loge ge-
laatste
stad m
toegeno-
van de
nmenoin
Het kan
kantoor
dat er
Ook de
arlinger
:ht ove
irden in
ners van
uitzicht
i kleine
ior hoge
weinige
Mdehove
e iloog-
ïa's aan
treft, zijn gemaakt vanaf die Nieuwe Toren
in het jaar 1877, toen de fotografie nog in
de kinderschoenen stond. De Nieuwe Toren
werd zeven jaar later afgebroken en nooit
weer opgebouwd. Het is dus niet mogelijk
om vanaf dezelfde plaats deze stadsgezich
ten nogmaals te fotograferen. Zij bieden een
curieus beeld op de stad. Het was een
vrouw die deze stadsgezichten op de ge
voelige plaat heeft vastgelegd: mej. G. H.
Matthijssen, dochter van een bekend Leeu
warder portretschilder, die nog als kamer
dienaar bij koning Lodewijk Napoleon in
dienst is geweest. Juffrouw Matthijssen was
in Leeuwarden „onderwijzeres in de teeken
kunst" en „photographiste". In deze laatste
hoedanigheid beklom zij in 1877 op 47-jarige
leeftijd de toren op het Klokplein en kiekte
in vijf richtingen de Leeuwarder binnen
stad. Zij noemde het resultaat „vogelper
spectief van Leeuwarden", dat we hierbij
afdrukken.
Linksboven zien we het stadhuis op de
achterkant met het gehele dak van de raad
zaal en het klokketorentje, waarin in 1915
het carillon van de Nieuwe Toren werd op
gehangen om in 1943 weer verwijderd te
worden. Verder zien we op deze foto de
Oldehove en op de voorgrond links de
Westerkerk in de Bagijnestraat. Tegen de
horizon tekenen zich de silhouetten van
drie molens af. Rechts de molen op het bol
werk bij de Oldehove, waar nu nog het
molenaarshuisje staat, links de molen bij de
Westerplantage en de molen op de hoek
van de Molenstraat en de Westersingel.
De foto linksonder toont een blik in de
richting van het paleis van justitie, waar
van de daklijst is te onderscheiden. Op de
voorgrond de Sint Jacobstraat met daar
achter een deel van de gevelwand van de
Nieuwestad met, duidelijk zichtbaar, het
dak van het waaggebouw.
Op de foto rechtsboven staan een tweetal
kerken. De Grote Kerk met het karakte
ristieke torentje en de „nieuwe roomse
kerk" op de hoek van de Bontepapesteeg
en de Speelmanstraat. Op de voorgrond
zijn een aantal gevels te zien van de
toen nog niet gedempte Eewal.
De foto rechts in het midden toont een
unieke blik op de Berlikumer Markt tussen
Groentemarkt en Weaze. De nauwe ingang
van de Oude Oosterstraat staat er op en
ook het, bijna onveranderd gebleven, pand
op de hoek van de Weaze en de Ossekop.
Over de huizen heen is het „nieuwe tucht
huis" te zien, dat toen nog een heel andere
gedaante had dan de tegenwoordige straf
gevangenis.
De laatste foto, rechtsbeneden, toont ons
een blik in noordelijke richting. Boven alles
uit, vaag tegen de horizon, is de kazerne te
zien. De kazerne was in die dagen een
splinternieuw gebouw als gelijkvormige op
volger van de in 1860 uitgebrande kazerne.
Op de voorgrond loopt de Poststraat uit op
de blinde muur van een thans verdwenen
gebouw: De Nieuwe Doelen. Ook is een
stukje gevelwand van de Voorstreek op de
kiek gekomen, maar het was mej. Matthijs
sen nog niet mogelijk om de toren van de
Bonifatiuskerk te fotograferen, want die
kwam pas in 1884 gereed.
In dat zelfde jaar verdween dus ook de
Nieuwe Toren, die als standplaats van de
„photographiste" dienst deed. Jarenlang
had de toren in de Hoogstraat 86 cm uit
het lood gehangen (de Oldehove hangt he
den ten dage 1.50 meter uit het lood!) zon
der gevaar op te leveren voor de omge
ving.' Een storm op 14 december 1883 deed
de toren echter nogmaals 2V2 cm uitwijken
en dat werd de omwonenden te gortig. Zij
schreven het gemeentebestuur met het ver
zoek de gevaarlijke toren te slechten. Er
werd een onderzoek ingesteld en de ge
meenteraad besliste met algemene stemmen
voor de afbraak, die 880,kostte. In 1884
was de Nieuwe Toren, die nooit door een
nieuwe werd vervangen, tot de laatste
steen afgebroken. Het 34 klokken tellende
carillon staat nog altijd, sinds 1943, in de
kelders van het stadhuis. Misschien zal het
eens weer in Leeuwarden te horen zijn.