aangaande het recht verstand van Art. 6k Stedelijk,Reglement.
Mede te delen in Raad. 8-12-183?, 9.
Mededeling van het bovenstaande in Raad R10-12-1832, 2.
Mededeling door Ged. Staten van een Missive van Min. van
Binnenlandse Zaken, houdende dat naar het Stedelijk Reglement
Art. 6_5 niet van toepassing is op die gevallen, waarin zonder
beraadslaging bij gesloten en ongetekende briefjes wordt gestemd.
1'ordt in Raad gebracht 22-1-1833, 3.
Toezending door Gouverneur van beslissing van Z.M., dat Art. 65
van het Stedelijk Reglement aangaande het deelnemen aan of aan
wezig zijn bij beraadslagingen over onderwerpen, waarbij een
bestuurslid of diens verwanten persoonlijk betrokken zijn, niet
van toepassing is op gevallen, waarbij zonder beraadslaging bij
gesloten en ongetekende briefjes wordt gestemd. pii-2-183?, 3.
Aanschrijving door Gouverneur aangaande het naleven der
bepalingen van Art. 81 van het Reglement op het Bestuur ten Platte-
lande in de provincie. 31-12-18^2, 3.
Aanschrijving door Gouverneur aangaande de toepassing van
het K.B. omtrent de bekleding tegelijkertijd van 2 lucratieve
ambten door dezelfde persoon. 8-4-18^3, 2.
Mededeling door Gouverneur aan de Plaatselijke Besturen
van K.B. 27-10-18^5, N-77, aangaande de uitlegging, te geven
aan Art. 71 van het Stedelijk Reglement, en het overeenstemmende
Art. 130 van de Reglementen op het Bestuur ten
Plat t eland e p k 1 2 -1 8*4 5 2.
Mededeling door Ged. Staten van missive van Min. van
Binnenlandse Zaken, ten gevolge op enige circulaires van dit
Departement, waarin wordt medegedeeld dat in verband met een
verschil van gevoelen van Art. 70 en Art. 100 van de Reglementen
op het Bestuur der Steden, door Z.M. is beslist, dat wanneer een
afschrift van keuren of verordeningen aan Ged. Staten wordt aan
geboden, het voldoende is deze te tekenen door Burgemeester en
Secretaris, terwijl de publicatie op naam van B V moet ge
schieden.
Bij gelegenheid zal dienovereenkomstig gehandeld
worden R3_2-i848,1.
Medegedeeld door Ged. Staten van een toelichting aangaande
het recht verstand van Art. 3, al. 2 der Vet 29-6-1851 (st. 85).
Wordt aangetekend bij dit artikel. 30-7-1851, 10.
(Betr. de samenstelling der Plaatselijke Besturen.)
Kiezers
Verzoek van Commissaris Dep. Friesland omtrent opgave van
Friese edellieden, alhier woonachtig 18-8-181^,5.
(Ridderschap was: Kiescollege voor gedeelte Prov. Staten).
Ter uitvoering van Art. 79 van het Regeringsreglement is
het opmaken van de Kiezerslijst voor de Raad opgedragen aan de
Commies R. Buysing Jr. 23-7-I816, 5.
Toezending door Gouverneur van Missive van Min. van Binnenl
Zaken aangaande de benoeming der Kiezers, met aanschrijving om
dadelijk order te stellen op de vorming der Kiescolleges over
eenkomstig de voorschriften. 13-8-1816, 1.
Kiezerslijst R12-9-l8l6.
Afloten der Kiezers l2j_q_l8l6 1,
Besloten te adresseren aan de Stagen, hoe te handelen, daar men
niet kan voldoen aan Art. 79 van het Reglement, om de Kiezers
in de eerste week van oktober bijeen te roepen. 1-10-1816, 2.
Antwoord van Ged. Staten op Missive dezerzijds
1-10—1816, N 22^, houdende, dat de bijeenkomst van de Kiezers
moet plaats hebben, zo-ra van het Gouvernement antwoord is ont
vangen op de Missive aangaande de bevoegdheid der
Kiezers. 1?-10-I8l6, 15-
Toezending door Ged. Staten van Missive van Min. van Binnenl.
Zaken in antwoord op Missive 2^-9-1816 van Raad aan Prov. Staten
aangaande de bevoegdheid der leden der Stadsregering, die tevens
leden van het Kiescollege zijn. 12-10-1816, 16.
Uitslag der stemming voor Kiezers. Onder de benoemden waren
9 Burgemeesters en Raadsleden. Daarom wordt het oordeel van
Ged. Staten gevraagd. R12-9-1816.
Toezending van aanschrijving Min. van Binnenl. Zaken, houdende
dat bij tussentijdse vacatures van Kiezers, degenen, die de naast-