GEEN KIST MET KNAKEN
i
IJs-spuiten op de sintelbaan
I
De gemeentebegroting voor 1969 is onlangs verschenen en de kranten hebben
daaraan de nodige aandacht besteed, speciaal door zich te storten op de bij
behorende aanbiedingsbrief, waarin burgemeester en wethouders heel hun hart
hebben gelucht over het te volgen beleid en al de haken-en-ogen die daaraan
vastzitten. Deze aanbiedingsbrief is wel een leesbaar geschrift, waarin opmer
kingen voorkomen als deze:
Maandblad, onder auspiciën van de
stichting „Leeuwarder Gemeenschap"
17e jaargang no. 11 november 1968
Redactiecommissie:
Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling
H. Kingmans
Pastoor H. W. Dijkman O.P.
J. T. Vellenga
Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203
Adres administratie:
Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047
Redactie:
Stadhuis Leeuwarden, tel. 40222
Abonnementsprijs 5,00 per jaar
Gironummer 809910 ten name
N.V. Erven Koumans Smeding,
Leeuwarden
„Meetmalen hebben wij betoogd, dat het beleid
ten aanzien van het noorden des lands alleen
maar kans van slagen heelt als het wordt „op
gehangen" aan een versnelde ontwikkeling van
enkele hooldkernen, als het wordt toegespitst
in zeer specilieke maatregelen voor die hoold
kernen, als buiten het algemene ontwikkelings
beleid om en over dat beleid heen aan die
hooldkernen krachtige extra-stimulerende mid
delen worden toegediend. Zal er van de uit
eindelijke taakstellende prognoses ook na
mitigratie matigingdaarvan ten gevolge
van teruglopende geboottecijlers iets terecht
komen, dan moet nu toch wel op korte termijn
het versterkte groeiproces zich inzetten. Tot
nu toe is (wij betreuren het dat te moeten vast
stellen) daarvan nog zeer weinig te bespeuren.
Ook de onlangs verschenen „Nota inzake de
sociaal-economische aspecten van het in de
jaren 1969 t/m 1972 te voeren regionale beleid"
van de ministers van economische zaken en
van sociale zaken en volksgezondheid opent
in dit opzicht weinig perspectieven. Wij kun
nen ons niet aan de indruk onttrekken, dat de
acute ziekten van bepaalde andere delen van
ons land aanzienlijk meer de welwillende en
zich ook in daden uitende aandacht van „Den
Haag" genieten dan de chronische, slepende
kwaal, waaraan het noorden lijdt."
Met dit lezenswaardige en levensware proza
overschrijdt deze, in gestencilde boekvorm uit
gegeven, brief wel enigermate zijn eigenlijke
doelstelling, die het aanbieden van de begro
ting omvat. Daar is evenwel alles voor te zeg
gen, vermits het college van burgemeester en
wethouders toch wel eenmaal per jaar de ge
legenheid mag aangrijpen, of scheppen, om zijn
mening te geven over het totaal van de niet
geringe gemeentelijke problematiek. En dat
geldt ook voor de raadsleden, die tijdens de
begrotingsbehandeling (beginnend op 10 febru
ari 1969) waarlijk niet uitsluitend spreken over
financiële zaken. Trouwens, alles wat men
doet, heeft met geld te maken en men raakt
dus niet gemakkelijk buiten de orde.
Wordt in de aanbiedingsbrief dan niet over
financiële kwesties gesproken? Het zou een
vergissing zijn dit te denken en ten bewijze
van het tegendeel volgt hier nogmaals een ci
taat (maar leest u, wanneer u het te moeilijk
vindt, daarna wel verder!):
„De ontwerp-gemeentebegroting voor 1969
in welk stuk de geraamde batige en nadelige
sloten van alle gemeentelijke bedrijven en
diensten zijn verwerkt wijst in leite een
nadelig saldo aan van 620.000,Zij is even
wel sluitend gemaakt door middel van een
bijdrage uit de algemene reserve. Wij merken
hierbij op, dat de gemeentebegroting voor 1968
sluitend was met inbegrip van de gebruikelijke
bijdrage uit de algemene reserve ter grootte
van 1/30 deel van die reserve, t.w. 100.000,—.
Die gebruikelijke bijdrage van 1/30 deel van
de algemene reserve is ook in de ontwerp
begroting voor 1969 geraamd, wederom tot een
bedrag van 180.000,—. Wij verwachten name
lijk dat de omvang van de reserve na het slui
ten van het dienstjaar 1968 ongeveer gelijk zal
zijn aan het huidige saldo van ongeveer 5,5
miljoen, aangezien het verwachte kleine batige
saldo van dienst 1967 (inclusief verrekeningen
na het sluiten van het dienstjaar) ongeveer zal
opwegen tegen het verwachte kleine nadelige
saldo van de dienst 1968. In totaal is derhalve
voor het dienstjaar 1969 een beschikking over
de reserve tot een bedrag van 800.000,ge
raamd, t.w. een normale beschikking van
180.000,en een incidentele beschikking van
f 620.000,—."
Zo is het en niet anders, maar wij moeten
wel vrezen, dat slechts de sterk geïnteresseerde
en deskundige lezers deze passage uit de aan
biedingsbrief op de voet hebben gevolgd en
geestelijk geheel hebben verwerkt. Het is eigen
lijk wel jammer, dat een uiteenzetting over de
gemeentelijke financiën niet in wat huiselijker
termen kan worden verpakt, want dan zou ook
de gewone man wat dieper in deze materie
kunnen doordringen en daarvoor wat meer be
grip en interesse kunnen tonen. Dat zou in het
bijzonder nuttig zijn om een aantal populaire
misverstanden uit de weg te ruimen.
Het eerste en hardnekkigste daarvan is, dat de
Het was een korte vreugde, toen op 16 novem
ber de eerste vorst van dit seizoen de moge
lijkheid opende om op de sintelbaan van het
sportveldencomplex 't Nijlan te schaatsen. Deze
vreugde verkeerde in droefenis, toen het ijs
vermaak in de loop van de dag moest worden
beëindigd. En menigeen vroeg zich toen met
enige verbittering af, of de gemeentelijke dienst
voor Sport en Recreatie niet wat meer water in
ijs had kunnen doen veranderen, opdat het
brosse laagje meer weerstand aan de schaats
ijzers had geboden. Dat kon helaas niet en het
onderstaande moge tot verklaring daarvan
dienen.
Het opbrengen van water op de sintelbaan, om
deze in een ijsbaan te doen verkeren, kan pas
beginnen, wanneer de baan zelf hard bevroren
is. Is dat het geval, dan krijgt de tien man
sterke spuitploeg bericht zich gereed te hou
den om in de nacht aan het werk te gaan. Be
slissend is de weersverwachting voor de ko
mende dagen, waarbij ook (veel gewaardeerde)
inlichtingen van de meteorologische dienst van
de vliegbasis worden ingewonnen.
Lijkt het er dan op dat de vorst zal aanhouden,
dan komt het „sproei-alarm". 's Nachts, wanneer
men geen hond naar buiten stuurt, trekken de
tien sproeiers naar de ijzigkoude baan, om deze
met water te besproeien. Dat gebeurt niet door
de sintelbaan rechtstreeks onder water te zet
ten, maar door daarop een nevel van ijzel te
laten neerdalen. Men bereikt dit door het water
fijn verneveld omhoog te spuiten en het be
vriezingsproces speelt zich dan vóór het neer
dalen, dus in de lucht, af. De bevroren of on
derkoelde druppels zetten zich als ijs af op de
bevroren ondergrond. Op deze manier wordt
de baan millimeter na millimeter opgebouwd.
Zou men de sintelbaan onder water zetten, dan
duurde het veel langer alvorens een bruikbare
ijslaag zou zijn verkregen. Het bovenste laagje
water zou bevriezen, maar daarna het water
daaronder en ook de sintelbaan zelf tegen een
sterke afkoeling beschutten. Bij aanhoudende
vorst komt het dan wel goed (net als op een
gewone ijsbaan), maar de aardigheid van zon
sproeibaan is nu juist, dat men zeer snel tot
bruikbare resultaten kan komen. De andere
kant van de medaille is evenwel, dat een ge
ringe zonnewarmte gretig door de donkere
sintels wordt opgenomen en dan is het snel
met de pret gedaan.
Dat was ook op zaterdag 16 november het
geval. Tot groot verdriet van de schaatsers,
maar ook tot teleurstelling van de „spuitgas
ten", die er een zeer koude nacht voor over
hadden gehad om anderen dit vermaak te be
reiden
In de nachtelijke vrieskou wordt de sintelbaan
met lijn verneveld onderkoeld water bedekt.
(Foto Leeuwarder Courant)