Radar t*@gi§ti*eet*f ie snelle verf de automobilisten ervan op de hoogte te stellen, dat men op onze ringweg niet harder dan 50 kilometer per uur mag rijden, gelijk overal in de „bebouwde kom". Tal van autorijders hebben daar geen boodschap aan en rijden zeventig, tachtig, soms negentig kilo meter per uur. Uiteraard zo lang en voor zover er geen politie-auto in de buurt te bespeuren valt, want ziet men de VW met het blauwe licht, bemand door gezagsdragers met witte petten, dan worden deze te-hard rijders plotseling de braafste kinderen van de klas Nu gaat het bij deze zaken natuurlijk niet om een al of niet sportief gespeeld spelletje met de politie, maar om de verkeersveilig heid. De ringweg zou wel een grotere snelheid kunnen verdragen, maar wat zou er gebeuren, indien het maximum op 70 kilo meter per uur werd gesteld? Wie nu twintig kilometer te snel rijdt en er dus 70 van maakt, zou dan 90 kilometer rijden, want de veronderstelling, dat men met een hoger maximum genoegen zou nemen, zich daaraan zou houden, berust op een illusie. Houdt men bovendien in het oog, dat grote delen van de ringweg grenzen aan nieuwe woonwijken met hoofdzakelijk jonge gezinnen en dus kleine kinderen, dan is het wel duidelijk, dat het verkeer op deze, op zichzelf probleemloze weg vooral naar de snelheid strikt aan de voorschriften moet worden gebonden. We zouden dit zelfs moeten aanvaarden, indien daardoor de belangen van de automobilisten werkelijk werden geschaad, want de haast van de een is niet het leven van de ander waard. Maar er zijn hier geen werkelijke belangen in het geding. De ringweg is tien kilometer lang. Met 50 kilometer rijdend, kan men in 12 minuten het rondje draaien. Met 70 kilometer wordt het iets minder dan 9 minuten. Wat moet er dan toch voor vrese lijk belangrijks in die drie minuten gebeu ren? Naast het patrouilleren in burger met niet als politie-auto's herkenbare wagens, ge bruikt de Leeuwarder politie thans ook het middel van radar-controle om overtreders van de maximum-snelheid te pakken. Voor lopig wordt de daarvoor nodige apparatuur door de Drachtster politie beschikbaar ge steld, maar de gunstige resultaten zullen er wel toe leiden, dat Leeuwarden er zelf over komt te beschikken. Autorijden is voorbehouden aan mensen, die de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt en geestelijk zowel als lichamelijk in staat zijn geweest het rij-examen met goed gevolg af te leggen. Volwassen mensen dus en geen schoolkinderen, die zich wanordelijk gaan gedragen, wanneer de meester zich buiten de reikwijdte van oog en oor bevindt. Niettemin gedragen tal van automobilisten zich even ongedisciplineerd als schoolkinderen, wan neer Meester Politieagent niet in de buurt is. Men kan zich hierover verbazen, want het gaat om mensen, die andere kinderlijke eigenschappen, zoals het duimzuigen, al lang hebben afgeleerd, maar we moeten helaas rekening houden met deze na de puberteits jaren bewaard gebleven eigenschap. Kapitalen worden uitgegeven om met tal van borden en liters op het wegdek gesmeerde Dit is de box, die de radarstralen uitzendt en de door auto, brommer of fiets teruggekaat ste straal opvangt. Het meest opvallende van zo'n radar-snel heidscontrolemeter is de uiterlijke eenvoud van het apparaat, die overigens sterk in tegenstelling is met de elektronische inge wikkeldheid ervan. Er zijn twee onderdelen. Het eerste is een in een broodtrommel-achti- ge box opgesloten antenne, die op een statief langs de kant van de straat wordt geplaatst. Het tweede is een kastje, dat in de bij de controle gebruikte auto staat. Aan de voor kant daarvan zijn drie verlichte venstertjes, die getallen van drie en in de stad doorgaans van twee cijfers vertonen. Die getallen geven nauwkeurig de snelheid aan van de voorbij rijdende auto's en ook van brommers en fietsers. Er loopt bij deze apparatuur geen draad over de straat. De radar-antenne is ingesteld op een denkbeeldige streep dwars over de weg en „pakt" daar alles wat voorbijrijdt, in beide richtingen. De registratie van het radar-signaal gaat via een kabel naar het kastje in de auto en daarin berekent een computer de hieruit af te leiden snelheid. Hoe ingewikkeld die berekening ook mag zijn, bij het gebruik van elektronica is daar geen meetbare tijd voor nodig. Rijdt de auto over de streep (die dus op geen enkele manier te zien is), dan zegt het kastje „tik" en de snelheid verschijnt in kilometers per uur op de schermpjes. Dit getal blijft staan tot er weer een voertuig passeert. Wanneer veel auto's vlak achter elkaar rijden, dan tikt het apparaat als een klok en de snelheids aanduidingen verspringen in hetzelfde tem po. Om dit technische wonder te doorgronden, moet men te rade gaan bij het in de natuurkunde bekende doppler-effekt, dat in het bijzonder bij geluidsgolven valt waar te nemen. Wie in de stad met een auto rijdt kan het, indien hij een muzikaal oor heeft, constateren bij het passeren van een draaior gel. Op het moment dat men langs het orgel rijdt, schijnt dit zeer vals te spelen: de toon zakt en dat heeft hetzelfde jankende effekt als wanneer een grammofoonplaat langza mer gaat draaien. Aan dit zakken van de toon is het draaiorgel evenwel onschuldig. Het is gewoon een gevolg van het feit, dat men eerst met een bepaalde snelheid het geluid tegemoet rijdt en dan wordt de toonhoogte opgevoerd (technisch: de fre quentie wordt hoger), terwijl men zich na het passeren van de geluidsbron verwijdert, wat een daling van de frequentie meebrengt. Hetzelfde doppler-effekt kan ook bij radar- stralen worden gekonstateerd en dit wordt benut bij het Franse Mesta-apparaat, dat de snelheid van voertuigen registreert. In het kort komt het hierop neer, dat de uitgezon den radarstraal door het voertuig wordt teruggekaatst. Deze teruggekaatste straal wordt door de antenne opgevangen en de frequentie (het trillingsgetal) ervan kan daarna elektronisch worden gemeten. Bij een stilstaand objekt is er geen verschil tussen de

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1969 | | pagina 6