1898 1956: Rumoer om „Rock HEILIMA i in zich zo gretig en zo gemakkelijk in actie laat brengen voor en door een zo volstrekt dwaze en onbelangrijke aangelegenheid. Het ant woord is, dunkt ons zeer eenvoudig: er is een groot aantal jongeren, dat zich in de vrije tijd intens verveelt en bereid is elke aangelegen heid aan te grijpen om de eentonigheid van het straatslijpen te breken. Kan dit niet op een fatsoenlijke manier, dan moet het maar an ders. Een deel van de jongeren is niet vatbaar voor de aantrekkingskracht van het in georgani seerde banen geleide jeugdwerk. Dit is bij zonder jammer voor deze jongelui, maar het is even jammer voor ditjeugdwerk, dat blijkbaar de middelen en de sfeer niet kan vinden om dit gedeelte van de jeugd op te vangen. En hieraan kan, naar onze smaak, alleen iets worden veranderd door andere middelen aan te wenden om de „ongrijpbare" jongeren te pakken te krijgen. Wij geloven, dat er op dit gebied in Leeuwar den nog ongebruikte mogelijkheden zijn, in de sfeer van wat wij „voorbereidende jeugdvor- ming" zouden willen noemen. Het begin daar van moet zijn deze jeugd van de straat te ha len door de aantrekkelijkheid van het op straat rondhangen te overbieden. Dit hoeft in begin sel niet zo'n grote krachttoer te zijn, omdat de straat niet zozeer vermaak biedt als wel de collectieve verveling, die gemakkelijker te dragen is dan die in afzondering. Wat doen jongens en meisjes liever dan op straat slen teren? We noemen een belangrijk voorbeeld: dansen en/of luisteren naar dans- en amuse mentsmuziek. Zou dit vermaak, in ieder geval op zaterdagavond, niet geboden kunnen wor den in de bovenzaal van de Beurs, waar ruim te is en een alcoholvrij buffet? Nu kan men zeggen, dat het bieden van een gelegenheid tot dansen niet direct een met ideëie begeestering overladen taak is. Maar hoger grijpen is althans aanvankelijk meteen te hoog grijpen. Aan het toedienen van een injectie met geestelijke activiteit onttrekt de patiënt zich al bij voorbaat. Daarom faalt de jeugdbeweging, die een op geestesarbeid Het waren rumoerige gebeurtenissen, waar over de Leeuwarder Gemeenschap schreef in november 1956. In dat jaar werd een door jon gelui meteen op een zeer luidruchtige manier aangebeden soort amusementsmuziek geïntro duceerd. Dat was de „rock-and-roll", die in de Cinema-bioscoop werd gepresenteerd middels de film „Rock around the Clock", voor onze begrippen een rustig werkje, maar toen aan leiding tot fikse rellen op straat. De vertoning van de film werd dan ook voortijdig beëindigd. Het gelukkig kortstondige rumoer, dat de ver toning van de film „Rock around the clock" in Leeuwarden heeft begeleid, is niet ten on rechte gebrandmerkt als een dwaze onbeheer ste rel van een deel der jeugd. Het gemakke lijkst was de zaak af te doen met een veroor deling van dit gedrag. Maar wanneer men mopperend over en scheldend op „die jeugd van tegenwoordig" tot de orde van de dag overgaat, dan blijft het diepere probleem lig gen waar het ligt en er gebeurt niets wat de werkelijke oorzaak van het kwaad zou kunnen wegnemen. Die oorzaak in de vertoning van een film zoeken is toch eigenlijk een te groot eerbewijs aan de macht van de cinematogra fie. De feiten hebben trouwens wel geleerd, dat „Rock around the clock" alleen maar tot relletjes aanleiding kon geven op grond van de vorming van een traditie. Wie heeft de tra ditie gevormd, dat men na het zien van deze film moet hossen, joelen, schreeuwen en de politie lastig vallen? Wij geloven er niets van dat de jeugd, waar ook ter wereld, hiervoor rechtstreeks aansprakelijk is. Eerder veron derstellen wij, dat jongelui zich voor het kar retje van de filmreclame hebben laten span nen om dit eens flink op gang te brengen. Voor de filmbusiness moet het wel bijzonder sneu zijn dat een al te grote snelheid op vele plaatsen zoals in Leeuwarden tot een ge biedend „halt" heeft geleid. De vraag blijft over hoe een deel van de jeugd Op 11 juni 1954 was prins Bernhard in Leeuwarden voor het leggen van de eerste steen voor de industriehallen aan de Sne- kertrekweg. Hetzelfde deed hij voor het researchlaboratorium van de Coöperatieve Condenslabriek Friesland. Ook bezocht de prins Koopmans Meelfabrieken. Op deze foto, die in het julinummer 1954 van de L.G. verscheen, ziet u prins Bernhard rechts, burgemeester Van der Meulen op de voorgrond en rechts op de achtergrond de Commissaris der Koningin, mr. H. P. Linthorst Homan. gegrond ideaal als eis stelt. De beperkte doel stelling die wij zouden willen propageren is: vervang de verveling buitenshuis, die de kiem is van allerlei kwade gedragingen, door aan vaardbare gezelligheid en ontspanning in een milieu, dat in ieder geval niet negatief op de persoonlijkheid werkt. Misschien kan zo een beginpunt voor verdergaande arbeid worden gevonden; in ieder geval mag men de jeugd niet, letterlijk en figuurlijk, „in de kou" laten staan. K. De Stichting Leeuwarder Gemeenschap heeft daarna jarenlang op zaterdagen dansavonden in de Beurs gehouden, die duidelijk in een be hoefte bleken te voorzien.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1969 | | pagina 6