TBiikniii
Veel
Zi
herinneringen
aan
Achter de Hoven
kleedkunst
ui m
Oud-commissaris Voordewind:
Meestal Staat ze achter de camera en niet daarvoor, onze iotograie Anneke Bleeker, wier acti
viteiten in elk nummer van de Leeuwarder Gemeenschap aan het licht komen. Op 24 ,uh was
zij evenwel verhinderd foto's voor ons of voor anderen te maken. Ze trad toen namelijk m «e
huwelijk met de heer W. H. Venema. Het bruidspaar werd bij het stadhuis (en bp de fraaie antieke
Rolls Royce) gefotografeerd door haar collega Dick van der Heyde, ook geen onbekende voor
de lezers van de Leeuwarder Gemeenschap.
Ofschoon ik al meer dan zestig jaar Amster
dammer ben, volg ik nog altijd het wel en
wee van mijn geboortestad. Ik ben dan ook al
weer jaren abonnee op dat mooie maandblad
„De Leeuwarder Gemeenschap". Ik bekijk
niet alleen graag de foto's, maar lees ook
altijd de artikelen. Die zijn voor mij steeds
weer interessant, vooral die van de hand van
de heer Ten Hoeve en met name dat in het
nummer van april j!., wat mij aanleiding
geeft, even te schrijven. Het ging over Achter
de Hoven en daar heb ik mijn meeste herin
neringen liggen. Toen ik twintig jaar was,
verliet ik Leeuwarden, maar als ik de stad
weer eens bezocht, zou ik nooit verzuimen die
weg te nemen, waar ik nog zoveel bekende
plaatsen trof. Allereerst wel de kapitale villa
Mariënburg, destijds bewoond door de familie
Reelingh Brouwer. Ik ben als jongen wel eens
in dat huis en in de prachtige tuin geweest en
ik ben ook goed op de hoogte van hetgeen er
in die familie is voorgevallen. Haar vertrek
naar Den Haag stond in verband met de fi
nanciële debacle, welke Leeuwarden trof toen
vele bekende bankiershuizen vielen (Gra-
tama, Bloembergen, e.v.a.). Dat mooie gebouw
is dus nu ook al verdwenen.
De stichting Fribourg staat er nog ongerept,
maar de grote boerderij van Schoustra maakt
het stellig niet lang meer. Verderop stond
destijds nóg een kapitale boerderij, groter en
mooier dan die van Schoustra. Het was de
plaats van Van Asperen, waarin toen al een
blekerij was gevestigd. Ik heb die plaats nog
zien afbranden. Het artikel gaat verder over
Achter Tulpenburg en de Zoutkeetsbuurt. Ik
heb die buurten nog goed gekend: er stonden
toen al wat men tegenwoordig krotwoningen
noemt en ze werden bewoond door paupers.
Maar in die tijd wist ik van de geschiedenis
van die buurten niet af, nu wel, na het lezen
van het artikel in de L.G.
Maar U had het ook over de Potmarge, en dat
deel had vooral mijn belangstelling. Ik ben
aan dat oude, vroeger zo schilderachtige wa
ter wel niet geboren, maar wel getogen. Ik
kwam ter wereld op het Vliet, maar wij ver
huisden toen ik nog geen twee jaar was en
wij kwamen te wonen in een fraai oud heren
huis, eigendom van de familie Van Eysinga,
bij wie mijn vader als schipper op dc mooie
antieke boeier „Stavo" (die helaas in 1923
werd gesloopt) in dienst was. Dat oude buiten
was aan de Potmargekant uit het water opge
trokken. Ernaast stond een complete boerderij
en naar het zuiden keek men uit op een grote,
goed onderhouden tuin, die nog in stand werd
gehouden door genoemde familie. En aan de
voorzijde had men het uitzicht op de Romkes-
laan, die in mijn tijd al bestraat was, maar
mijn ouders hadden haar nog als verharde
dijk gekend.
Inwendig was dat huis nog heel goed. In de
voorkamer bevond zich een fraaie betimme
ring in Rococo-stijl met geschilderd behang
sel. Het huis werd omstreeks 1900 gesloopt en
de betimmering en de schilderstukken wer
den overgebracht naar een boerderij van de
familie Van Eysinga ergens in de buurt van
Langweer. Daar moeten ze nog zijn, maar ik
heb die plaats nimmer kunnen ontdekken.
Mijn vader kreeg toen verderop een nieuwe
dienstwoning, een modern bouwsel, tenminste
modern voor die jaren. Wij waren er eerst erg
mee ingenomen, maar na enige jaren vonden
wij het jammer, dat wij het oude huis niet
meer hadden. Moeder is er overleden in '31
en vader in '34. Op de plaats van dat oude
herenhuis staat nu een kolenpakhuis.
Indien mogelijk, zou ik nu graag iets willen
vernemen over de geschiedenis van dat he
renhuis. Indien u nog in staat zoudt zijn mij
die inlichtingen te verschaffen, dan zou ik dat
op hoge prijs stellen. Met beleefde groeten en
hoogachting
H. VOORDEWIND, Amsterdam
Volgens gegevens uit het Gemeentearchief
kochten in 1750 de bekende uurwerkmakers
Arent en Theunis Haakma bVz pondemaat
gardeniersland aan de Potmarge, met huizin-
ge en schiphuis, voor 3424,20. Het land was
verhuurd aan Dirk Martens Tulp (wiens na
zaten de bloemkwekerij Tulpenburg dreven,
waarnaar in 1877 de straten T. en Achter T.
werden genoemd).
Na diverse overdrachten kwam ditzelfde
complex in 1804 voor 6000,— in handen van
de zoutbrander Johannes Romkes (wethouder
van Leeuwarden 18111837), die het huis
zelf ging bewonen en naamgever werd van de
Romkeslaan. Na het overlijden van R. kwa
men de goederen in bezit van de familie Van
Eysinga; deze heeft het huis steeds door an
deren laten bewonen, laatstelijk door haar
schipper Tjerk Voordewind.
Na de sloop van het huis in 1905 is de betim
mering overgebracht naar een in aanbouw
zijnde boerderij onder Scharsterbrug, thans
eigendom van Jhr. C. van Eysinga te Huis ter
Heide.
Van ouds Wigersmo
sinds 1655
DAMES-EN HERENMODE
•AïÉauw8 leeuwarden