De derde Prins Hendrikbrug moet volgend jaar klaar Nu we voor de laatste keer gebruik hebben gemaakt van de oude Prins Hendrikbrug, past het enkele regelen te wijden aan deze aan de sloop prijsgegeven oeververbinding, die zo lang de gehaaste treinreizigers van dienst is geweest en ook voor het overige verkeer van grote betekenis was, zij het dat de moeilijkheden van de passage vaak groter waren dan de gemakken daarvan. Het verkeer had het zeker niet breed op deze ijzeren draaibrug. Van leuning tot leuning mat hij zes meter. Bij de aanwezigheid van voetpaden van één meter aan weerskanten bleef er netto vier meter over voor het rijverkeer. Dat werd voldoende geacht door de vroede vaderen van weleer, die de komst van de auto niet konden bevroeden. Op 29 februari 1956 stelde de raad een kre diet beschikbaar voor de bouw van een nieuwe beweegbare Prins Hendrikbrug. Die brug zou er al lang geweest zijn, indien kort daarna de bestedingsbeperking niet was ge komen. Ten tweeden male kwam de vervan ging van de Prins Hendrikbrug in de raad aan de orde op 6 juni 1962. Het daarvoor beschikbare krediet bedroeg nu 1.617.000, voor welk bedrag eveneens een beweegbare brug zou worden gebouwd. Financierings moeilijkheden verhinderden ook hiervan de uitvoering en daarna begonnen zich de ideeën te ontwikkelen omtrent de herstrukturering van de binnenstad, met daaraan verbonden Het besluit om een ijzeren draaibrug over de zuidelijke stadsgracht te leggen werd in 1868 genomen. Leeuwarden had een spoorstation gekregen en de eerste stadsuitbreiding was tussen de gracht en de spoorwegterreinen ge dacht. De bereikbaarheid van één en ander werd onvoldoende verzekerd door de brug bij de vroegere Wirdumerpoort dus diende er een nieuwe verbinding te komen. In de raad werd nog breedvoerig gesproken over de vraag, of de brug vijf dan wel zes meter breed moest worden. Zes leek sommigen wel wat aan de brede kant. Was dit niet een uitnodiging aan roekeloze voerlieden om elkaar op de brug te passeren, met alle daaraan verbonden geva ren van ongelukken en overbelasting? De meerderheid van de raad besliste echter, dat het toch maar zes meter moest worden. Aldus geschiedde en zo kwam de eerste Prins Hen drikbrug tot stand in 1869. Leeuwarden was zeer gelukkig met deze giet ijzeren oeververbinding, maar kort na de tot standkoming ervan gebeurde er iets zeer droevigs met een andere brug in de stad. Dat De Prins Hendrikbrug vlak voor de sloop was de Vrouwenpoortsbrug, eveneens een constructie van gietijzer, geheel naar het mo del van de splinternieuwe Prins Hendrikbrug. Op 11 december 1869, 's morgens om half twaalf, werd deze Vrouwenpoortsbrug door de brugwachter geopend voor het doorlaten van een schip. Toen de brug was afgedraaid en dus geheel op de in het water geplaatste middenzuil rustte, brak hij onverhoeds door midden. Aan beide kanten kwam een stuk in het water terecht, waardoor het land- en het scheepvaartverkeer beide gestremd waren. Wij hebben de krant van die dagen even nagekeken om speciaal aan de weet te komen hoe het bij deze tragische gelegenheid de brugwachter was vergaan, maar daarover werden geen informaties verstrekt. Het lot van dergelijke eenvoudige lieden was niet zo belangrijk. Het breken van de Vrouwenpoortsbrug bracht ook een breuk mee in het vertrouwen in de deugdelijkheid van de Prins Hendrik brug, constructief „van hetzelfde laken een pak." De daaruit resulterende ongerustheid Met de Prins Hendrikbrug gaat het sierlijke gietwerk van het hek verdwijnen vinden we in de jaren daarna herhaaldelijk weerspiegeld in de raadsverslagen, maar de vroede vaderen waren in die tijd bijzonder zuinig van aard en dit betekende, dat men zo'n nog nieuwe brug van maar liefst zes meter breedte niet zo maar wegdeed, op ver moedens van bijzondere broosheid. Eerst in 1896 waagden burgemeester en wet houders het een bedrag van f 12.000 op de begroting te zetten voor een nieuwe Prins Hendrikbrug, zonder dat daarvoor evenwel op dat moment al een technisch plan bestond. De raad vond dit een wat vreemde handelwijze en adviseerde er een „pro-memorie"-post van te maken. Aldus geschiedde en daarna wer den de plannen gemaakt, die in 1897 werden uitgevoerd. De breedte van de brug bleef on veranderd op zes meter gehandhaafd. Enige jaren geleden is de asdruk van voer tuigen die de Prins Hendrikbrug passeerden gesteld op maximaal 3,5 ton. Dit betekende, dat autobussen en de meeste vrachtauto's er niet meer gebruik van mochten maken. Het was een hoogst noodzakelijke veiligheids maatregel, die voortkwam uit de officiële vrees, dat de brug het lot beschoren zou kunnen zijn die de Vrouwenpoortsbrug in 1869 trof. Het brugdek verkeerde al lang in een deplorabele toestand en werd met allerlei lapmiddelen berijdbaar gehouden. De Prins Hendrikbrug heeft zichzelf vele tientallen ja ren overleefd. Het zou anders zijn gegaan indien 14

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1969 | | pagina 14