385.
Rapport van B. en W., dat over 1844 aan de politiebedienden
Van der Veen,
Voet
Hunting,
een gratificatie ad 25,moet worden toegekend.
Aangezien de politiebedienden over 1844 zodanig hebben uitgemunt, dat een buiten
gewone beloning dient te worden uitgereikt, is besloten aan geen dezer 3 over 1844
een gratificatie tot te kennen. R6-2-1845, 9.
Abraham de Jager.
Op advies van Commissaris van Politie wordt aan Abraham de Jager, dienaar der
Joodse Gemeente, die aan de politie diensten bewijst, in verband met zijn functie, tot
wederopzegging toe een gratificatie van 26,per jaar toegekend.
17-12-1825, 14.
Op grond van het gunstig door Commissaris van Politie uitgebracht rapport, wordt
de gratificatie van 26,gebracht op 52,per jaar, tot wederopzegging toe,
ingaande begin 1826. 18-7-1826, 10.
Aan de politiebediende Abraham de Jager wordt 25,toegelegd wegens een reis
naar Alkmaar om de bedelaar Pieter Luitman van daar naar de Ommerschans over te bren-
gen*
Door ziekte kan deze niet vervoerd worden, en de politiebediende is wegens invallen
de vorst 13 dagen, van 9 tot 22 Februari, op reis geweest.
23-2-1828, 22.
Verzoek van de politiebediende Abraham de Jager om tussenkomst, daar kerkvoog
den der Israël. Gemeente van zijn bezoldiging als dienaar bij deze gemeente ter we
ring van bedelarij door arme alhier doorreizende Israëlieten in 1820 op 50,be
paald, 2/3 deel hebben afgenomen en verdeeld onder de andere oppassers der kerk.
Aan kerkvoogden der Ned. Israël. Hoofdsynagoge wordt de reden hiervan gevraagd.
3-5-1828, 13.
Aan de Raad wordt voorgesteld de jaarwedde van betrokkene van 52,te bren
gen op 100,31-5-1828, 10.
Op voordracht van B. en W. wordt aan de buitengewone Assistent van Politie
Abraham de Jager tot wederopzegging toe, toegekend een verhoging der jaarlijkse be
zoldiging van 52,tot 150,R25-6-1828, 5.
Verzoek van de buitengewone politiebediende Abraham de Jager om verhoging zij
ner jaarwedde van 150, daar de dienst zijn tijd geheel in beslag neemt, hij geen
andere inkomsten heeft, en per week 2,huishuur moet betalen.
In advies gehouden. 4-12-1830, 14.
Jaarwedde verhoogd tot 250,R17-1-1831, 5.
Goedkeuring door GedStaten.
Voor 1831 betaling uit de post Onvoorziene Uitgaven. R28-2-1831, 1.
Verzoek van de buitengewone politiebediende Abraham de Jager om:
1. toekenning van de rang gewoon politiebediende.
2. de daaraan gepaard gaande vergoeding voor kleding.
Wat het tweede betreft: 50,toegekend voor aanschaffing van kleding.
3-3-1832, 18.
Wegens goede plichtsbetrachting aan Abraham de Jager, assistent politiebedien
de, toegekend een gratificatie van 50,evenals vorig jaar.
7-5-1833, 13.
Idem: wederom 50,voor kledinggeld. 1-3-1834, 13.
Klacht van Directeur van Politie over de politiebedienden in verband met het
toezicht op de in de nieuwe aanleg bij de voormalige Vrouwenpoort gemaakte afschut
ting, in Maart vorig jaar, en wel speciaal over Abraham de Jager, onder wiens bijzon
der toezicht het 3e Arrondissement, waarin deze aanleg is gelegen, gedurende October
1.1. is opgedragen geweest. 12-10-1844, 9.
Johan Christiaan de Lang.
Benoemd als opvolger van Klaas Nauta, eervol ontslagen als politie-assistent
Johan Christiaan de Lang. 23-1-1827, 11.
Klacht van Commissaris van Politie over politiebediende J.C. de Lang, met voor
stel om deze te straffen.
In advies gehouden, nadat beide gehoord waren. 18-5-1830, 5.
Besloten dat betrokkene wegens dronkenschap en brutaliteit in de vergadering
van B. en W. aan Commissaris excuus zal aanbieden en berisping zal ontvangen.
29-5-1830, 22.
Uitvoering van besluit 29-5-1830, 22. 5-6-1830, 15.