enen vroeger en nu Het vroegere Bagijneklooster Een ongedateerde oude foto van het Bagijne klooster, van een lezer ten geschenke ontvan gen, vergunt ons andermaal de schilderach tigheid van de binnenstad van weleer te erva ren. Het verval is nu eenmaal schilderachtig, méér dan de punktuele rechtlijnigheid van het hedendaagse zakelijke bouwen. Het Ba gijneklooster verkeert hier overigens al „in staat van ontbinding", getuige het pandje op de voorgrond, dat, blijkens het bordje boven de deur, onbewoonbaar is verklaard. Romantische gevoelens, ontsproten aan heim wee naar het verleden, met een mooi woord nostalgie genaamd, berusten voor een groot deel op vertekening van het historische per- spektief. Inderdaad vertoonde het leven in zo'n besloten woonbuurtje meer knusheid dan dat in onze hedendaagse flats. De mensen kenden elkaar en hielpen elkaar buurtver enigingen zijn van latere datum dan de ware. ongeorganiseerde vereniging van buren in vreugde en leed. Maar het was wel het delen van gemeenschappelijke armoede. En dan was het dagelijkse gemeenschappelij ke leven lang niet zo idyllisch als onze vere delende verbeelding zich dit nu voorstelt. Ru zies doorbraken herhaaldelijk de veelgeroem de eenheid, dronkenschap verstoorde de rust in de stille straatjes en het rumoer van huise lijke twisten drong gemakkelijker naar buiten door dan nu in een moderne flat. Hulpvaar digheid was gedeelde nood. Wie zelf een koekepan had, hoefde die niet van de buur vrouw te lenen. In tal van gezinnen ontbra ken de gewoonste dingen. Van een oudere Leeuwarder hoorden we eens, dat in zijn jeugd een vrouw een theelepeltje bij de buren moest lenen, om het zieke kind een drankje te kunnen laten innemen. Natuurlijk was er ook voor de armsten nog wel aan een theelepeltje te komen. Dat kostte maar een paar centen. Maar in dat huis was eigenlijk helemaal niets aanwezig. Foto's houden wel het beeld van vroeger vast. maar niet de bijbehorende geur. Sanitair was een onbekend begrip. Water kwam van het dak in de regenwaterput. In perioden van langdurige droogte was er eenvoudig geen water. Het vuil van de daken ging mee de put in. Het bezit van een eigen tonprivaat, soms op zolder, was lang niet voor iedereen wegge legd. In tal van buurten waren gemeenschap pelijke privaten. Van een deugdelijke riole ring was geen sprake. De stank die de armoe- - _L.lLHMWÜf*"*

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1969 | | pagina 6