eeuwarder bioócopen ultra modern uitcjeruót Tlliikniii Filmprojectie in driekwart eeuw: van handbediening op automatisering v KLEEDKUNST Er is geen vak oi de beoefenaars ervan weten er wel sterke verhalen over te vertellen. Meestal spelen ze een behoorlijk aantal jaren terug, zodat de nieuwkomer in het vak ze moeilijk meer kan controleren. Door het over vertellen zijn die sterke verhalen dan meestal nog aangedikt, maar waar of niet waar: ze zijn meestal het aanhoren wel waard. Filmoperateurs kun nen uit de, nog jonge, geschiedenis van de bioscoop ook mooie staaltjes vertellen. Zo is er het verhaal van een Leeuwarder ope rateur, die een grote liefde voor de film paarde aan een grote liefde voor het borrelglaasje. Het was al eens een paar maal voorgekomen dat de bioscoopbezoekers een tiental minuten moesten wachten voordat het filmdoek op lichtte, omdat de operateur iets te lang aan de stamtafel bleef zitten. Het was geen opzet verklaarde hij zijn superieur, maar hij vergat gewoon de tijd. Deze onontbeerlijke functiona ris in het bioscoopbedrijf vond er iets op. Om zich steeds bewust te zijn van zijn verant woordelijke taak, die op tijd moest beginnen, sleepte hij voortaan de filmspoel met het bioscoopjournaal met zich mee op zijn tocht langs de cafés. Het was de eerste spoel van het programma en inderdaad: hij kwam op tijd. Het ging nog één keer mis. Dat was tij dens de kermisweek toen hij zo gezellig het sociale contact in het café meehielp bevorde ren dat hij niet op tijd opstapte. Aan een kellner in het bedrijf gaf hij toen de opdracht de filmspoel alvast naar het theater te bren gen. Zelf arriveerde hij een half uur later. Dit cafébezoek van de man die moest draaien had voor de bezoekers nog meer consequen ties. Een hoofdfilm van anderhalf uur is meer dan twee kilometer lang en werd daarom vroe ger op zes tot zeven spoelen gezet. Op één spoel stond één acte. Die hadden natuurlijk een volgorde. Een enkele keer gebeurde het nu dat onze operateur, niet helemaal meer nuchter, zich bij het verwisselen van de spoe len vergiste in het cijfer met een zeer verwar rend resultaat. In hun fauteuils zaten de bios coopbezoekers te genieten van een bloedige western, waarin naast vele anderen (Indianen en Amerikaanse militairen) ook de beste vriend van de held van het verhaal sneuvelde. Wie beschrijft nu de verbazing van de toeschou wers toen even later de, voor de camera's voortreffelijk gedode, vriend weer opdook en acteerde alsof er niets gebeurd was. Tien mi nuten later bleek deze man weer van de aard bodem te zijn verdwenen om niet terug te keren. In de operateurscabine was de operateur in middels door de zaalwachter op de hoogte gebracht van het feit dat hij de actes door elkaar draaide! De allereerste operateurs in het filmbedrijf hadden nog heel andere mogelijkheden om het publiek in het ootje te nemen. Die eerste filmdraaiers, na de uitvinding door de gebroe ders Lumière, stonden op de kermissen. Leeu warden beleefde de première op de kermis van 1896 toen Christiaan Slieker voor het eerst hier zijn tent opsloeg. Enige maanden eerder had het Kurhaus in Scheveningen de primeur van de film in Nederland gehad. We weten dit uit een strooibiljetje, warmee Slie ker de Leeuwarders naar zijn attractie lokte en waarop hij onder meer schreef: .Buiten het mijne is dit apparaat te zien in Scheveningen". Christiaan Slieker bezat een met de hand te draaien projector, waarmee hij zijn hoogbrand- bare films uit Frankrijk projecteerde. Met als lichtbron het „Kalklicht" een soort gaslicht, dat echt brandde! produceerde hij een rede lijk beeld. Tijdens de voorstellingen door de week, met een redelijk bezette tent, draaide deze operateur zijn films met de hand prach tig af. Maar tijdens de weekenden, wanneer het publiek op deze geweldige uitvinding af stroomde en de eigenaar er alle belang bij had zoveel mogelijk voorstellingen op één dag te draaien, zwengelde hij de projector eens zo snel als normaal rond, waarbij de „levende" figuren over het doek vlogen. Binnen de kortste keren stonden de toeschouwers weer buiten in het kermisgewoel en kon een nieuwe voor stelling aanvangen. Het filmbedrijf heeft zich na die eerste kermis- jaren stormachtig ontwikkeld. Eerst kwamen er de vaste bioscopen, waarin de stomme film werd begeleid door een explicateur en een muzikant en omstreeks 1930 deed de geluids film z'n intrede. Toen was het voor eens en altijd gebeurd met het te snel draaien. Het ge luid, dat op de film werd aangebracht, zou bij te snel draaien immers geweldig gaan jan ken en de bezoekers zouden het daarbij niet lang uithouden. In Leeuwarden kwamen de Cinema en de Leeu warder Bioscoop, waarbij later de Tivoli, op gebouwd in een voormalige roomskatholieke kerk, werd gevoegd. Het zijn ook nu nog de drie bioscopen die de Leeuwarders aan hun filmische trekken laten komen. Later kreeg ook de Harmonie een filmaccommodatie. De N.V. Vereenigde Nederlandsche Bioscopen die de drie theaters exploiteren zijn niet ach tergebleven in de ontwikkeling van de film en de filmprojectie. De heer Weijschedé, op volger van de heer H. Zondervan als directeur van het concern, is zijn directeursloopbaan goed begonnen. De technische uitrusting van alle drie bioscopen in Leeuwarden werd ver nieuwd. De bezoeker zal het niet zo direct merken (hoewel de projectie nu feilloos ver loopt) maar de filmcabines, hoog in alle drie theaters, hebben een compleet ander gezicht gekregen. De oude projectoren er stonden in elke cabine twee apparaten vereisten een volledige handbediening. Voortdurend moesten filmspoelen worden verwisseld en de projectoren draaiden steeds om de beurt. In de Cinema en de Leeuwarder Bioscoop werd tot voor kort nog met koolspitsen gedraaid. Dat betekent dat de lichtbron bestaat uit twee koolstaven, waartussen helder wit licht wordt opgewekt. Van de operateurs werd een grote oplettendheid gevraagd omdat de koolstaven de neiging hadden uit elkaar te lopen, waar door het licht op het projectiedoek sterk wis selde. De cabine kon geen ogenblik in de steek worden gelaten. Dat is nu veranderd. De gehele filmprojectie is nu geautomatiseerd. Voor de twee „conven tionele" projectoren kwam in elke cabine één in de plaats. Die ene projector kan het hele avondvullende programma bevatten en kan Man ouds Wigersma JAl sinds IS 55 pAMES-EN HERENMODE ntiauw8 leeuwarder

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1969 | | pagina 18