwar den uit de 18e eeuw. Naast een vrij nauwkeu rige opmeting van de stad geeft hij ook nog een aardig getekend zijaanzicht. In 1758 verscheen er bij Abraham Ferwerda een eigenaardig boekje. kort onderwys hoedanig men de COURANTEN best lezen en gebruiken kan Daarbij behorende Een verklaring en uitlegging van de voor naamste Vreemde of Onbekende en ander KONST-WOORDEN, c., die in de couran ten voor komen. Als mede Een Aanwyzing van de Hooft en Voornaam ste zee-en koop-steeden door de geheele weereld, namelyk, in wat landschap dezelve qeleqen zijn. Opqesteld ten dienste van de courant-lezers, als mede voor die gene welke Por.l'en in Schepen hebben c. dog inzonderheid voor de Onkundige in dezen, door JOHANN HERMANN KNOOP Liefhebber en Bevorderaar der Nuttige Wetenschappen. Hoewel in het boekje de naam „Leeuwarder Courant" nergens voorkomt, heeft het er alle schijn van, dat Ferwerda Knoop gevraagd heelt een boekje te schrijven, om door middel hier van de verkoop van zijn eigen Leeuwarder Courant te bevorderen. Het grootste gedeelte van het werkje wordt ingenomen door een lijst met vreemde woor den, die de krantenlezer in die tijd kon tegen komen. Vooraf geeft Knoop echter een lijstje met „de Dingen, welke men tot 't lezen der Couranten nodig te weten en in agt te neemen heeft": 1 Dat men voor eerst wel moet kunnen lezen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1968 | | pagina 19