Antwoord van B. en W. Amsterdam op Missive 19-2-1849, N58/2241, aangaande de
ligplaatsen van schepen, de retributie daarvoor te voldoen, etc.
21-3-1849, 6.
(Inhoud Missive 19-2-1849, N58/2241:
Verzoek om toezending van een mededeling aangaande ligplaatsen van schepen,
opruiming van wrakken, en van onbekende vaartuigen, heffen van leges- en
kaaigelden, etc.).
Verzoek van enige bewoners van de Grachtswal om te bepalen, dat voortaan bij
besloten water de schepen niet meer zullen worden gelegd langs de buitenkant, langs
de Grachtswal, maar langs de Oosterkade daar tegenover, teneinde hen in staat te
stellen het ijsvermaak uit hun woningen te zien.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat aan hun verzoek, na gedaan onderzoek, met geen
mogelijkheid kan worden voldaan: dit wordt derhalve afgewezen.
Dit wordt bericht aan de eerstondergetekende F. de Boer Hzn.
18-12-1850, 22.
Verzoek van enige schippers van buiten, die geregeld vee naar en van de stad
vervoeren, om een geschikte los- en laadplaats, waarbij zij aanwijzen de nieuwe aanleg
bij de voormalige Wirdumerpoorttegenover het huis van timmerman Meyer.
Provisioneel in advies gehouden.
B. en I. om een onderzoek verzocht. R4-9-1851, 14.
Burenruzies
Klacht van Waubert de Puiseau, wonende F 141, over een vervuild riool aan de
Zuid-Oostzijde van de tuin, veroorzaakt door de bewoners van het Klooster.
29-11-1814, 9.
Klacht van J.K. Feitsma, Ontvanger Generaal van Vriesland, dat Notaris Kutsch
's avonds in de tuin van de woning van zijn overleden vader, die hij heeft betrokken,
papieren opstookt, waardoor gevaar ontstaat voor hem als naastligger.
24-9-1816, 3.
Verzoek van de Mr. Schoenmaker Hendrikus HÖsker, wonende F 375, om een kachel
pijp in zijn werkplaats door het raam te mogen leiden.
Afgewezen. 26-11-1816, 3.
Verzoek van Pieter de Kandt en C. Wijbrandi, om maatregelen tegen het 's Zon
dags drogen van vellen in hun pakhuis in de Sacramentstraat door de kooplieden
Pinto en Vos van Coevorden, in verband met brandgevaar. 17-12-1816, 6.
Geen brandgevaar aanwezig.
Afgewezen. 24-12-1816, 2.
Klacht van de R. Kath. Kerk over de Koornmarkt, dat tijdens de godsdienstoefe
ningen hinder wordt ondervonden van een uitstekende pijp van de kastmaker A. Adema.
Gesteld in handen van Commissaris van Politie. 17-12-1816, 7.
Kachel is reeds weggenomen. 24-12-1816, 2.
Verzoek van Johannes Veltman, R. Keth Pastoor, om inspectie van een riool,
met de naastleger. 4-2-1817, 6.
Rapport hierover. 10-2-1817, 10.
Klacht van Jelmer Klazen, wonende Oldegalileën, dat hij gelast is een asbelt
bij zijn huis te verwijderen. 31-1-1818, 6.
Afgewezen. 17-2-1818, 9.
Klacht en verzoek van Wed. Johannes Winters, Nieuwe Buren K 209, om Wed.
Stapert, 210, naastleger, te verplichten een goot langs de zijmuur der woning aan
te brengen, wegens inwatering dezer zijmuur. 28-2-1818, 11.
Klacht van M.A.B. de Boer, wonende 01de Galileën, dat de koopman Willem Ter
Horst aldaar, N 13, om zijn woning op verkeerde wijze een staketsel heeft geplaatst.
4-4-1818, 17.
Verzoek van Andries Westerkamp en Willem Ter Horst om het hek te mogen be
houden. 14-4-1818, 4x
Getracht zal worden beide partijen tot overeenstemming te brengen.
18-4-1818, 8.
Het geschil tussen Van Marcke en S. Koelman over het gebruik van de pomp is
bijgelegd en dientengevolge wordt de missive van eerstgenoemde van 26-11-1818 niet
verder behandeld. 5-12-1818, 14.
Klacht van Aaltje Jans van der Meer, Wed. Coert Hendriks van Zeggeren, koop
vrouw, wonende Camstraburen, dat Pieter Andries, drankboer, daarnaast wonende, op
onjuiste wijze een erfafscheiding heeft opgericht.
Aangezien dit niet op de openbare weg is, wordt verwezen naar de rechter.
1-5-1819, 14.
Verzoek van Juffrouw Feyens om tot voorkoming van meerdere schade aan haar
huis, de naastleger, de koopman Wiegersma, te gelasten een afvoergoot tussen beide
te leggen.
Burgemeesteren verklaren niet bevoegd te zijn tot het uitoefenen van een rechterlijke
daad-- 30-9-1820, 6.