*Cweel en ra,Yiieiteh on be dermis in 1867
In het
warmtecentrum
wordt U
Warmtewijzer
warmtecentrum Friesland nv
„Echte verdedigers van de kermissen zijn er weinig meer. Zij. die
er voor doorgaan zouden (gelijk De Tijd zegt van de doodstraf) moe
ten worden genoemd tegenstanders van de afschaffing, zoolang er
geen surrogaat voor is aan gewezen. Nu de kermis er weder is, nu
de kermisgeest het grootste gedeelte der ingezetenen reeds bevan
gen heeft, achten wij het nogthans doelloos ons in den strijd over
het behoud van de kermissen te begeven. Wij staan weder voor een
fait accompli en daarvoor in 't bijzonder wordt sints eenige jaren
in Europa door hoog- en laaggeplaatsten een onbeschrijflijk groote
eerbied gekoesterd. Wij zullen evenzoo handelen en maar verder
zonder complimenten eenige woorden doen hooren over de kermis
zooals zij zich thans weder aan ons oog vertoont.''
Zo begint de Leeuwarder Courant van 18 juli
1869 de beschrijving van de Leeuwarder ker
mis van dat jaar. Een kermis die, zoals de
schrijver opmerkte, ,,het grootste gedeelte der
ingezetenen reeds bevangen heeft iets wat
we van de huidige kermis zeker niet kunnen
zeggen. Natuurlijk ligt dat niet alleen aan de
tegenwoordige kermis, maar vooral aan de ver
anderde tijdsomstandigheden. Toch krijgt men
uit oude krantenverslagen, advertentiekolom
men en andere stukken de indruk, dat de ker
mis van nu iets mist. De gezelligheid lijkt ver
dwenen te zijn.
In 1869 was de kermis niet alleen maar een
rij tenten en kramen op een groot plein. Ker
mis betekende toen vooral ook toneel, muziek,
circus en „kijkspullen". Op het plein voor het
paleis van justitie stonden grote tenten opge
steld. Verschillende bekende, reizende toneel
gezelschappen gaven in Leeuwarden acte de
présence.
In de schouwburg van Leeuwarden trad het
gezelschap van Roobol en Tjasink voor het
voetlicht met stukken als „Steven Langer van
Glogau, of de Hollandsche schoorsteen in het
winterpaleis", „De vrijboer van Altenburen, of
de strijd tusschen oud en nieuw" en „Maria
Antoinette, koningin en martelares". Over dit
laatste stuk was de recensent van de Leeuwar
der Courant zeer enthousiast, met name over
de hoofdrolspeelster mevrouw Kleine. „Mevr.
Kleine gaf een zeldzaam kunstgenot te smaken.
Koningin of martelares, altijd was zij even
waardig, even indrukwekkend, even natuur
lijk.... Niet minder dan tien malen werd zij
Zondagavond, onder daverende applaudisse-
menten, teruggeroepen
Op zaterdag 31 juli sloten Roobol en Tjasink
hun serie voorstellingen in de schouwburg af
met: „Ideeën van Mr. Aubrag (nooit alhier ver
toond)" en gevolgd door „Ik inviteer mijn ko-
Zuiderplein 35. Leeuwarden
jé SHV energiegroep
Tel. 26041
lonelAan de vooravond van hun vertrek
deden ze de Leeuwarder ingezetenen per
strooibiljet de volgende mededeling toekomen:
„De directie vervult bij deze een aange
name pligt, door het geëerde publiek van
Leeuwarden haren opregten dank te be
tuigen voor de ondubbelzinnige blijken
van goedkeuring en bijval, die haar zoo
ruimschoots ten deel hebben mogen val
len".
Blijkbaar was het verblijf in Leeuwarden de
„Tooneelisten van Amsterdam" goed bevallen.
Bij het paleis van justitie stond de schouwburg
tent opgesteld van de bekende „Salon des
Variétés van Amsterdam, onder directie van
P. Boas en N. Judels". De heren Boas en Ju-
dels brachten vooral stukken in het kluchtige
genre zoals: „De echtgenoot eener jonge juf
vrouw, of de eene klucht volgt op de andere"
en „Een zonderlinge rentenier, of hoe een oude
vrijer aan een lief vrouwtje kwam", Dit laat
ste stuk met de heer Judels in de hoofdrol
„op eene wijze, die hem eene warme ovatie
deed verwerven zoals de Leeuwarder Cou
rant meldde.
Ook de stukken „De Weezen van s-Graven-
hage" en „Apropos. Je hebt een grooten neus
gingen er bij het publiek in als koek.
Op 27 juli kwamen Boas en Judels „tot zekere
sluiting van het tooneel" met een buitenge
wone voorstelling, waarin het stuk: „Drie da
meshoeden van een model" en als klapstuk
de „nieuwe kluchtige vaudeville in 1 bedrijf:
Een kind van de Wirdumerdijk en een telg
van den Eewal". Van al dit schoons kon men
genieten „met toestemming van het Edel Acht
baar Bestuur" en voor het luttele bedrag van
1,49 voor de eerste rang, 1,00 voor de
tweede rang, 0,75 voor de derde rang en
0,40 voor de vierde rang. Waarschijnlijk wer
den in dit stuk de straatnamen aangepast aan
de plaats waar men speelde.
Naast de bovengenoemde toneelvoorstellingen
waren er op de Leeuwarder kermis van 1869
nog vele andere zaken te zien, zoals het
.Grand Théatre Crosso", dat onder de directie
van „Prof. Henrij Smith" heel Europa was af
gereisd en dat „de eer is te beurt gevallen,
dat hunne voorstellingen onderscheidene ma
len zijn bezocht geworden door Z.M. de Koning
en de Koningin, in het koninklijk théatre te
's Gravenhage, alsook door Z.K.H. Prins Frede-
rik en Prins Henderik, zoo ook te Berlijn, Lon
den etc." en nu in Leeuwarden op het Zaai
land „daar staande met een collosale tent".
Het programma van het Grand Théatre Cros
so was lang niet mis. Men bracht: „Hoogere
Gymnastiek, komische entremédes, Engelsche
pantomimes, verrassende tableaux antiques en
zwevende groepen" en dit alles werd opge
luisterd door „Egyptische en elektrische ver
lichtingen".
Volgens de Leeuwarder Courant had het thea
tre Crosso dadelijk veel toeloop. Maar dat kan
ook moeilijk anders met tableaux als „Nym-
phen in het bad", „Venus door de bosgoden
ontdekt" en „Diana in het bad verrast door
Acteon".
In 1869 werd Leeuwarden niet bezocht door
een groot circus. Voor de kinderen was er wel
het „Cirque en miniatuur" ook al weer met
een „collosale tent" op het Zaailand. Onder
leiding van de heer L. Dassie vertoonde men
in dit circus „een groote voorstelling in Hoo
gere rijkunst" en de heer Dassie was in de
voorstelling zelf nog te zien met een „nog
nooit alhier geziene Buitengewone Luchtsprong
door een Tunnel van tien voeten lang". Bij de
kinderen vielen de dressuurnummers met hon
den en apen zeer in de smaak.
Ook de muziek- en operetteliefhebbers konden
tijdens de kermis wel aan hun trekken komen.
In concertzaal Y. van der Wielen aan de Breed-
straat verzorgde het „met roem bekende Ge
zelschap onder directie van den Heer Jean
Pflaging" uitvoeringen. Men kon er genieten
van'„operettes, chansonnettes, comique scenes
en chooren."
In het „koffyhuis Bellevue, over de Prins Hen-
driksbrug, bij het station" gaf men gedurende
de kermis „soirëes musicales, waarbij een
goede komiek, die alle stukken in Costuum
voordraagt". Het publiek behoefde tijdens de
voorstelling niet op een droogje te zitten, want
per advertentie liet men weten „Het Buffet zal
van alle Ververschingen voorzien zijn".
De concerten, die door de plaatselijke muziek
korpsen in de Prinsentuin gegeven werden,
trokken ook veel bezoekers. Niet zelden werd
een concert opgeluisterd met „Gaz verlichting
en vuurwerk". Voor het samenstellen van
deze illuminatie had men uit Amsterdam de
heer P. L. van den Brugh aangetrokken. Hij
deed zich volgens een krantenverslag kennen
als: „een hoogst bekwamen pyrotechnicus. Niet
één stuk of het gelukte volkomen. De slot-
decoratie, voorstellende een chineesche pago
de, was inderdaad een meesterstuk. De tuin
leverde een zeer interessant schouwspel op,
inzonderheid als hij door bengaalsch vuur
werd verlicht en men daardoor de aanzien
lijke menigte, die uit meer dan 3500 menschen
bestond, kon overzien".
Over de uitvoeringen van de muziekkorp
sen was men niet altijd even tevreden. Het
bleek nogal eens, dat leden van de orkes
ten verstek lieten gaan om in de schouw
burg van een toneelvoorstelling te gaan
genieten. Door het snel afspelen van het
programma probeerden andere orkestleden
de schouwburg nog op tijd te halen.
Tijdens de kermis vond in Leeuwarden ook al
tijd een harddraverij plaats. Blijkens de resolu
ties van b. en w. heeft de gemeente in 1868
aan de „keurmeesters voor de harddraverijen
in deze Gemeente" een bedrag uitgekeerd van
317,75, bestemd voor de aankoop van „een
zilveren waterketel met komfoor tot prijs en
een dito theepot met melkkan tot premie Aan
de toezegging van de prijs was nog wel de
voorwaarde verbonden, dat de advertenties
voor de harddraverij niet alleen in de Leeu
warder Courant, maar ook in de Groninger
Courant en het Handelsblad geplaatst zouden
worden.
De Leeuwarder kermis van 1869 was vooral
ook een kermis van „kijkspullen". Er waren
mensen in allerlei vormen te bewonderen. Zo