TUnkiiiii
„Hoofd van Jut"
slagvaardig protest tegen
dubbele moordenaar
v KLEEDKUNST
Jut stierf in de Leeuwarder gevangenis
t Man ouds Wigersmo
JU sinds 1855
^AMES-EN HERENMODE
■ntóüws leeuwarden
Het „hoofd van Jut" op de Leeuwarder kermis.
Op 12 juni van het jaar 1878 overleed in de Leeuwarder strafgevan
genis Hendrik Jacobus Jut, 26 jaar oud. Op 6 mei 1876 was hij door
de Haagse rechtbank veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf.
„Levenslang" was in dit geval dus niet meer dan twee jaren. Zijn
vrouw, Christina Goedvolk, kreeg bij dezelfde gelegenheid twaalf
jaar gevangenisstraf opgelegd. Zij zat haar straf uit en moest kort
daarna nog twee jaren in de gevangenis doorbrengen, wegens het
plegen van een diefstal. Op 26 juni 1926 overleed zij te Haarlem.
Hendrik Jacobus Jut en zijn vrouw Christina behoren tot de bekend
ste misdadigers uit de vorige eeuw en verdienen om deze reden een
plaats in onze criminele geschiedenis. Aan de naam Jut is een extra
herinnering tot op de dag van vandaag verbonden gebleven door
een traditionele kermisattractie: het hoofd van Jut. De door Jut en
zijn vrouw begane misdaad werd door het publiek zo afgrijselijk
bevonden, dat men graag de grote houten hamer ter hand nam om
daarmee deze onverlaat in gedachten een slag op het hoofd te geven.
Nog altijd wordt het kermispubliek uitgenodigd deze krachttoer te
verrichten (de heer A. Haitsma uit Wartena was hier dit jaar voor
de veertigste keer met deze attractie), maar de ware zin ervan leeft
niet meer bij de kermisgangers. Mogelijk kan het hieronder volgende
misdaadverhaal ertoe bijdragen, dat men in de toekomst het hoofd
van Jut met meer overtuigingskracht bewerkt.
Op 19 juli van het jaar 1851 werd Hendrik Ja
cobus Jut te Den Haag geboren als natuurlijke
zoon van Maria Geertruida Jut. Moeder Jut
bekroonde haar niet geheel vlekkeloze levens
wandel in 1855 met een huwelijk, maar vier
jaar later was ze weduwe. Het gezin ging naar
Rotterdam en op 16-jarige leeftijd kwam Hen
drik in militaire dienst. Te zwak zijnde om
kanonnen en ander oorlogstuig af te schieten,
zwaaide hij in 1869 af wegens lichaamsgebre
ken. Hij belandde daarna in het hotelvak en
leerde in een dezer bedrijven in zijn geboorte
stad Christina Goedvolk kennen, die daar in
een gedienstige positie verkeerde. Christina
was een aantrekkelijk meisje, dochter van een
Delftse brandersknecht en haar lichamelijke
appetijtelijkheden resulteerden in deze met stu
denten overvulde stad in twee onechte kinde
ren. Dat gebeurde op haar 18e en 20e jaar,
voordat ze Hendrik Jut leerde kennen.
Hun beider huwelijksplannen, verhaast door
het in verwachting raken van Christina, wer
den door geldnood belemmerd en daar moest
een mouw aan gepast worden. Het zou een
mouw van kwalijke stof en snit worden, want
Hendrik Jacobus werd sterk geprikkeld door
de verhalen van zijn geliefde over de rijkdom
van ene mevrouw de weduwe M. Th. van der
Kouwen-Ten Kate, die, na het verwerven van
een aanzienlijke erfenis, in een riant pand aan
het Haagse Huygenspleinwas gaan wonen.
Christina had daar een blauwmaandag als ge
dienstige gewerkt en dat was lang genoeg om
te weten, dat de weduwe rijk was en waar ze
haar rijkdommen, waarbij veel Amerikaanse
effecten, had verborgen.
Op de avond van 13 december 1872 ging het
tweetal er op los. Vrij laat in de avond belden