■f N\ 34"
I -
In hot jaar een 'duizend acht honderd acht en zeventigden
da«T der maand 3^^ «6»- '°°r °"s °»toSctetade
dun Dmnuim Stam. dcf^omocnla Leeuwarden, Prerineie Fr.eeland, verschenen.
DEK DUUU*dliJiHivr,i> wiapi»
\ss*-r?7 /T4'C/
7''
r-sr* ZSS^f&f'S SJ - s -
V S A
/*~SZ 7 »<JVl
^?»vrv
da" der maand
welke Ons verklaard hebben dut alhier op den y
z ure, is overleden:
dezes jaarsdes
Waarvan Wij deze akte hebben opgemaaktWelke na voorlezing door Ons
»/<-/'
ze aan de deur. Er werd opengedaan door de
dienstbode Helena Beeloo, kortweg Leentje
genoemd. Zij herkende haar voorgangster en
liet de bezoekers argeloos binnen. Toen ze in
de keuken was teruggekeerd, trok Hendrik
een mes en verwondde het meisje dodelijk. Een
gevaarlijke getuige was dus uit de weg ge
ruimd, voordat het eigenlijke misdrijf werd ge
pleegd. De weduwe Van der Kouwen was het
tweede slachtoffer. Leentje was in de keuken
onwel geworden, zo werd haar door haar voor
malige getrouwe meegedeeld. Bezorgd ging ze
kijken en in de keuken deelde ze het lot van
het dienstmeisje. Kennissen van mevrouw Van
der Kouwen ontdekten de volgende dag de
twee lijken en al gauw bleek, dat de waarde
papieren en kostbaarheden uit het huis waren
verdwenen. Er moest iemand aan het werk zijn
geweest die de huiselijke situatie goed kende,
toch bleef het drama lang onopgehelderd.
In 1873 en 1874 kwamen er berichten uit Ame
rika, dat daar een aantal van de gestolen eifec-
ten, waarvan de nummers bekend waren, aan
het licht waren gekomen. Een anonieme brief,
gericht tot de Haagse politie, deed de rest en
op 9 oktober 1874 werden Hendrik Jacobus Jut
en zijn vrouw (ze waren inmiddels getrouwd)
in arrest gesteld. Ze dreven toen een logement
aan het Haagse Veer te Rotterdam en daaruit
is te verklaren, dat logementhouderals be
roep van Jut wordt vermeld in de Leeuwarder
overlijdensakte.
Tussen het moment van de misdaad en de ves
tiging in Rotterdam was heel wat gebeurd. In
maart 1873 vertrok het echtpaar (het huwelijk
was een maand eerder gesloten en ingezegend)
via Huil naar New York. Voor de reis- en ver
blijfkosten had Jut twee bankbiljetten van 1000
gulden kunnen inwisselen, maar de waarde
papieren kon hij hier niet kwijt zonder onmid
dellijk tegen de lamp te lopen. In New York
ging dat beter. Voor de Amerikaanse effecten
beurde hij 10.700 dollar en daarmee kon hij
wel een poosje voort.
Merkwaardigerwijs nam het echtpaar het risico
van een terugkeer naar Nederland. Reeds in
mei 1873 waren Jut en zijn vrouw hier terug.
Ze gingen in Vught wonen en leefden er goed
van, zonder argwaan te wekken. In hetzelfde
jaar werd hun 'dochter Angelica Arabella Cas
sandra Christina geboren; ze zou later de
zwaar belaste familienaam Jut vervangen door
Münnemann; die van de tweede man van haar
moeder.
Opnieuw schenen Jut en zijn vrouw aan de
greep van de Nederlandse justitie te zullen
ontsnappen. In 1874 gingen ze namelijk naar
Graaf Reinet in de Kaapkolonie om daar een
bestaan op te bouwen. Maar na een half jaar
waren ze terug en vestigden ze zich in het lo
gement in Rotterdam. Daar kwam het einde.
Het verhaal van Hendrik Jacobus Jut is hier
mee verteld. Zijn vrouw werd op 10 mei 1888
uit de gevangenis in Rotterdam ontslagen.
Haar gedrag had niets te wensen overgelaten
en ze zou zichzelf onder de naam Christina de
Graaf hebben gereclasseerd, wanneer ze in
Amsterdam niet door een rechercheur als de
vrouw van Jut was herkend. De politieman was
te loslippig om haar identiteit verborgen te
houden. Haar mevrouw zegde haar de dienst
Dit is de uit 1878 daterende overlijdensakte
van Hendrik Jacobus Jut, die in de Leeuwarder
gevangenis stierf. Het origineel bevindt zich in
het archief van de burgerlijke stand te Leeu
warden.
op en op straat werd ze uitgejouwd. Naar haar
eigen zeggen heeft ze toen een diefstal ge
pleegd om opnieuw in de gevangenis te komen.
Twee jaar leverde haar het stelen van een stuk
zeep en twee paraplues in de „Fransche Bazar
op. Na deze gevangenschap trouwde ze te
Haarlem met de machine-bankwerker Albert
Münnemann. Elf jaar later was ze opnieuw
weduwe, maar nu was ze ook rechtens van de
familienaam Jut verlost. In behoeftige omstan
digheden werd ze in 1920 opgenomen in het
Stads Armen- en Ziekenhuis te Haarlem, waar
ze, zoals gezegd, in 1926 overleed. De andere
bewoners vermaakte ze in haar laatste levens
jaren met het zingen van kinderliedjes
BIJ DE VOORPAGINA: In het zwembad
Nijlan werden deze maand de Friese
jeugdkampioenschappen gehouden. Een
goede start is het halve werk.