Fa.Adema's Bouwbedrijf L.D^ffelES Gazelle In 1952 is het herenhuis afgebroken en vervangen door een nieuw schoolgebouw, dat in 1963 met een moderne vleugel werd uitgebreid. Stichting van Fribourg Naast Mariënburg was ondertussen nog een ander bouwwerk verrezen. De al eerder genoemde jhr Vegelin van Claerbergen stichtte in 1872 naast zijn buitenhuis een hofje voor „minvermogende lieden". Het voorhuis van het geheel kreeg de vorm van een Zwitsers chalêt en de naam werd Fri bourg, naar men zegt omdat de familie Vegelin uit het Zwitserse Vrijburg afkomstig zou zijn. Tot zijn dood heeft jhr. Vegelin zelf gezorgd voor de instandhouding van het uit zeven woningen bestaande hofje. In zijn testament bepaalde hij, dat bij zijn overlijden zijn taak overgenomen moest worden door een bestuur bestaande uit vijf leden. In dit bestuur moest altijd een lid van de familie Vegelin van Claerbergen zitting hebben. Fribourg kreeg ook nog een aardig erfenisje. Uit de omvangrijke nalatenschap, die toenter tijd een waarde vertegenwoordigde van ƒ6.197.183,92 werden door jhr. Vegelin aan het bestuur een boerderij onder Snakkerbu- ren, een stuk land bij Wirdum en een bedrag van 50.023,65 gelegateerd. Een eindje verderop aan de weg Achter de Hoven stond in de vorige eeuw nog een ander groot buiten, „Zorgvliet" geheten. In de 18e eeuw werd het Catershoven genoemd. Gelet op wat een plattegrond van plm. 1835 geeft, moet het een grote buitenplaats geweest zijn, met daarnaast een uitgestrekt park. Zorgvliet is afgebroken en vervangen door een boerderij, die later als blekerij dienst heeft gedaan. In 1905 is de boerderij in vlammen opgegaan. De plaats, tegenover de Opstandingskerk, is nu volgebouwd en niets herinnert meer aan Zorgvliet of aan het bijbehorende „bosch". Verkeersproblemen De omgeving van de weg Achter de Hoven mag dan voor de welgestelden aantrekkelijk geweest zijn, over de weg zelf was men niet erg te spreken. De weg was te smal en bovendien ondervond men bijzonder veel last van langs dravende paarden. Deze overlast werd zo groot, dat de raad van Leeuwarden in 1744 moest „ordoneren de stalluiden en ydereen die geen eigendom of geregtigheit heeft tot de weg lopende agter de Hoven van de stadsbuiten cingel aff tot aan het einde toe om sig te onthouden van het rijden en harddraven met paarden aldaar bij poene (boete) van een pond groot in cas van contraventie te verbeuren, vergunnende aan de Eigenaars van de huisingen en thuinen aldaar om op haar costen een verbodsbortje ten dien einde te mogen laten oprigten". Het schijnt dat deze verordening een aantal jaren goed is toegepast, maar in 1749 komen de eigenaars van land en huizen aan Achter de Hoven opnieuw met klachten. Na onder zoek van de grieven besluit men dan: „om tot belet en affweringe van rijden en jagen met peerden aldaar wederom een sluitboom te laten maken ter plaatse en de sleutels daarvan aan een vertrouwd oppasser in bewaringe te geven ten dienste der geregtigden en conservatie van de gemene weg". Deze sluitboom bleek niet een afdoende oplossing te zijn voor het verkeer op de bochtige en smalle weg. Reden waarom men in 1754 burgemeester Bourboom en de schepenen Herfst en Wieland verzocht: „te besigtigen off de rijweg agter de Hoven op sommige plaatsen wat te smal wezende niet enigszins tot algemeen gerijff soude kunnen werden verbreed en wel tot voorkominge van ongelukken". In het door de heren uitgebrachte rapport werd een aantal suggesties gedaan. Er moesten een paar sloten gedempt worden. Een aantal scheve hoeken moest afgesneden worden, maar in een bepaald geval was de oplossing nog gemakkelijker. Zo stelde men: „dat gemelde rijdweg bij van Sons somerhuis was breed genoeg bij aldien het vuilnis en asch aldaar door de aschwagens wierde weggehaalt". Bovendien voorzag het rapport ook nog in de aanplant van een aantal bomen. Dit bracht opnieuw een aantal burgers in het geweer: „Uit vrese so de bomen groot wierden te veel schaduwe mogten aanbrengen en de son op de voorste landakkers beter wordende daar door onvrugtbaarheit en nadeel mogte werden veroorsaakt". De bomen kwamen er niet. Exercitieplaats. In 1773 besloot de raad tot de aanleg van een exercitieterrein tegenover Mariënburg. Een stuk land van negen pondematen groot werd afgegraven en weer opgehoogd. Uit de resolu ties van de raad blijkt, dat „sijne Hoogheid den Heere Prince erfstadhouder" nog wel toestemming voor het gebruik van het land moest geven. Maar de prins had er geen bezwaar tegen „dat het land agter de Hoven tot een exercitieplaats wierde gehouden, mits betalende de beloofde één hondert ducatons". Die honderd ducatons moesten door het „guarnisoen" aan de magistraat van Leeu warden worden betaald. Het moet daar op het grote exercitieveld lang niet pluis geweest zijn. S. J. van der Molen schrijft in het „Frysk sêgeboek" „Efter 'e Hoven yn Ljouwert doarmet eltse nacht in wyt skynsel oer 'e beam- men om it fjild dér 't earen de skutterije oefene. It spüksel giet boppe oer 'e toppen hinne, twaris it fjild om en fordwynt dan". Of het van het „spüksel" kwam durf ik niet te zeggen, in ieder geval heeft het garnizoen het niet zo lang uitgehouden op het terrein aan Achter de Hoven. In 1849 vertrok men naar een nieuw terrein op de plaats waar nu het Dr. Zamenhoffpark is. In deze onbewoonde buurt kon men beter schietoefeningen houden dan aan Achter de Hoven, waar het schieten gevaar voor de omwonenden ging opleveren. Later werd het schietterrein verplaatst ooste lijk van het Kalverdijkje waar de kogelvan gers nu nog in het land liggen. Gedaanteverandering In de tweede helft van de 19e eeuw heeft de buurt Achter de Hoven een totale gedaante verandering ondergaan. De twee voornaamste oorzaken van die verandering zijn geweest de aanleg van de spoorwegverbinding met Gro ningen in 1863 door de spoorlijn werd Achter de Hoven op twee plaatsen doorsne den en het graven van het Nieuwe Kanaal (1895). De uitbreid ng van de stad vond hierdoor in hoofdzaak plaats aan de zuidoost kant. In 1867 werd vlak bij de spoordijk de strokartonfabriek geopend. In de jaren tussen 1870 en 1890 werd het stuk grond tussen Potmarge en Achter de Hoven volge bouwd en ontstonden daar de Romkeslaan en de buurten Tulpenburg, Achter Tulpenburg, Klein Tulpenburg en de Keetbuurt. Nu is het grootste gedeelte van de daar gebouwde huizen alweer onder de slopershamer geval len. In het decennium voor de eeuwwisseling werd het gedeelte van Achter de Hoven tussen Fabriekssteeg en overweg volgebouwd, met als gevolg het ontstaan van de Maria Louisastraat, de Kanaalstraat en de Verkor- teweg. Tegenover de Fabriekssteeg verrees in 1905 de gemeenteschool 12 (de gemeente hbs). De uitbreiding stopte niet bij de overweg. Al in 1868 werden tegenover het toen nog niet bestaande Fribourg de Hendriks- en Maria- buurten gebouwd. De huizen tegenover de nu nog bestaande boerderij zette men in 1898. De Vegelinbuurt verrees in 1905 en tot slot bouwde men de huizen ten zuiden van het Parkherstellingsoord. Jarenlang bleef het land langs het nooordelijk lopende stuk van Achter de Hoven onbe bouwd, alleen aan de oostzijde verrees het „rooie dorp". De rest van het land bleef in gebruik bij de tuinders. Na de oorlog zijn praktisch alle tuinderijen verdwenen. De Opstandingskerk werd gebouwd en daarmee was de bebouwing van Achter de Hoven voltooid. Afgezien van de naam, herinneren alleen nog een dikke wilg en een vervallen boerderij aan de door de landen lopende laan „Achter de Hoven". H. TEN HOEVE Uw nieuwe fiets of bromfieta ■tast voor U klaar! Uitsluitend de beste merken Beste service Enorme keuze U is hartelijk welkom bij N. Y V. VOORSTREEK 65-67 - Tel. 24596 Honda Solex R.A.P. Puch Typhoon en andere I* BUNGALOWBOUW VERBOUW Verlengde Schrans 74 - Leeuwarden - Telefoon 20014, b.g.g. 26938 ONDERHOUDSWERK 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1969 | | pagina 9