Zeer lang heeft Leeuwarden de reputatie
gehad een rustig en verzekerd onderko
men te bieden aan de mannelijke Neder
landers, die zich aan zulke zware misdrij
ven hadden schuldig gemaakt, dat hun
een straf werd opgelegd van vijf jaar tot
en met levenslang. Prominente figuren uit
de misdaad hebben hier vele jaren van hun
leven gesleten; nog onlangs konden we
er melding van maken dat de beruchte
„dubbele" moordenaar Jut (wiens denk
beeldige kop nog steeds tot kermisver
maak dient) daar in het laatst van de vo
rige eeuw heeft gezeten tot zijn vroegtij
dige dood.
En nu is de gevangenis dus gesloten. Vaak
valt het verdwijnen van iets wat lange tijd
tot de vertrouwde inventaris van de stad
heeft behoord, te bejammeren, maar op de
gevangenis is men gauw uitgekeken. Trou
wens, zo lang het gebouw er nog staat is
het bewoond of onbewoond zijn van de
inrichting voor de daarbij niet betrokken
Leeuwarders van weinig betekenis. Ook
toen de Bijzondere Strafgevangenis nog in
volle bloei verkeerde, werd men aan de
buitenkant niets dan sombere muren ge
waar. Leven was er niet te bespeuren; al
leen wanneer door een of meer gevange
nen langs slinkse weg de vrijheid van de
18
buitenkant werd bereikt, ontstond er ru
moer. Ontsnappingen waren vooral in de
mode toen de gracht langs de gevangenis
muur aan de Keizersgracht nog bestond.
Wist een gevangene de bovenkant van de
muur te bereiken, dan kon hij zich des
noods in de gracht laten vallen en aan de
vrije kant op de wal klauteren. Dergelijke
acrobatische avonturen leverden doorgaans
slechts het beperkte profijt van enkele
dagen vrijheid en achtervolging op.
De strikte afgeslotenheid van de gevange
nis is kort na de oorlog enige tijd doorbro
ken door de toenmalige direkteur van de
inrichting, die soms groepjes burgers toe
liet tot de kapel, waar ze een concert van
het gevangenenkoor konden bijwonen. Aan
een dezer excursies heeft de schrijver van
dit artikel toen mogen deelnemen en hij
herinnert zich nog zeer levendig de zware
deuren, het troosteloze binnenplein en de
ijzeren trappen in de ruimte waar de cel
len waren. Dan was daar het koor van on
geveer honderd man, met elkaar een totaal
aan misdadigheid vertegenwoordigend als
wellicht nimmer daarvoor of daarna in één
ruimte zal zijn samengebracht. Maar het
was wel een voortreffelijk koor, met een
prachtig massaal geluid. Er waren trou
wens veel Duitsers bij en zij die de oor
logsjaren hebben meegemaakt, weten dat
de nazi's al hun aktiviteiten graag met
vrolijke krijgszangen begeleidden. Hoogte
punt was het Moederlied, waarbij een so
list optrad met een voortreffelijke tenor.
Zijn overige eigenschappen waren minder
voortreffelijk. Dit „open huis" heeft maar
kort geduurd en het is ongemerkt aan de
meeste Leeuwarders voorbijgegaan dat de
Bijzondere Strafgevangenis in de vijftiger
jaren het bijzondere kenmerk van de in
richting voor de zwaarst gestrafte mannen
heeft verloren. De laatste tijd waren de
„prominenten" verdwenen en ze hadden
plaats gemaakt voor een beperkt aantal
recidivisten, ook wel gewoontemisdadi
gers genaamd. Ook daaraan is nu dus een
eind gekomen.
De plek grond waar de gevangenis, met
daarachter het huis van bewaring, staat,
is het toneel geweest van een veelbewo
gen stuk stadsgeschiedenis. Nog altijd her
innert de naam Blokhuisplein aan het feit
dat hier eens het blokhuis is geweest, in
oorsprong een in 1499 tot stand gekomen
vesting, die de Saksische hertogen na de
verovering van Leeuwarden lieten bou
wen om de omgeving van de stad te be
heersen en de stedelingen in bedwang te
houden. Het was een aan alle kanten door
Het oud-blokhuis voor de atbraak in 1873.