1898
1HELLEMA IZN
S in ds
Vervolg van pag. 11
lingen. Men ziet een aantal zeer grote be
tonnen bassins, sommige rond, andere
ovaal en het meest markante deel van de
bebouwing wordt gevormd door twee to
rens van zo n 25 meter hoogte. De ronde
bassins hebben een soort loopbrug, die van
het midden naar de kant loopt en die bij
aandachtige beschouwing zeer langzaam in
het rond blijkt te draaien. In de ovale bas
sins heerst een aanzienlijk grotere beweeg
lijkheid. Er zitten een paar watervalletjes
in, waar het drabbige water zich zeer brui
send gedraagt en dan zijn er aan de einden
nog een paar grote draaiende trommels,
die het stromende water als het ware om
de bocht helpen. De torens vertonen geen
leven; dat ze innerlijk evenwel sterk in be
roering zijn, zullen we verderop in dit ver
haal merken, wanneer we het over deze
slijkgistingstanks hebben.
Wat gebeurt er nu in deze imposante in
stallatie? We hebben daar al eens eerder
over geschreven en herhalen hier in het
kort wat toen (juni 1967) omstandig werd
verhaald. De zuivering van het rioolwater
geschiedt langs de natuurlijke weg en dat
is de afbraak van de vuilbestanddelen door
bacteriën. Ook in de vrije natuur zorgen
deze nuttige wezens voor de afbraak van
het zich in het water bevindende vuil; zon
der hun voortdurende bedrijvigheid zou op
onze planeet geen druppel zuiver water
te vinden zijn. Deze bacteriën stellen even
wel enige arbeidsvoorwaarden en wanneer
daaraan niet wordt voldaan, dan staken ze
hun werk en gaan ten gronde. Voorwaarde
nummer één is, dat ze niet met overmatige
hoeveelheden vuil worden geconfronteerd,
want dan kunnen ze het werk niet aan.
Bovendien eisen ze in het leefmilieu de
aanwezigheid van voldoende zuurstof: er is
zelfs een duidelijke relatie tussen het zuur
stofgehalte van het water en hun activi
teit. Het is nu wel duidelijk, dat het bin
nenkomende rioolvocht aan deze beide
voorwaarden niet voldoet. De vuilconcen-
tratie is te hoog en het zuurstofgehalte te
gering. In de afvalwaterzuiveringsinstalla
tie gaat men nu in eerste instantie twee
dingen doen: men laat het slijk bezinken in
zogenaamde voorbezinktanks (dat zijn de
ronde betonnen bakken met de langzaam
draaiende loopbrug, verbonden met een
over de bodem strijkende schraper, die het
slib naar een centrale afvoer drijft) en dan
wordt het water daar boven naar de ovale,
hierboven al genoemde, beluchtingstanks
gebracht. Daar vinden de in rijkelijke over
vloed aanwezige vuilafbrekende bacteriën
een ideaal werkmilieu. De concentratie van
vuil is sterk verminderd door de vooraf-
MAKELAARSKANTOOR
14
gaande scheiding tussen slijk en (vuil) wa
ter en de gesignaleerde watervalletjes zijn
bedoeld om extra lucht (en dus zuurstof)
aan het water toe te voegen. Na deze be
handeling houden we water over dat al een
redelijke graad van zuivering heeft door
gemaakt, maar om de helderheid nog te
verhogen, gaat het water daarna naar zo
genaamde nabezinktanks, die naar vorm
en inrichting met de voorbezinktanks zijn
te vergelijken. En uit de overloopgoot
daarvan komt water dat kwalitatief gelijk
te stellen is met normaal slootwater. Het
kan zonder bezwaar op het open water
worden geloosd en ondergaat daar, indien
de omstandigheden dit toelaten, een ver
dere bacteriologische reiniging, zoals deze
door de natuur, zonder menselijk ingrijpen,
wordt bewerkstelligd.
Inmiddels mogen we het bezonken slijk
niet aan onze aandacht laten ontsnappen.
Ook dat moet worden afgebroken tot een
onschadelijke, niet-riekende substantie. De
zuurstofminnende bacteriën, waarvan hier
boven sprake was, laten bij dit proces
uiteraard verstek gaan, maar de natuurlijke
afbraak van vuil kent nog een andere me
thode, die men welluidendheidshalve
gisting kan noemen, maar die met rotting
duidelijker is gekarakteriseerd. Alweer tre
den bacteriën als de nijvere slopers aan,
maar de hierbij betrokken soort heeft geen
behoefte aan zuurstof. Wel wordt ze tot
bijzondere ijver geprikkeld door warmte:
het actiefst is ze bij een temperatuur van
plusminus dertig graden. Voor deze om
standigheden nu wordt gezorgd in de to
renhoge slijkgistingstanks, die om twee
redenen zeer deugdelijk en volkomen her
metisch zijn afgesloten. De eerste is, dat
bij dit gistingsproces metaangas vrijkomt
en dit kan worden opgevangen en als
brandstof gebruikt, vooral voor het ver
warmen van het slijk. De tweede is, dat de
bij dit proces vrijkomende gasvormige
zwavelverbindingen zeer onwelriekend zijn
het is dezelfde lucht die we kennen van
de stinkende grachten, waar dit proces des
Detail van een ovale beluchtingstank.
Hier in het bijzonder doen de bacteriën
hun vuilalbrekend werk. Links een „wa
terval", waar zuurstof in het water wordt
gebracht; op de voorgrond een draaiende
cylinder, die de watercirculatie mee be
vordert.
-
mm NIEUftEMEG I 9 TEL.31215 LEEUWARDEN
MXtELMRS-IWtATSU» 14 ONROERENDE OOEOCREM LEDEN