m -
Op 16 november viel cle eerste sneeuw: kort maar hevig en zeer tot ongenoegen van het
zaterdagmiddagpubliek in de binnenstad.
2 Dat men de vreemde Woorden moet ver
staan die dikwijls in de Couranten gebruikt
worden.
3 Dat men ten minsten moet weten, in wat
Landschap de Voornaamste Steden en Plaat
sen leggen, die in de Couranten gemeld
worden.
4 Dat men, om de Courant met vrugt te lezen
een goede order daar by in agt neemen, en
dezelve van tyd tot tyd aan een houden
moet.
Opm. Dat men dezelve van vooren af moet
beginnen te lezen, als men den zin en het
op malkander volgende wel bevatten en
niet in verwarring raken wil.
5 Dat men een goed Vertrouwen op den
Schrijver of Uitgever der Courant hebben
moet.
Opm. Het is waar, zommige Menschen zeg
gen wel, de Courant liegt, of kan liegen.
Dit kan ook wel in zommige gevallen ge
beuren, jedog dit is als dan niet de schuld
van den Schrijver of Uitgever der Courant,
maar komt vandaan van onzekere of onware
Berigten.
6 Dat men vervolgens met een goed Oordeel
over de Courant redeneeren en spreken moet.
7 Verder Algemene Nuttigheden.
Aan de J. H. Knoopstraat liggen twee onder
wijsinstellingen, namelijk de Willem de Zwij-
gerschool en de Buitenschool. Ook wat dit aan
gaat is de naam Knoopstraat goed gekozen.
In Amsterdam verscheen in 1764 van de hand
van Knoop:
Jongmans onderwyser
leerende
op een korte, dog klare, en bevattelyke
wijze, de voornaamste Wetenschappen, die
voor een Jongman, van een goede educatie,
voor eerst 't nodigst om te weten te leeren
zyn.
In twee dikke delen heeft Knoop een zeer grote
hoeveelheid „nuttige" kennis gepropt voor de
Jongman. Over een Jongvrouw wordt met geen
woord gerept.
Knoop heeft in zijn leven veel geschreven,
maar blijkbaar was het leven van de pen in
zijn tijd even moeilijk als nu. In ieder geval
moest hij in Leeuwarden door de Diakenen van
de kerk ondersteund worden. Toch is Knoop,
in zijn armoede, de vrouw die hem ontsloeg
niet gaan aanvallen. In 1763 verscheen een van
zijn belangrijkste werken, namelijk
Tegenwoordige staat
of
Historische Beschrijvinge
van
FRIESLAND
In dit werk komt ook een beschrijving voor
van de Friese stadhouders en hun vrouwen.
Over Prinses Maria Louise schrijft hij:
„Een Vorstin zynde ('t zij ons geoorloofd
te zeggen) die in der Waarheid, in Groot
heid, Grootmoedigheid, Deugden, Standvas
tigheid in Wederwaardigheden en Ongeval
len, Godsdienst oeffening, Medelyden met
ieder een en inzonderheid met de Noodruf-
tigen c, weinig Hares gelyken in geheel
Europa heeft".
Misschien was Knoop zelf een van de „nood-
ruftigen" waarover hij spreekt. Blijkbaar heb
ben zijn strijkages de verkoop van zijn boeken
toch niet genoeg bevorderd, of van het ver
kregen geld is er een te groot deel omgezet
in het aan Knoop wel bekende geestrijke vocht.
Wie zal het zeggen? In ieder geval stierf hij in
1778, arm en berooid, in het Diakoniehuis in
Leeuwarden.
H. TEN HOEVE