1898
liHELLEMAAN
Sinds
De portier
MAKELAARSKANTOOR
De restauratie
1431 Jacobijnerkerkhol.
Het Boshuisen gasthuis. Middeleeuws hoije, gebouwd in 1652.
Hoe het gasthuis reilde en zeilde in de jaren
van 1652 tot plm. 1870 is moeilijk te zeggen.
Mededelingen uit die tijd zijn niet voorhan
den. Pas over de tijd 1870 is er iets te vinden
in het archief van Van Beyma thoe Kingma.
Uit 1874 is er een instructie voor de portier
van het gasthuis. De man had een behoorlijk
uitgebreide taak. Hij moest het gasthuis
schoon houden en in de winter sneeuwvrij
maken, de bleek onderhouden en er voor zor
gen dat „de tonnen nu in het privaat aange
bracht, op behoorlijke tijden worden geledigd
en weder geplaatst".
Elke dag moest hij iedere bewoonster een
emmer water geven en „daarna de pomp met
het daartoe bij hem in bewaring zijnde slot en
ketting naar behoren sluiten".
In de maanden van oktober tot en met april
had hij (alleen bij „donkere maan") de zorg
voor het ontsteken van de lantaarn.
Hij moest „bovenal de kinderen, die de plaats
van het huis tot heden als speelplaats mis
bruiken, strengelijk weren". Verder veror
dende men dat „hij zal steeds bescheiden zijn
jegens elk en een ieder, die tot het gesticht in
eenige betrekking staat, als ook tegen de be
woonsters, hij zal twisten zoeken te voorko
men en zijn die soms ontstaan, ze terstond
trachten te bedaren, opdat andere bewoon
sters geen overlast van sommige ondervin
den Nimmer mag hij misbruik maken
van sterken drank en moet tevens ijverig op
letten, dat zulks ook in het gesticht geen
plaats vinde".
Als beloning voor zijn werk kreeg de man per
jaar 44 tonnen turf, het genot van een vrije
woning, dezelfde toelage als de bewoonsters
van het gasthuis en verder vier gulden per
jaar „voor het bekwaam onderhouden van
bleek en rabat" en voor elke rondzegging van
overlijden nog eens 50 cent.
In het jaar 1888 werden er voor het gasthuis
nieuwe statuten vastgesteld. Over de aard en
bestemming van het gasthuis werd bepaald:
„het Boshuisen Gasthuis te Leeuwarden is
eene bizondere instelling van weldadigheid,
die ten doel heeft, om in het aan haar toebe
horende gesticht oude vrouwen zonder onder
scheid van godsdienstige gezindte, ieder in
een afzonderlijke kamer te doen genieten,
vrije inwoning, eene door het bestuur te bepa
len hoeveelheid brandstof en zoodanige toe
lage in geld als de fondsen van iedere afde
ling dezer instelling zullen toelaten".
HIEUNEftEG 7 9 IEL.31215 LEEUMtflOEH
M*«l»J* -lAXAf6URS U OMBOSRfcNDE OOlOeRÏM UOtM "■»«-
Ook bepaalde men: „Geene vrouwen worden
in het gesticht opgenomen, dan die, hoewel
behoeftig, niet geheel arm, van onbesproken
gedrag zijn en den ouderdom van 60 jaren
hebben bereikt. Inwonende vrouwen, die zich
schuldig maken aan wangedrag, of bij herha
ling de rust verstoren, worden uit het gesticht
verwijderd".
Tot voor kort hebben deze en andere bepalin
gen gegolden. Om het geheel wat hanteer
baarder te maken en ook in verband met de
komende restauratie zijn er echter onlangs
nieuwe statuten gemaakt.
Voor de restauratie van het hofje heeft de
Leeuwarder architekt A. H. Baart Jr. plannen
gemaakt. Omdat de oude woningen niet meer
voldoen aan de eisen die nu aan het wonen
gesteld worden, is er besloten de oude inde
ling van het hofje enigszins te herzien. Zo
zullen er steeds twee woningen tot een sa
mengevoegd worden, zodat er ruimte komt
voor een woonkamer, een slaapkamer en een
kleine toilet ruimte. Een en ander betekent
wel dat er van de 20 woninkjes 10 zullen
overblijven. Verder is er dan nog een por
tierswoning, een logeerkamertje, dat door alle
bewoonsters voor eventuële gasten gebruikt
kan worden, een centrale badruimte en een
ruimte voor de centrale verwarmingsketel.
De deuren, die door deze herindeling moeten
verdwijnen, zullen zodanig aangegeven wor
den, dat ze als deur herkenbaar blijven. Het
ligt ook in de bedoeling de bleek met de
lantaarn en de oude pomp te handhaven.
Gezien de gemaakte plannen lijkt het zeker
niet moeilijk om voor de woningen bewoon
sters te vinden. Ze dienen echter nog wel
minstens 60 jaar oud en van onbesproken
gedrag te zijn. H. ten Hoeve.
11