In het
warmtecentrum
wordt U
Warmtewijzer
warmtecentrum Friesland nv
Zuiderplein 35. Leeuwarden - Tel. 26041
SHV energiegroep
„L)e magistraat en vroetschap vergadert
sijnde hebben de Heren gecommitteerden
tot 't vergroten van de Westerkerk
rapport gedaan, waarop geresolveert is
nog een vierkant, in voegen de olde kerk
is aan te bouwen."
De oude kloosterkerk werd nu uitgebreid met
een noordbeuk, die even lang en iets breder
werd dan het oorspronkelijke gebouw. De
muur tussen de twee beuken werd
weggebroken en vervangen door vier pilaren.
In de kerk kwamen nieuwe banken en een
nieuwe preekstoel. Eind 1684 kon de kerk
opnieuw ingewijd worden.
Na enkele moeilijkheden tussen de magistraat
van Leeuwarden en de Staten van Friesland
kregen de laatsten in 1693 een gestoelte aan
de zuidzijde van de kerk. Het werd een
kraak, die rustte op vijf pilaren.
Naar aanleiding van een verzoek van prinses
Amalia werd in 1696 aan de oostzijde van de
kerk een gestoelte voor de stadhouderlijke
familie getimmerd.
Tot 1727 was er geen orgel in de kerk. In dat
jaar werd het oude orgel van de Grote Kerk
overgeplaatst naar de Westerkerk. Het over
plaatsen van het orgel gebeurde door de
beroemde orgelbouwer Ohristiaan Müller, die
daarvoor een bedrag van 450,kreeg.
Bank van Marijkemeu.
Hoewel de stadhouderlijke familie in de
Westerkerk over een apart gestoelte kon
beschikken, was dit prinses Maria Louïse
niet voldoende. Zij richtte aan de raad van
Leeuwarden het verzoek om tegenover de
preekstoel een dicht getimmerd gestoelte te
mogen plaatsen. Waarschijnlijk wilde „Haar
Hoogheid de Furstinne" niet in aanraking
komen met de geurtjes die het „gewone volk"
mee de kerk in nam.
In de vergadering van 5 december 1732 werd
haar verzoek behandeld.
„De E. Raad, accorderende het versoek
van haar Hoogheid de Furstinne Doua-
Pas in 1826 kregen de plaatselijke besturen in
Friesland opdracht ervoor te zorgen, dat er
niet meer in de kerken begraven werd.
Toen in 1795 de patriotten in Leeuwarden de
macht in handen kregen, is de Westerkerk,
evenals de andere Leeuwarder kerken zoveel
mogelijk ontdaan van versieringen die nog
herinnerden aan de regententijd. De kerk zelf
werd gebruikt voor het houden van vergade
ringen en stemmingen.
Waarschijnlijk heeft de kerk meer geleden
van de restauratie in 1845-46, dan van de
plunderingen in de Franse tijd. Het kerkge
bouw werd grondig onder handen genomen
door de bekende stadsarchitect Thomas
Romein om, volgens W. Eekhoff „in een staat
gebracht te worden, waarop de gemeente
roem kon dragen."
Romein heeft bij de „restauratie" weinig van
de oorspronkelijke kerk in tact gelaten. De
riëre van Oranje Nassau om een besloten
bank te mogen hebben tegensover de
predikstoel in de Westerkerk, volgens
aftekeninge daar van zijnde, committee-
ren de Heeren Boumeester.s Koopmans en
Clonketts, als kerk-voogden, om gemelte
bank aldaar ten spoedigste te plaatsen tot
genoegen van Haar Hoogheid."
Meer dan de andere Leeuwarder kerken was
de Westerkerk in de 18e eeuw de begraaf
plaats voor de aanzienlijken. Dat dit begraven
in de kerk voor de kerkgangers niet een
onverdeeld genoegen was kunnen we lezen
bij jonkheer Onno Zwier van Haren. Hij
schrijft:
„In Leeuwarden, in Friesland, is, zoo lang
mij met eenige kennis heugd, dat is
zedert vrij meer als vijftig jaar nooit in
de Somer in de Westerkerk, vooral 's
namiddags gepreedikt, zonder dat één,
twee en dikwijls meer menschen uit de
kerk werden gedragen; in die staat
gebragt, niet door eenige onzeekere maar
door een bekende en gedecideerde cada-
vereuze reuk."
kerk kreeg een geheel nieuw dak en een
gestuct plafond. De opstelling van de banken
en de stoelen werd totaal veranderd. De
meest ingrijpende verandering was het plaat
sen van een brede ronde galerij tegen de
oost-, zuid-, en westwand. De prachtige
grafstenen werden vervolgens door een hou
ten vloer aan het gezicht onttrokken. Aan de
buitenzijde werden de mooie rode stenen van
de zuidmuur bedekt met een vieze, dikke laag
cement.
De Leeuwarder orgelbouwers Van Dam
en Zonen plaatsten boven de preekstoel
een nieuw orgel. Op 22 november 1846
werd de kerk weer in gebruik genomen.
Opnieuw was er een Leeuwarder monu
ment verknoeid. Van restauratie van het
oude kerkgebouw kan, wat de hervormde
kerk betreft, geen sprake zijn. Er is geen
geld voor beschikbaar. Het verval van de
kerk tekent zich op het ogenblik duide
lijk af in de Bagijnestraat. Zo gaat het
verval van de Leeuwarder binnenstad
verder.
H. TEN HOEVE