In 1498 werd Leeuwarden negen weken belegerd 1898 L.D^ffelES Nieuwsgierige straatjeugd ontdekte clandestien wapentransport Sinds Typhoon 6 In het jaar 1498 heeft Leeuwarden een belege ring doorstaan, een enerverende gebeurtenis in onze stadsgeschiedenis, die verder zeer arm is aan krijgshandelingen. Mag dit laatste ons ver heugen, aan de andere kant zijn wij daardoor wel unieke mogelijkheden tot het instellen van een jaarlijkse feestdag misgelopen. Groningen en Leiden leveren daarvan de goede voorbeel den. Nu moet men wel de voorwaarde stellen, dat het herdenkbare krijgsbedrijf een gunstige afloop voor de stad heeft gehad, want anders valt er weinig te vieren. Het beleg van Leeu warden in 1498 is helaas niet in het voordeel van de stad geëindigd en biedt derhalve geen aanknopingspunten voor een jaarlijks feestelijk vertier. Hoe was de politieke situatie in Friesland aan het eind van de vijftiende eeuw? Het was een tijd van woelingen en de met elkaar krakelende partijen waren de Schieringers en de Vetko- pers. Over het algemeen waren de Friese ede len op de hand der Schieringers en zij zochten hulp en steun bij Albert hertog van Saksen. Formeel was Albert reeds de baas in Friesland, want keizer Maximiliaan had hem beleend met het erfstadhouderschap over Friesland. Maar Maximiliaan en zijn dienaar Albert zaten ver van Friesland en waren voor het tot gelding brengen van hun papieren gezag aangewezen op de welwillende sympathie der notabele in woners van dit gewest. Aanvankelijk scheen dat allemaal wel te luk ken, want toen Alberts vertegenwoordiger en bevelhebber graaf Willebrord van Schaumberg met een sterke legermacht in Friesland ver scheen, vielen de belangrijkste steden en plaat sen van Westergo vlot in zijn handen. Krijgs manskunst, maar meer nog de sympathie der edelen leverden hem in 1498 dit succes op. Willebrord richtte daarna het begerig oog op Oostergo. Daar kon hij evenwel zijn macht eerst tot gelding brengen na Leeuwarden goed schiks of kwaadschiks in zijn macht te hebben gekregen. Ook hier ontmoetten de Saksers sym pathie, maar er was ook verzet tegen hun be wind. Rienk Cammingha was op hun hand en zo kwamen ze in het bezit van Cammingha- burg, noordoostelijk van de stad, nu het ooste- BIJ DE FOTO OP DE VOOR- EN ACHTERPAGINA. Aan het werk in de Westerkerk. Meer lotos over deze spontane restauratie vindt u op pagina 7 hiernaast. lijke stadsgedeelte, waar de naam Cambuur de herinnering levend houdt aan deze vroegere sterkte. Soldaten en wapentuig werden daar ondergebracht. Verder werden de kloosters Fiswerd (waar nu de oude begraafplaats aan de Spanjaardslaan is) en Galileën als kwartie ren in gebruik genomen. Het zag er somber uit voor Leeuwarden. De stadsregering en de onderling verdeelde burge rij zagen geen heil in een openlijke krachtme ting. Op 14 juli 1498 gaf Leeuwarden zich over en de hertog van Saksen werd erkend. Einde van het eerste bedrijf, maar er zou een tweede komen, volgeladen met dramatiek van de bovenste plank. De Leeuwarders zouden ook toen zichzelf niet zijn geweest, wanneer ze niet met zeer formele bezwaren tegen de regeling waren komen aandragen. De heer Van Schaum berg kon nu wel beweren dat hij handelde in opdracht van de hertog van Saksen, die zich op zijn beurt beriep op keizer Maximiliaan, maar waar waren de bewijzen? Een lastbrief had Van Schaumberg niet; welnu, de Leeuwar ders achtten zich niet verplicht de overeen komst na te leven voor en aleer een en ander zwart op wit en zwaar verzegeld van keizer lijke zijde werd bevestigd. Van Schaumberg ging daarmee accoord. Snelle paarden gingen op weg naar het verre Duitse Saksenland en de Saksische bevelhebber begaf zich naar Sneek om daar de komende gebeur tenissen af te wachten. Ook de soldaten ver dwenen, maar wel behield Van Schaumberg „enige vastigheid'' in Leeuwarden. Dat was het Uniahuis, een hecht getimmerte tussen Zwit- serswaltje, Weaze en Ossekop, voor dit doel welwillend beschikbaar gesteld door de broers Werp en Auke Unia later zou bij een jaren lang slepend proces blijken, dat deze welwil lendheid toch wel sterk met materiële bij oogmerken was omgeven. Van 24 juli tot 14 december stond dit huis ter beschikking van de stadhouder, mits hij het niet militair versterkte. Dat was allemaal accoord, maar blijkbaar be gon bij Van Schaumberg in Sneek de twijfel aan de goede bedoelingen der Leeuwarders snel te rijzen, een verschijnsel, waarvoor Fries- lands tweede stad overigens altijd een goede voedingsbodem heeft opgeleverd. Daar kwam nog bij, dat een naar Sneek ontboden Leeuwar der delegatie weigerde een inmiddels ontvan gen keizerlijk document als voldoende gewaar merkt te aanvaarden, omdat het ongezegeld en niet op perkament was geschreven. Nu bedacht Van Schaumberg een list. Hij be sloot het Uniahuis heimelijk te bewapenen en stuurde een wagen met verborgen krijgstuig van Sneek naar Leeuwarden. Het kruit was in botervaten verstopt en de wapens werden met riet bedekt. Het zou allemaal goed gegaan zijn, wanneer voor het Uniahuis geen spelende kin deren hun baldadige nieuwsgierigheid op de wagen hadden uitgeleefd. Ze ontdekten de wa pens en waren niet zuinig met hun kreten van verbazing. Volwassen voorbijgangers trokken de enig mogelijk conclusie en in korte tijd was heel Leeuwarden in rep en roer. ,,Wij zijn ver raden", was de kreet waarmee de verbolgen Leeuwarders optrokken tegen het Uniahuis. Het gebouw werd deerlijk gehavend, een hopman en drie knechten werden om het leven ge bracht. Heel de stad was één tegen de Saksers, van verdeeldheid was geen sprake meer. En uit Sneek kwam Van Schaumberg aange sneld, vertoornd over de trouweloosheid van de Leeuwarders. Op 12 augustus 1498 werd Camminghaburg opnieuw versterkt. Ook het klooster Fiswerd kreeg weer een bezetting. Van alle kanten werden benden bij Leeuwarden sa mengetrokken. Schieringer edelen uit Oostergo en Westergo schaarden zich aan de kant van de Saksers en achtten het nodig, dat Leeuwar den „ten gronde verdorven" zou worden. Het beleg van Leeuwarden duurde negen we ken. De Leeuwarders weerden zich dapper en dwongen daarmee zelfs het respect van hun tegenstanders af. Maar dat mocht niet baten. De overgave op 23 oktober bracht mee, dat meteen een bezetting van 400 soldaten in Leeu warden werd gelegerd. Al in 1499 brachten de Saksers de dwangburcht tot stand die de stadsbevolking in toom zou moeten houden. Dat was het blokhuis, op de plaats waar we nu de gevangenis vinden. Het begijneklooster Fiswerd verhuisde in 1510 naar de stad, waar aan de Bagijnestraat nieuwe ge bouwen verrezen. De vrouwelijke kloosterlin gen hadden het heel moeilijk gehad buiten de stad, met het ruige Saksische krijgsvolk onder hun dak; de Thaborse kloosterbroeder Peter schrijft hierover „dat die vreemde knechten roefden int Suster doester toe Wiswert; ende benamen den Susteren hoer clenodyen". Uw nieuwe fieta of bromfiets staat voor U klaar! Uitsluitend de beste merken Beste service Enorme keuze U is hartelijk welkom bij N.^V. VOORSTREEK 65-67 - Tel. 24596 TaDriKaten MAKELAAKS-IAAAitURS IN ONhULKENDfc QÜEUEKEN LEDEN N B.M. Gazelle Honda Solex R.A.P. Puch en andere

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1969 | | pagina 6